Je bent verplicht om het fietspad te gebruiken als er een is en het berijdbaar is. Het fietspad kan één of twee rijrichtingen hebben. Als het maar één rijrichting heeft, mag je het niet tegen de rijrichting gebruiken. Het is dan bedoeld voor de fietsers voor wie het rechts in de rijrichting ligt.
Hoe breed moet een fietspad zijn? Wettelijk mag alles. Als een wegbeheerder (meestal de gemeente, de provincie of het waterschap) het blauwe ronde bord met de witte fiets plaatst bij een pad is het een fietspad. Dan moeten fietsers er gebruik van maken, hoe smal dat pad ook is.
Twee evenwijdige, witte onderbroken strepen duiden een fietspad aan en gebieden de fietser het fietspad te volgen dat rechts in zijn rijrichting ligt. Een fietspad langs de linkerkant van de weg mag niet gevolgd worden, tenzij het een tweerichtingsfietspad is.
De fietser moet rechts in de gevolgde rijrichting rijden (dus niet op het links gelegen trottoir). De fietser moet voorrang verlenen aan de andere gebruikers van het trottoir.
U herkent een 'verplicht fietspad' aan een blauw, rond bord met daarop een witte fiets. Het bord verplicht fietspad betekent dat de bromfietser op de rijbaan moet rijden. Brommers met een geel kenteken mogen wel rijden op een 'verplicht fiets- /bromfietspad'.
In Nederland worden voetpaden aangegeven met het verkeersbord G7, dat hieronder staat afgebeeld.
Aanliggend betekent dat het fietspad naast de rijbaan ligt en de buffer tussen de twee minder dan één meter bedraagt. We geven expliciet de voorkeur aan een fietspad dat iets hoger ligt dan de rijbaan.
Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
Een fietser heeft voorrang op een fietspad. Hij heeft integendeel geen voorrang op oversteekplaatsen die fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen moeten volgen om de rijbaan over te steken.
voorrang verlenen aan de fietsers en andere weggebruikers (zoals bv. skaters of rolstoelgebruikers) die op het fietspad rijden , ook al kom je als bestuurder zelf van rechts ten opzichte van wie zich op het fietspad bevindt. Dit is een belangrijke uitzondering op de algemene regel 'voorrang van rechts'.
Onder bestuurders vallen alle weggebruikers behalve voetgangers. Concreet betekent dit dat fietsverkeer hier wel voorrang heeft en voetgangers dus niet.
Bij de onderbroken rode fietspaden bij wegen van rechts heeft als het verkeer van rechts voorrang.
Wat is verplicht? een bel die tot 20 m ver te horen is; remmen op beide wielen; 's nachts of in geval van zichtbaarheid tot 200 m: wit of geel licht vooraan en rood licht achteraan (constant of knipperlicht, vastgehecht aan de fiets of gedragen door de fietser);
Door een deelstreep afgescheiden gedeelte van de rijbaan, waarop fietssymbolen zijn aangebracht en dat bestemd is voor (brom-)fietsers. Een fietsstrook is een gemarkeerd gedeelte van de rijbaan specifiek bedoeld voor fietsers. Het is daarmee wat anders dan een fietspad dat buiten de rijbaan ligt.
De openbare weg is precies wat het zegt: weg die voor iedereen openbaar is. Daaronder vallen autowegen en fietspaden, maar ook bermen en trottoirs. Dat wil dus zeggen dat alleen wegen en paden op eigen terrein niet onder de openbare weg vallen.
Een fietspad is geen rijbaan. Een weg met een fietspad aan weerszijden is dus niet een weg met meerdere rijbanen. Heeft een weg geen voetpad of trottoir, maar wel een fietspad, dan mogen ook voetgangers het fietspad volgen.
Voor fietsers gelden in principe dezelfde voorrangsregels als voor andere bestuurders : ze moeten voorrang geven aan wie van rechts komt, ze moeten aan iedereen voorrang verlenen wanneer ze een manoeuvre uitvoeren (b.v. van rijstrook veranderen of rechtsomkeer maken), ze moeten de stopborden respecteren evenals ...
Vaak is het asfalt van een fietsstrook rood. De rode kleur heeft geen wettelijke betekenis. Wanneer de strook alleen rood is, (in Nederland: zonder fietssymbool), dan wordt de strook officieel fietssuggestiestrook genoemd, en kunnen andere voertuigen er ook gebruik van maken.
Fietsers mogen op een fietspad altijd met twee naast elkaar rijden, behalve als een andere tweewieler hen wil inhalen, of als het tweerichtingsfietspad te smal is om te kruisen. Ook op de rijbaan mag je met twee naast elkaar fietsen.
Omdat de fietser een fout maakt en de automobilist niets te verwijten valt (overmacht), is de fietser aansprakelijk. De automobilist krijgt 100% van zijn schade vergoed. De automobilist rijdt op de rijbaan. Een fietser rijdt in de verkeerde rijrichting op het naastgelegen fietspad.
Het idee dat fietsers nooit schuld hebben bij een aanrijding met een auto, klopt niet. Onder fietsers vallen gewone fietsen en e-bikes met trapondersteuning tot 25km/u. De speciale bescherming van 'zwakke verkeersdeelnemers' wordt geregeld in Artikel 185 van de Nederlandse Wegenverkeerswet 1994 (art.
Alle fietsers in groep moeten zich aan de wegcode houden. Dit wil zeggen dat ze niet door het rode licht mogen rijden, de groep geen voorrang heeft aan een oversteekplaats voor fietsers en iedereen moet stoppen en voorrang verlenen aan een zebrapad waar voetgangers willen oversteken.
Het onverplichte fietspad mag u als fietser gebruiken. Brom- en snorfietsers met een benzinemotor mogen geen gebruik maken van dit fietspad. Ook al is het een onverplicht fietspad, gebruik als fietser dit fietspad wel. Het is veiliger dan op de weg te fietsen.
Een veilige breedtemaat in de bebouwde kom is 2,5 meter, buiten de stad is dat 4 meter voor een twee- richtingenpad. TNO bestudeerde met camera's het gedrag van fietsers op drukke fietspaden in de stad en in het buitengebied.
Met een klasse A moet je op het fietspad rijden. Met een klasse B mag je op het fietspad rijden waar de snelheid beperkt is tot 50 km/u. Je mag evenwel de fietsers hierbij niet hinderen. Op andere wegen moet je het fietspad gebruiken tenzij dit anders aangegeven wordt door verkeersborden.