In veel pensioenregelingen van werknemers is een nabestaandenregeling opgenomen. Bij overlijden krijgt de achterblijvende partner maandelijks een bedrag uitgekeerd. Dit wordt ook wel een partnerpensioen genoemd.
Er mag maximaal een bedrag van 50% van het salaris worden verzekerd voor partnerpensioen. Voor deelnemers is het hierdoor duidelijk welk bedrag de partner ontvangt bij overlijden. Het partnerpensioen is straks niet meer afhankelijk van het aantal gewerkte jaren in een dienst (diensttijdonafhankelijk).
Partnerpensioen en echtscheiding
Als je gescheiden bent of je beëindigt het geregistreerd partnerschap en je ex-partner overlijdt, heb je nog steeds recht op (een deel van) zijn of haar nabestaandenpensioen. Na een scheiding wordt dit pensioen een bijzonder nabestaandenpensioen genoemd.
Als je ex-partner overlijdt, kun je recht hebben op bijzonder nabestaandenpensioen, ook vaak partnerpensioen genoemd. Dit geldt alleen als het nabestaandenpensioen van je ex-partner op opbouwbasis was. Als het nabestaandenpensioen op risicobasis was, kom je niet in aanmerking voor bijzonder nabestaandenpensioen.
Als nabestaande kunt u ook recht hebben op een nabestaandenpensioen. Er bestaan verschillende nabestaandenpensioenen, zoals een levensverzekering of een uitkering. Elke inwoner van Nederland is automatisch verzekerd voor de Algemene nabestaandenwet (Anw), die ervoor zorgt dat nabestaanden een basisuitkering krijgen.
Wanneer je partner overlijdt, eindigt een huwelijk automatisch. Dit geldt ook voor het geregistreerd partnerschap en een samenlevingscontract. Voor geregistreerd partners en getrouwde stellen is wettelijk al vastgelegd wat er met de nalatenschap gebeurt.
Voor het overlevingspensioen geldt er een minimumleeftijd. Sinds 2023 moet de nabestaande minstens 49 jaar oud zijn om hierop recht te hebben. Men wil zo vermijden dat te jonge mensen te vroeg van de arbeidsmarkt verdwijnen.
Ben je uit de echt gescheiden of feitelijk gescheiden? Dan heb je mogelijk recht op een pensioen berekend op basis van de loopbaan van je ex-huwelijkspartner voor de periode waarin jullie getrouwd waren. Je kunt dit pensioen combineren met je eigen rustpensioen.
Een weduwe pensioen is eigenlijk hetzelfde als het partnerpensioen. Dit pensioen zorgt ervoor wanneer jij onverhoopt komt te overlijden dat er dan een uitkering volgt naar je partner. De hoogte van het partnerpensioen is afhankelijk van een aantal factoren.
Het nabestaandenpensioen bedraagt maximaal 70 procent van het opgebouwde pensioen van je partner en wordt de rest van je leven uitgekeerd. Je hebt er in de volgende gevallen recht op: Je partner werkt(e) bij een bedrijf dat is aangesloten bij een pensioenfonds.
Alleen als de deelnemer tijdens zijn dienstverband overlijdt, is een nabestaandenpensioen verzekerd. Overlijdt de deelnemer na het dienstverband, tijdens een periode waarin hij bijvoorbeeld een WW-uitkering krijgt?Dan is er geen nabestaandenpensioen meer verzekerd.
Bij ABP bouwt iedere deelnemer nabestaandenpensioen op.Dus ook als u geen partner heeft. Als u op de ingangsdatum van uw pensioen geen partner heeft dan verhogen wij uw ouderdomspensioen met het nabestaandenpensioen dat u vanaf 1 juli 1999 heeft opgebouwd.
Als je gescheiden bent en je ex-partner overlijdt, heb je nog steeds recht op (een deel van) zijn of haar nabestaandenpensioen. Na een scheiding wordt dit pensioen een bijzonder nabestaandenpensioen genoemd. Dit pensioen bestaat uit het bedrag dat is opgebouwd tijdens jullie huwelijk.
Nabestaandenuitkering stopt
In de volgende gevallen stopt uw nabestaandenuitkering: U bereikt de leeftijd waarop u een AOW-uitkering ontvangt. U hertrouwt, gaat een geregistreerd partnerschap aan of gaat samenwonen. Bij samenwonen is de beëindiging niet meteen definitief.
Wanneer jij de AOW-datum bereikt, vervalt jouw recht op een eventuele ANW-uitkering. Voor het nabestaandenpensioen gelden andere regels. In vrijwel alle gevallen is het recht op nabestaandenpensioen levenslang. Wel geldt bij sommige pensioenfondsen dat er een verschil is in de hoogte vóór en ná pensioendatum.
Het moment van overlijden is bepalend voor het opbouwpercentage in een bepaalde periode. Het nabestaandenpensioen ontvangt u levenslang, maar kan wijzigen. Bijvoorbeeld als u opnieuw trouwt, een partnerschap registreert, of uw partner aanmeldt bij ABP.
Als u trouwt én in Nederland woont, hoeft u niets te regelen. Uw partner is dan automatisch aangemeld voor nabestaandenpensioen. En uw partner krijgt recht op een deel van uw ouderdomspensioen. Ook als u later uit elkaar gaat.
Hoeveel bedraagt het netto nabestaandenpensioen? Bij overlijden bedraagt het levenslange netto nabestaandenpensioen voor uw partner per deelnemersjaar 1,313% van het gemiddelde loon boven de € 128.180,- (niveau 2023) dat u tijdens uw deelname netto (rekening houdend met de maximale belastingheffing) hebt verdiend.
De uitkering van het levenslang partnerpensioen gaat altijd in op de eerste van de maand die volgt op de overlijdensdatum. Uw partner ontvangt deze maandelijkse uitkering totdat hij of zij overlijdt. Het levenlange partnerpensioen eindigt op de laatste dag van de maand waarin uw partner overlijdt.
Concreet heb je als gescheiden echtgenoot recht op de helft van het tijdens de huwelijksjaren opgebouwde gezinspensioen. Aangenaam is ook dat je ex hiervoor niet hoeft in te boeten, die houdt gewoon zijn eigen pensioen als alleenstaande.
Sinds 30 april 1995 is het wettelijk geregeld dat jij en je ex-partner jullie pensioen dat je tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap hebt opgebouwd na de scheiding moeten verdelen. In principe is die verdeling 50/50. Jij hebt recht op 50% van (een deel van) het ouderdomspensioen van je ex.
Een huisvrouw of -man komt vaak niet in aanmerking voor een minimumpensioen. Om daarop recht te hebben moet u een loopbaan hebben gehad die minstens gelijk is aan twee derde van een volledige loopbaan, dat is dus 30 jaar, tenminste als u werknemer of zelfstandige was.
De AOW van de persoon die overleden is stopt op de dag na het overlijden. Dit geldt ook voor de inkomensondersteuning AOW en het vakantiegeld.
Sinds 2003 is het zo geregeld dat bij overlijden de langstlevende partner automatisch alle bezittingen (en schulden) van de overledene erft. De kinderen kunnen niet meer meteen hun erfdeel opeisen. Zij krijgen alleen een vordering in geld ter grootte van hun erfdeel.
Als er geen kinderen zijn, erft de langstlevende echtgenoot het hele gemeenschappelijk vermogen in volle eigendom en de eigen goederen van de overledene in vruchtgebruik.