Een tekst heeft vrijwel altijd drie onderdelen: een inleiding. een middenstuk (kern) een slot.
Tip: meestal bestaat het slot uit enkele of slechts één alinea; het kan soms ook maar één zin zijn. Er zijn wel uitzonderingen, zoals bijvoorbeeld krantenartikelen. Deze teksten hebben geen slot.
Elke dag lees je teksten. Soms doe je dit bewust; soms heb je helemaal niet door dat je een tekstje leest. Bijna elke tekst bestaat uit een inleiding, een middenstuk en een slot.
Om de verschillende deelonderwerpen te onderscheiden, kun je letten op de witregels en tussenkoppen. Als deze er niet zijn, kijk je naar kernzinnen. Het laatste deel van een tekst wordt het slot genoemd. Het slot herhaalt meestal het belangrijkste uit de tekst.
Het laatste deel van een tekst wordt het slot genoemd. In het slot wordt meestal de belangrijkste informatie uit de tekst herhaald.
Slot: meestal is dit de conclusie of samenvatting. Het kan ook zo zijn dat je je eigen mening over het onderwerp moet geven of dat je terugblikt op het schrijven van het verslag.
De conclusie van je essay eindig je met een krachtige slotzin om je lezer nog meer te overtuigen, aan het denken te zetten of aan te sporen tot actie. Je slotzin kan zijn: Oneliner. Vraag.
De 7 tekstdoelen
Nou: informeren, instrueren, adviseren, overtuigen, activeren, emotioneren en inspireren.
Het voornaamste doel van een slot is het beperken van de toegang (meestal tot iets van waarde) tot een beperkte groep mensen die de beschikking hebben over de juiste sleutel.
Een motiverende titel maakt de lezer nieuwsgierig naar de tekst. De inleiding van een tekst heeft twee functies: Bijzondere vorm is de anekdote : een kort, grappig(waargebeurd) verhaaltje. Slot Het slot bevat meestal de hoofdgedachte(de conclusie) van de tekst (meestal in één zin geformuleerd).
Slot (sluiting), een mechanisme waarmee een voorwerp kan worden afgesloten. slotwoord, slotstuk of epiloog van een verhaal of een speelfilm. Kasteel of burcht, een versterkte woning. Slot (klooster), gedeelte van een klooster dat niet toegankelijk is voor niet-religieuzen.
Het slot is bedoeld om de tekst af te sluiten. In het slot wordt een conclusie, samenvatting of oplossing van het probleem vermeld. Probeer de tekst origineel af te sluiten en hetzelfde in andere woorden samen te vatten (andere formulering).
- Slot: Maak een samenvatting (in het kort nog even herhalen wat je allemaal hebt geschreven) of geef in het slot je eigen mening (conclusie). - Nawoord: Beschrijf hoe je alle stappen uitgevoerd hebt en wat je er van vond. Wat was het moeilijkste, het leukste?
Bij schriftelijke presentaties kan het slot concluderend of samenvattend zijn. Omdat het bij een mondelinge presentatie zo essentieel is dat je redundante informatie inbouwt, komt bij een concluderend slot altijd nog een samenvatting van het verhaal na de conclusie.
In de kern wordt alle informatie over het onderwerp gegeven, verdeeld over deelonderwerpen. De kern bestaat uit een aantal alinea's. Ieder deelonderwerp omvat één of meer alinea's Het slot bestaat meestal beide uit maar één alinea waarin de schrijver de tekst afrondt.
Bij Slot: Begin je slotalinea met een signaalwoord voor een samenvatting: kortom,samengevat, met andere woorden, al met al.
Zoals elke beschouwing begint met een inleiding, eindigt elke beschouwing met een slot. Het slot komt direct na het middenstuk. In het slot komt een korte samenvatting, je laat doorschemeren wat je eigen positie is en het eindigt met een uitsmijter.
De korte samenvatting moet leiden tot de stelling. Oftewel door de argumenten die je besproken hebt, moet de lezer wel overtuigd zijn van de stelling die je verdedigd. De conclusie is daarmee het inhoudelijke eindpunt van je betoog. Het kan sterk zijn om de stelling nog eens te noemen in dit stuk van het slot.
De indeling van een tekst
De meeste teksten hebben de indeling: inleiding, kern en slot. De inleiding en het slot bestaan meestal beide uit maar één alinea. De kern bestaat daarentegen uit een aantal alinea's. In de alinea's worden alle deelonderwerpen besproken.