Stap 3: Beantwoord je hoofdvraag
Tot slot beantwoord je op basis van jouw onderzoek de hoofdvraag. Leg daarbij duidelijk uit hoe je tot deze conclusie bent gekomen. Tip Geef niet letterlijk je hoofdvraag en daaronder direct het antwoord, maar werk beschrijvend en verwerk jouw antwoord in een lopende tekst.
Je beantwoordt je deelvragen met behulp van de resultaten uit literatuuronderzoek, kwalitatief en/of kwantitatief onderzoek. Bij kwalitatieve resultaten (interviews en/of observatie) analyseer je uitspraken, gedrag en artikelen uit verzamelde bronnen.
Je deelvragen beantwoord je (afhankelijk van je onderzoeksmethode) in het theoretisch kader of in de resultatensectie.
De beste tip die ik kan geven voor het formuleren van een goede set deelvragen? Vraag je af welke vragen je moet beantwoorden om stapsgewijs antwoord te krijgen op de probleemstelling. Oftewel, welke stukjes informatie heb je nodig om de hoofdvraag te beantwoorden? De volgorde is hierbij soms van belang.
De soort onderzoeksvragen die je stelt, hangen bovendien sterk samen met het soort onderzoek dat je doet. De belangrijkste onderzoeksvraag waarop je antwoord geeft, is de hoofdvraag. De deelvragen zijn de onderzoeksvragen die je helpen de hoofdvraag te beantwoorden.
Er is geen vast aantal deelvragen dat je moet opstellen. Wel is het zo dat hoe complexer je onderwerp is, hoe meer deelvragen je nodig zult hebben. Probeer je te beperken tot 4 à 5 deelvragen. Als je er (veel) meer nodig hebt, moet je wellicht je hoofdvraag vereenvoudigen of beter afbakenen.
Waarom heb je deelvragen nodig? Om je hoofdvraag te beantwoorden formuleer je verschillende deelvragen. Je deelvragen helpen je structuur aan te brengen in je onderzoek. Bovendien verkleinen deelvragen de kans dat je iets over het hoofd ziet.
Deelvragen zijn de subvragen van je hoofdvraag. Vaak kun je de officiële onderzoeksvraag van je scriptie of onderzoek niet in één keer beantwoorden. Daarom gebruik je deelvragen die zich op een kleiner deel van je onderzoeksvraag focussen. De antwoorden op al je deelvragen leiden tot de beantwoording van je hoofdvraag.
Formuleer een open vraag
Begin hoofdvragen bijvoorbeeld met de volgende woorden: 'in hoeverre', 'welke' of 'wat'. Hiermee kun je gemakkelijk een open vraag formuleren en een breder onderzoek doen. Voorkom echter het gebruik van 'waarom' in je hoofdvraag. Dit maakt je onderzoek te breed en niet specifiek genoeg.
Beschrijvende vragen dragen bij aan het in kaart brengen van het onderwerp. Een voorbeeld van een beschrijvende vraag is: 'Hoe werkt dit hier? ', 'Op welke plekken lukt het al?' ' Waar zien we hier vandaag al goede voorbeelden van? ' of 'Wat is hier nu eigenlijk aan de hand en wie heeft daar last van?
Tips voor het schrijven van je conclusie
Zorg voor een goed lopend verhaal, structuur is hierin heel belangrijk. Zorg dat je ook alle vragen beantwoordt hebt, maar wel verhalend, dus geen vraag en antwoord. Zorg ook echt dat je alleen beschrijft wat je gevonden hebt en geen interpretatie doet wat dit dan betekent.
In de conclusie geef je een samenvatting van je onderzoek en beantwoord je de onderzoeksvragen die centraal stonden in je afstudeerscriptie. Een conclusie is meestal beschrijvend en observerend. De verklaring en interpretatie van de resultaten van je onderzoek komt pas aan de orde in de discussie.
De conclusie begint met een samenvatting van de hoofdvraag of probleemstelling. Vervolgens leg je de conclusies en bevindingen uit die je in je scriptie hebt beschreven. Tenslotte beantwoord je de hoofdvraag en leg je uit door hoe je tot deze conclusie bent gekomen.
De centrale vraagstelling is de hoofdvraag of de belangrijkste vraag waar door middel van het uitvoeren van een onderzoek een antwoord op moet worden gegeven. Een onderzoek wordt meestal uitgevoerd om een probleem op te lossen. Dat probleem kan al dan niet expliciet zijn geformuleerd.
Goede deelvragen
Een goed geformuleerde deelvraag voldoet aan dezelfde eisen als een hoofdvraag of probleemstelling. Aanvullende eigenschappen voor goede deelvragen zijn: Ze zijn minder complex en specifieker dan de hoofdvraag. Ze beslaan samen hetzelfde, dus niet een groter gebied, als de hoofdvraag.
Hoe begin je een onderzoeksvraag? Je onderzoeksvraag wordt de hoofdvraag van het onderzoek. Deze vraag bepaalt wat je gaat onderzoeken en hoe je het gaat onderzoeken. Ook zorg je met de formulering van de hoofdvraag dat je onderzoek is afgebakend.
Een beschrijving van de huidige situatie. Een beschrijving van de gewenste situatie. Een overzicht van de verschillen daartussen. De mogelijkheden om die verschillen te overbruggen (bijvoorbeeld eigen mensen op cursus sturen of slimme mensen inhuren)
De hoofdvraag is de centrale onderzoeksvraag van je scriptie. Je stelt de hoofdvraag op met behulp van de probleemstelling. De grootste uitdaging bij het uitvoeren van onderzoek is dat je de informatie compact houdt. Vaak verzamel je zoveel informatie dat je door de bomen het bos niet meer ziet.
De hoofdvraag of probleemstelling is een vraag of korte stelling waarin je precies samenvat wat je in je scriptie gaat onderzoeken.
Geef in je probleemstelling duidelijk aan waar en wanneer het probleem zich afspeelt, wie betrokken is bij het probleem en wie er last van heeft. Je beschrijft ook welke informatie over het probleem bekend is en wat al tevergeefs geprobeerd is om het probleem op te lossen.