De dubbele achternaam kan uit maximaal twee namen bestaan en wordt zonder koppelteken geschreven, dus bijvoorbeeld Jansen De Boer. Zo krijgen ouders de keuze voor bijvoorbeeld: Jansen, De Boer, Jansen De Boer en De Boer Jansen.
Als je bericht naar meerdere ontvangers gaat, en er geen mogelijkheid is om ieder bericht een persoonlijke aanhef te geven, dan kun je het best kiezen voor een aanhef die iedereen past. Geachte dames en heren is mogelijk, maar er zijn meer opties: Geachte directie, Geachte commissie, Geachte klant, Beste collega's.
In de briefaanhef wordt van elke persoon (het eerste deel van) de achternaam genoemd. (7) Geachte heer Lucassen, geachte heer Bos, (8) Geachte mevrouw Peeters, geachte mevrouw Ferencz, Als beide partners dezelfde achternaam voeren, zoals in voorbeeld (3) en (4), is een verkorte vorm met heren mogelijk.
de, het, ten, van, van de, van den, van der, van het... Bij achternamen met een tussenvoegsel krijgt dit tussenvoegsel een hoofdletter als er geen naam of voorletter(s) vooraf gaan. Daarnaast begint het deel van de achternaam dat geen tussenvoegsel is altijd met een hoofdletter.
Het eerste lidwoord of voorzetsel van de achternaam krijgt een hoofdletter als er geen voornaam, voorletter(s) of deel van de achternaam aan voorafgaan: meneer Op de Beek, mevrouw Van Dijk enzovoort.
In Nederland worden deze woorden klein geschreven wanneer de voornaam of de voorletters voorafgaan: de heer Jan van den Berg en mevrouw M. de Vries, maar met een hoofdletter als voornaam of voorletters ontbreken: de heer Van den Berg en mevrouw De Vries.
Als je naar meerdere dames of heren schrijft (ook als zij niet getrouwd zijn), vermeld je de afzonderlijke namen in de adressering en de aanhef.
Bij stellen waarvan de partners allebei hun eigen achternaam gebruiken, worden in de adressering op de envelop en bovenaan een brief beide personen genoemd, met hun eigen voorletters: De heer A. de Zwart en mevrouw K. Verschuur.
Omdat het twee verschillende personen zijn schrijf je: 'Geachte heer Smit en heer Smit' of 'Geachte heren Smit en Smit'. Hetzelfde geldt voor twee dames. Het ziet er een beetje vreemd uit maar het is wel correct. Het blijven toch twee mensen die je afzonderlijk aanspreekt.
Als u de naam en het geslacht van de geadresseerde weet, is de beste aanhef in een zakelijke brief of e-mail Geachte heer + de achternaam of Geachte mevrouw + de achternaam. Als u het geslacht niet weet, is onder meer Geachte heer of mevrouw + de achternaam gebruikelijk.
Beste wordt gecombineerd met een voornaam of een ander zelfstandig naamwoord. In de praktijk wordt Beste vaak zelfstandig als aanhef gebruikt, maar niet iedereen wordt graag op die manier aangeschreven. Het is daarom aan te raden om Beste altijd te laten volgen door een voornaam of een ander zelfstandig naamwoord.
Bij dubbele voornamen worden beide namen vaak met een hoofdletter geschreven. Tussen deze beide namen wordt meestal een streepje (-) geplaatst. Voorletters worden altijd met een hoofdletter geschreven. Na de voorletter komt altijd een punt, gevolgd door de achternaam.
De familienaam gaat meestal over van ouders op kinderen, van de ene generatie op de andere. Familienamen kunnen worden onderscheiden van patroniemen, die familierelaties op een andere manier uitdrukken. Voor individuele leden van een familie zijn er voornamen, roepnamen of bijnamen.
Bij stellen waarvan de partners allebei hun eigen achternaam gebruiken, worden in de adressering op de envelop en bovenaan een brief beide personen genoemd, met hun eigen voorletters: De heer A. de Zwart en mevrouw K. Verschuur.
Adressering in een brief
Vermeld de naam van de geadresseerde voluit als u die kent. Als u de voornaam niet voluit kent, vermeldt u een of meer initialen. Maak door de aanschrijftitel duidelijk wat het geslacht van de geadresseerde is.
L.S. staat voor Lectori salutem en betekent 'den lezer heil'. Voor een algemene aanhef lijkt dit een prima oplossing. Maar L.S. is heel ouderwets en past niet in een eigentijdse brief of mail.
Iedere volwassen vrouw spreken en schrijven we aan met 'mevrouw', ongeacht of ze getrouwd is of niet. 'Mevrouw' wordt in briefwisseling als 'mevr. ' afgekort. In ondertitels gebruiken we 'Mw', met hoofdletter en zonder punt.
Wat is de beste briefaanhef als je niet weet of de geadresseerde een man of een vrouw is? Als het geslacht van de geadresseerde onbekend (en niet te achterhalen) is, is het het gebruikelijkst om in de aanhef boven een brief of e-mail zowel heer als mevrouw te vermelden.
Een tussenvoegsel of voorvoegsel (beide termen hebben hun voor- en nadelen) is een deel van sommige eigennamen; meestal hoort het bij de familienaam. Vaak is het een kort woord zoals 'van' of 'de'. Daarna komt dan het grondwoord van de naam: het deel dat meer kenmerkend is voor de persoon of familie.
Tegenwoordig beschouwen we de aanhef van een brief niet als onderdeel van de eerste zin, maar als afzonderlijk element van de brief. Volgens de huidige briefconventies beginnen we de eerste zin dan ook met een hoofdletter, ook al eindigt de aanhef op een komma: Geachte mevrouw Bussink, Hartelijk dank voor uw bericht.
Juist zijn dus: Nynke van der Sluis, mr. N.C. van der Sluis, mevrouw Jongsma-van der Sluis. Ook na een adellijke titel krijgt het tussenvoegsel geen hoofdletter: baron en barones de Raet-van Rossem en graaf van Gronsveld.