Mensen met Lewy body dementie krijgen last van loopstoornissen, verkrampingen en stijfheid (vergelijkbaar met Parkinson). Het ruimtelijk inzicht neemt af, wat bijvoorbeeld leidt tot verminderd richtingsgevoel en het niet goed kunnen inschatten van afstanden.
De huidige diagnostische onderzoeken voor deze ziekte zijn nog niet heel gevoelig. Het belangrijkste onderzoek om een diagnose te stellen is een DaT-scan. Dit is een scan met een zogenaamde gammacamera, waarbij een radioactieve stof in de aderen wordt gespoten.
De achteruitgang bij Lewy body dementie verloopt meestal sneller dan die bij de ziekte van Alzheimer. Je naaste kan binnen een jaar veranderen van een betrekkelijk gezond iemand, die af en toe eens valt en wat traag is, in iemand die in een rolstoel zit en ernstige dementie heeft.
Stress en dementie
Stress verhoogt de productie van stresshormonen, beschadigt de hippocampus, beïnvloedt leer- en geheugenprocessen en verlaagt de afweer. Al deze factoren zijn al eens in verband gebracht met dementie. Stresshormonen kunnen nog jaren na traumatische ervaringen in het bloed worden gevonden.
Nachtrust mensen met dementie verbeteren
Ze functioneren minder goed en het kan zorgen voor eiwitopstapeling en daardoor verdere achteruitgang. Mensen met dementie worden overdag vaak minder actief en vallen dan soms zelfs in slaap. Door die 'middagdutjes' zijn ze 's avonds niet moe genoeg om goed te kunnen slapen.
Onderscheid tussen LBD en de ziekte van Parkinson
Bij dementieverschijnselen voor of binnen één jaar na het ontstaan van de ziekte van Parkinson spreekt men van Lewy body dementie; treedt de dementie later in het verloop van de ziekte van Parkinson op, dan spreekt men van Parkinsondementie.
Bij neuropsychiatrische symptomen bij patiënten met 'Lewy body'-dementie of Parkinson-dementie is het gebruik van antipsychotica gecontra-indiceerd vanwege het verergeren van de motorische parkinsonklachten en de toename van slaperigheid.
Bij de ziekte van Parkinson is de dopamineproductie in een bepaald deel van de hersenen verstoord. Lewy-body-dementie is het gevolg van de afzetting van een stof in de zenuwcellen van voornamelijk de hersenschors, met vorming van zogenaamde Lewy-lichaampjes.
Antwoord van neuroloog Hein Wouters
Wat je gelezen hebt klopt, Lewy body dementie is doorgaans niet erfelijk. Dit betekent dat de kans op erfelijkheid heel klein is, maar niet is uit te sluiten. Dit komt doordat de oorzaken van mogelijke erfelijkheid nog niet zijn ontdekt.
Lewy Body dementie is niet te genezen. Wel kunnen medicijnen helpen om de symptomen te onderdrukken.
Hoe vaak komt het voor? Van alle mensen met dementie heeft 15 tot 20 procent (ook) Lewy Body, meent de internationale wetenschap. En misschien wel meer. Zo werden in een Oostenrijks onderzoek de hersenen van overleden mensen met dementie onderzocht.
Lewy body ziekte kan optreden vanaf de leeftijd van 55 jaar. Er zijn geen gekende genetische oorzaken. Er is geen verband met vroegere levensstijl of leefgewoonten.
Indeling fases van dementie
Een andere veel gebruikte indeling is de omschrijving van de vier fases van ik-beleving bij dementie; de bedreigde ik of cognitieve fase; de verdwaalde ik of emotionele fase; de verborgen ik of psychomotore fase; de verzonken ik of zintuiglijke ervaring.
Vasculaire dementie
De ziekte wordt veroorzaakt door een storing van de doorbloeding van de hersenen. In de bloedvaten in de hersenen treedt aderverkalking op, waardoor er bloedingen of infarcten ontstaan. Het achterliggende hersenweefsel krijgt hierdoor geen bloed meer en sterft af.
B-vitamines en Alzheimer
Uit onderzoek van de Universiteit van Oxford blijkt dat B-vitamines de kans op Alzheimer verkleinen. De deelnemers aan de studie kregen een supplement met vitamine B6, vitamine B11 en vitamine B12. Op hersenscans was te zien dat de afbraak van hersencellen kan worden vertraagd.
Wat vaak vooral opvalt is dat men langzamer gaat denken, spreken en handelen. Men kan zich moeilijker concentreren en moeilijker meerdere dingen tegelijk doen. Naast de geestelijke achteruitgang kan iemand ook lichamelijke verschijnselen hebben, zoals wankeler of langzamer lopen.
In het begin van de ziekte van Alzheimer zijn de afwijkingen op een ct-scan ten opzichte van 'gezonde' mensen vaak nog te gering om te kunnen vaststellen dat er echt sprake is van hersenatrofie. In de vergevorderde stadia zijn de afwijkingen echter wel duidelijk zichtbaar.
Bij dementie gaan steeds meer zenuwcellen in de hersenen en/of verbindingen tussen deze zenuwcellen kapot. Hierdoor kunnen de hersenen niet goed meer functioneren. Bij sommige mensen met dementie kan de achteruitgang heel snel verlopen, terwijl anderen nog jarenlang een relatief gewoon leven kunnen leiden.
Microslaap is lastig te herkennen. Ze komt meestal onaangekondigd, hoewel zich soms van tevoren sufheid en plotseling opkomende vermoeidheid voordoet. Knikkebollen en dichtvallende oogleden kunnen een aanwijzing zijn.
Personen met een beginnende dementie ervaren de realiteit nog zoals zij is. Ze ervaren daardoor ook hun eigen tekortkomingen. Elke probleemsituatie wordt een confrontatie met zichzelf, want het herinnert hen eraan dat er iets aan de hand is. Dit besef is heel stresserend en wekt veel onrust en angst op.
Met name vitamine B3 (niacine) en B11 (foliumzuur) zijn essentieel om hersenmist en vergeetachtigheid tegen te gaan.
Af en toe iets vergeten of dementie hebben is niet hetzelfde. Vergeetachtigheid is onschuldig en vaak tijdelijk. Bij alzheimer en andere vormen van dementie is de vergeetachtigheid veel ernstiger. De huisarts kan de diagnose dementie stellen.
Vergeetachtigheid, geheugenverlies en dementie zijn niet hetzelfde. Vergeetachtigheid is een onschuldig verschijnsel waarbij iemand zich tijdelijk iets niet kan herinneren. Bij geheugenverlies zijn er herinneringen en informatie echt uit het geheugen verdwenen.