Een oudoom of grootoom (Vlaams) is een oom van iemands vader of moeder, dus een (al dan niet aangetrouwde) broer van iemands grootvader of grootmoeder. Een suikeroom is vaak een rijk familielid van wie men een erfenis verwacht.
, oom van vader of moeder.
oudooms en oudtantes (ooms en tantes van de ouders).
Achterneef/-nicht: hij of zij heeft dezelfde overgrootouders, maar niet dezelfde grootouders. Achterachterneef/-nicht: hij of zij heeft dezelfde overovergrootouders. Achteroom/-tante: hij of zij is een neef/nicht van je vader of moeder. Oudoom/-tante: hij of zij is een broer of zus van je grootouders.
Halfbroer/halfzus: een broer of zus die dezelfde vader en een andere moeder of dezelfde moeder en een andere vader heeft (= bloedverwant).
Wanneer een broer of zus van een grootvader/grootmoeder (grootoom respectievelijk groottante, ook wel oudoom respectievelijk oudtante) een kind heeft, is dit een kleinneef/kleinnicht.
Antwoord: Achteroom, omdat zijn vader jouw oom is.
Het kind van een neef/nicht word een achternicht genoemd het maakt hierin geen verschil of dat de genoemde neef/nicht in deze vraag een kind is van een broer/zus of de generatie erboven de term achter…
Allebei noem je een nicht of nichtje. In het Engels onderscheiden ze dit wel in dochter van een tante/oom (cousin) en dochter van een zus/broer (niece), maar in de Nederlandse taal is dit niet aan de orde. Hetzelfde geldt voor neef (zoon van een tante/oom en zoon van een zus/broer).
Of heet dat gewoon ook een achternicht, net zoals dat mijn nichtje voor mijn moeder ook een nichtje is.
Een schoonzus, zwagerin of zwageres is een vrouwelijk aangetrouwd familielid, waarbij de verwantschap dus is ontstaan door een geregistreerd partnerschap of huwelijk. In praktijk betekent dit dat er drie verschillende mogelijkheden zijn om iemand schoonzus of zwagerin of zwageres te noemen.
Sinds 5 december 2015 mag door de Wet tegengaan huwelijksdwang een huwelijk tussen neef en nicht alleen gesloten worden als er een beëdigde verklaring is van beide partners dat zij uit vrije wil toestemming geven voor het huwelijk.
de dochter van een neef, nicht, oudoom of oudtante.
Er bestaan veel synoniemen voor het woord grootmoeder. Gebruikelijk zijn de termen oma en opoe. Beide zijn afkomstig uit de kindertaal. Het zijn kinderlijke vervormingen van respectievelijk de woorden grootmama en grootmoeder.
de zoon van een neef, nicht, oudoom of oudtante.
Het woord overgrootmoeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
In Nederland is 'zwager' het meest gangbare woord als je het over de mannelijke partner van je broer of zus, óf de broer van je partner hebt. Belgen gebruiken juist vaker 'schoonbroer' om diezelfde persoon mee aan te duiden.
Als stiefouder kunt u het kind van uw partner adopteren. Dit heet partneradoptie.
Een kind dat twee vaders of moeders heeft, geadopteerd is of door IVF ter wereld is gekomen, daar kijken we niet meer zo raar van op. Maar toen Samuel Leighton-Dore bekendmaakte dat hij een kind zou krijgen van zijn zus, werd hij overspoeld met nare reacties.
de achternicht
(v.) , nicht met wie men verder dan in de vijfde graad verwant is. de dochter van een neef, nicht, oudoom of oudtante.
Als je een relatie hebt met iemand uit je familie
Meestal gaat het om een (achter)neef en (achter)nicht. Mensen uit dezelfde familie zijn bloedverwanten van elkaar. Als zij samen kinderen krijgen, heeft ieder kind een iets hogere kans op een erfelijke ziekte.
[familie] een zoon van iemands broer of zus. [familie] een zoon van iemands schoonbroer of schoonzus.
Het vrouwelijke equivalent is schoonzus, zwagerin of zwageres.
Dat is je oudtante. Ik denk dat gewoon tante en dan haar naam best wel een nette manier is van je oudtante aanspreken… gewoon effe vragen.
Algemeen gangbaar in het hele taalgebied als aanduidingen voor aangetrouwde familieleden zijn: schoonzus, schoonmoeder, schoonvader, schoondochter, schoonzoon en schoonfamilie. Sporadisch komt ook schoonkinderen voor.