Er kan veel spanning ontstaan als jouw collega met autisme het gevoel heeft dat hij of zij niet voldoet aan de verwachtingen van de omgeving. Onder spanning kan overprikkeling ontstaan, soms met onvoorspelbaar gedrag als gevolg. Mensen met autisme hebben vaak te maken met zowel onderschatting als overschatting.
Onbegrip, sociale eenzaamheid en isolement, beperkte vrijetijdsbesteding, geen passend onderwijs, angsten en overprikkeling, overbelasting van naasten, zoals partners, familieleden en ouders zijn een aantal veel voorkomende problemen.
In de praktijk blijkt dat er een uitstekende samenwerking kan ontstaan, waarin een medewerker met autisme prima kan floreren. Waarin de leidinggevende zich niet onzeker of gefrustreerd voelt, maar weet wat hij kan doen in de aansturing en begeleiding van zijn medewerker.
Mensen met autisme hebben moeite om afstand te nemen van prikkels, ze te verwerken vanuit een ruimer geheel en vanuit de context. Die afstand is noodzakelijk om dingen te relativeren: relateren is relativeren. Mensen met autisme kunnen niet zo goed relativeren.
Naar schatting heeft ongeveer 1,2 procent van de bevolking autisme – zo'n 190.000 mensen. Werkenden met autisme kunnen uitstekend functioneren, alleen hun gedrag kan ook leiden tot misverstanden met de omgeving en zelf zijn ze vaak extra gevoelig voor bepaalde prikkels.
Als er te veel interne of externe prikkels zijn in korte tijd, zo veel dat het niet meer met een beetje achterstand verwerkt kan worden, kan er een soort kortsluiting optreden in je hoofd. Dan kan het gebeuren dat je explodeert (autistic meltdown) of dichtklapt (autistic shutdown).
Kenmerken autisme in communicatie
Vertragingen of verstoringen in de ontwikkeling van gesproken taal. Moeite hebben met het gaande houden van gesprekken. Vooral praten tegen iemand, in plaats van met iemand. Bijvoorbeeld veel praten over eigen interesses zonder na te gaan of de ander ook daarin geïnteresseerd is.
Belevingswereld autisme
Mensen met autisme houden erg van voorspelbaarheid. Het liefst houden ze alles altijd hetzelfde. Als je aan een vorm van autisme lijdt, dan heb je grote moeite met veranderingen, zeker als ze onverwachts komen.
Hoogfunctionerend autisme (HFA) is een veel gebruikte term voor een autistische stoornis (klassiek autisme) zonder bijkomende verstandelijke handicap (IQ hoger dan 70 à 85).
Iedere leidinggevende kan zo worden gezien als werkgever van zijn eigen afdeling. Hij heeft daarin de zorg toebedeeld gekregen voor alle onder zijn leiding werkende medewerkers en over het hele fysieke gebied waarin deze medewerkers werkzaam zijn: gebouwen, installaties, fabrieksterrein, afdeling, lokaal, enz.
Mensen met autisme in combinatie met een verstandelijke beperking sterven zelfs 30 jaar eerder, op een gemiddelde leeftijd van 39. Bij die groep is epilepsie de belangrijkste doodsoorzaak. Mensen met autisme zonder verstandelijke beperking sterven gemiddeld 12 jaar eerder, op een leeftijd van 58 in plaats van 70.
Lange tijd is er twijfel geweest over het kunnen aangaan van een partnerrelatie door mensen met een Autismespectrumstoornis (ASS). Inmiddels weten we dat ook mensen met autisme behoefte hebben aan een intieme of partnerrelatie, op zoek gaan naar een dergelijke relatie en deze ook daadwerkelijk (kunnen) aangaan.
Sommige kinderen met autisme lijken minder behoefte aan slapen te hebben. Zij kunnen zich op wakkere momenten uitstekend bezig houden, zonder hun ouders uit hun slaap te houden. Vergeleken met leeftijdgenoten zonder autisme is de algemene slaapkwaliteit beduidend slechter.
Moeite om zich in een ander te verplaatsen. Functioneel denken (Beperken tot 'logica' en missen van sociale aspecten) Moeite met inschatten andere mensen. Moeite met herkennen en onder woorden brengen van eigen gevoelens en gedachten.
Een autistische stoornis (voorheen ook wel klassiek autisme genoemd) is een van de vormen van autisme die valt onder de algemene noemer autismespectrumstoornis (ASS). Mensen met autisme hebben vaak beperkte interesses, herhalingsgedrag en problemen op het gebied van communicatie en interactie.
"In een relatie is het geven en nemen", zegt Oscar, "maar als je met iemand met autisme bent, is het vooral geven. Je krijgt nooit hetzelfde terug als van iemand die geen autisme heeft. Mensen met autisme vinden intiem contact vaak lastig. Een knuffel kan dan al een romantisch gebaar zijn.
Iemand met PDD-NOS heeft last van sociale en communicatieve problemen zoals bij autisme, maar dan in mildere vorm. Er wordt dan ook wel gesproken van aan 'autisme verwante problematiek' of de term PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified).
Mensen met autisme reageren anders op emotionele prikkels. Zij missen het intuïtieve vermogen zich te verplaatsen in de gedachtewereld en de bedoelingen van anderen. Zij vinden het lastig om aan te voelen wat passend gedrag is in een bepaalde context.
Mensen met autisme kennen geen emoties. Smalltalk, oogcontact of een knuffel… Mensen met autisme hebben het doorgaans moeilijk met sociale interactie. Als kind valt het hen al zwaar om vriendschap te sluiten met leeftijdgenoten en vaak komen ze ronduit ongeïnteresseerd over.
Na aanvankelijke gevoelens van vermoeidheid of afkeer, komen ze in een afgestompte of juist hyperactieve staat terecht waarin ze niet meer voelen dat het hen eigenlijk teveel is. Ze blijven maar doorgaan met handelingen die hen nog verder overprikkelen zonder dat ze ingrijpen op hun eigen gedrag.
Autistisch denken is dingen anders waarnemen en begrijpen. Mensen met autisme ontwikkelen zich anders en gedragen zich anders omdat ze de wereld anders waarnemen en begrijpen. Menselijk gedrag wordt immers bepaald door wat we waarnemen en hoe we die informatie verwerken.