Hoewel katten goed met kou kunnen omgaan, geven ze er over het algemeen niet de voorkeur aan. Ze zoeken graag warmte op. Zorg er daarom voor dat je kat gemakkelijk naar binnen kan, bijvoorbeeld via een kattenluikje. Het is echter belangrijk op te merken dat de vacht van een kat minder goed isoleert wanneer deze nat is.
Een kat kan onderkoeld raken als hij of zij te lang wordt blootgesteld aan koude temperaturen. Dit heet hypothermie. Hypothermie wordt gedefinieerd als een lichaamstemperatuur van 35 °C of lager. De kans op onderkoeling wordt vergroot als de vacht nat is.
Katten kunnen goed tegen kou, ze ontwikkelen namelijk een wintervacht zodra de temperaturen dalen. Maar ze staan erom bekend dat ze niet zo van kou houden. Daarom zoeken ze graag warme plekjes op. Zolang jij zorgt dat die plekjes er zijn, zal je kat zich redden bij een graadje minder.
In de meeste gevallen kunnen katten wel tegen wat koude. Hun vacht bereidt zich hier in de ruiperiode namelijk op voor. Er is echter wel een verschil in soorten katten. Een grotere kat heeft meer massa en kan daarom ook beter tegen de kou dan een kleine kat.
Voor gezonde, volwassen honden van een gemiddeld ras: kies een nachttemperatuur in huis die niet meer dan 5 graden kouder is dan de temperatuur in huis overdag. Voor grote honden met een dikke vacht en sledehonden: houd de nachttemperatuur boven 10 graden om de temperatuurschommelingen niet te groot te maken.
In je huis zit best veel vocht. Als het te koud wordt, is er kans op schimmelvorming. Vijftien graden is daarom een ondergrens. In een goed of matig geïsoleerde woning is het ook bijna nooit kouder dan 15 graden.
Een goede vuistregel is om het huis rond de 70 graden te houden, zodat de lichaamstemperatuur van uw kat op het gewenste niveau blijft (rond de 90 graden). Dat gezegd hebbende, katten zullen het prima doen bij binnentemperaturen tot wel 50 graden . Als uw huis zo koud is, overweeg dan om warmte te bieden in het bed van uw kat.
Een kat kan gerust buiten blijven, maar het is wel gewenst dat hij 's avonds ergens comfortabel weg kan kruipen. Om je kat een beschutte plek te geven kun je overwegen om de garage- of schuurdeur te voorzien van een kattenluik. Zo hoef je de kat niet in huis te nemen, maar kan hij wel naar binnen.
Katten houden van warmte en zoeken in de winter graag een knus plekje op. Een comfortabele mand of kattenhuisje met zachte dekens biedt de nodige warmte. Plaats de slaapplek op een strategische plek in huis, weg van koude tocht en dicht bij warmtebronnen zoals radiatoren.
Sommige parasieten en infectieuze agentia (bacteriën, virussen en schimmels) worden gemakkelijk overgedragen via hordeuren en ramen , en ze springen ook graag mee op onze schoenen en kleding. Ongedierte zoals insecten en knaagdieren weten nog steeds hun weg naar binnen te vinden en stellen binnenkatten bloot als ze ze opjagen.
Natuurlijk hebben katten gevoelens en kunnen ze ook zeker verdriet voelen. Dit uiten ze echter niet zoals wij dat doen. In plaats daarvan zal een treurige kat het vooral door gekweld gemiauw duidelijk maken. Huilen kunnen katten echter niet.
Normaal gesproken slapen katten tussen de 12 en 16 uur per dag. In de wintermaanden kan dit oplopen tot maar liefst 20 uur.
Hoewel katten goed met kou kunnen omgaan, geven ze er over het algemeen niet de voorkeur aan. Ze zoeken graag warmte op. Zorg er daarom voor dat je kat gemakkelijk naar binnen kan, bijvoorbeeld via een kattenluikje. Het is echter belangrijk op te merken dat de vacht van een kat minder goed isoleert wanneer deze nat is.
Keuzes en deuren die dichtgaan
Een deur die ineens dicht is, is een gruwel voor een kat. Zijn territorium wordt verkleind en hij heeft geen mogelijkheden meer om zijn vaste inspectieronde te lopen.
Bij het verwerken van kit mag de temperatuur niet onder de +5 °C zijn. Dit komt doordat er een onzichtbaar laagje ijs of water op de ondergrond kan liggen. Dit heeft een negatieve invloed op de hechting.
Breng tijd door met uw kat buiten om hem te laten wennen aan zijn tuin en de omgeving . o Laat uw kat in het begin NIET zonder toezicht naar buiten. Wij raden u aan om hem in de gaten te houden en de tijd buiten onder toezicht te verlengen. o Geef uw kat een lekkere traktatie direct nadat u weer binnen bent.
Afhankelijk van je woonomgeving kun je testen of je kat naar buiten kan. Woon je in een drukkere omgeving dan kun je gevaren op de volgende manieren beperken: - laat je kat vrij in een omheinde tuin of balkon - leer haar wennen aan een tuigje Zorg ervoor dat je kat naar haar naam luistert voordat ze naar buiten gaat.
In tegenstelling tot katten die buiten gewend zijn hebben ze geen ervaring met verkeer of de omgang met dieren daar. Ze schrikken sneller en kunnen daarbij over een weg rennen of verdwalen. Een kat die niet buiten mag komen kan naburige katten niet wegjagen als deze zijn tuin binnendringen en voor de ramen langslopen.
Verwilderde katten gaan op zoek naar verlaten gebouwen en auto's en graven zelfs gaten in de grond om warm te blijven in de wintermaanden (en koel te blijven tijdens de zomerhitte).
Over het algemeen mogen we stellen dat de meeste katten goed tegen kou kunnen. In de winter hebben ze namelijk een dikkere vacht. Deze vacht beschermt jouw kat tegen strenge kou. Maar let op: een wintervacht wil niet zeggen dat je kat is opgewassen tegen alle weersomstandigheden.
Je kunt ook aan het lichaam van de kat voelen wanneer deze het kouder begint te krijgen. De bloedvaten onder de huid trekken zich samen wanneer de kat het koud heeft, hierdoor kan het lichaamsdeel koud aanvoelen. Met name de oren zijn plekken waar je dit goed kunt voelen omdat de vacht van de kat hier wat dunner is.
Als u een slimme elektrische radiator hebt, hoeft u niet veel te doen. Hebt u een ander type radiator? Geen paniek, het blijft even eenvoudig. Tijdens uw afwezigheid mag uw woning een temperatuur hebben tussen 8 en 12°, wat aanvaardbaar is voor een onbewoond interieur.
Door het huis gelijkmatig te verwarmen, wordt de lucht droger. Volgens GGD Leefomgeving is het raadzaam om de verwarming overdag minstens op 18 graden en 's nachts op 15 graden te zetten.
Het is belangrijk om je huis warm te houden. De kamers waar je het grootste deel van je tijd doorbrengt, moeten tussen de 18 en 21°C zijn om je warm te houden en te voorkomen dat er vocht in je huis ontstaat.