Op kruispunten waar een doorlopend fietspad is, moet je als bestuurder (ook als fietser!) voorrang verlenen aan de fietsers en andere weggebruikers (zoals bv. skaters of rolstoelgebruikers) die op het fietspad rijden , ook al kom je als bestuurder zelf van rechts ten opzichte van wie zich op het fietspad bevindt.
De voorrang van rechts is universeel.
Ook op fietsers zijn de voorrangsregels van toepassing. Ook fietsers moeten dus voorrang verlenen aan het verkeer dat van rechts komt. Ook daar is een goede reden voor. Het verkeer is een kwestie van vertrouwen.
Bestuurders zijn alle weggebruikers, behalve voetgangers. Dus een fietser die links afslaat, moet een auto die dicht achterop komt en rechtdoor gaat, voor laten gaan.
Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan bestuurders die van rechts komen, dus ook aan fietsers. Bij een voetgangersoversteekplaats hebben fietsers geen voorrang. Fietsers zijn immers geen voetgangers. Fietsers vallen wel onder de zogenaamde zwakke verkeersdeelnemers, net als voetgangers.
Fietsers die rijden op een fietspad moeten bovendien stoppen voor voetgangers als het zebrapad het fietspad kruist. Voor alle duidelijkheid: als je fietst, ben je een bestuurder die deelneemt aan het verkeer. Als je de fiets aan de hand hebt, ben je een voetganger.
Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
Op het voetpad binnen de bebouwde kom? Binnen de bebouwde kom mogen fietsers niet op het voetpad rijden. Er bestaat een uitzondering op die regel voor kinderen die jonger zijn dan 9 jaar. Zij mogen wel op het voetpad rijden als hun fiets uitgerust is met wielen met een diameter van maximum 50 cm.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Bestuurders verlenen voorrang aan van rechts komende bestuurders. Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram.
Als er bijvoorbeeld haaientanden op jouw wegdeel staan, dan moet je altijd voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. Voetgangers op een zebrapad hebben wel altijd voorrang. Als je op een onverharde weg rijdt, moet je ook aan alle bestuurders van een verharde weg voorrang geven.
Je bent verplicht om het fietspad te gebruiken als er een is en het berijdbaar is. Het fietspad kan één of twee rijrichtingen hebben. Als het maar één rijrichting heeft, mag je het niet tegen de rijrichting gebruiken. Het is dan bedoeld voor de fietsers voor wie het rechts in de rijrichting ligt.
Met afslaan ga je van richting veranderen, je wijkt dus af van rechtdoor. Als bestuurder moet je het verkeer dat je op dezelfde weg tegemoet komt voor laten gaan. Dit geldt ook voor het verkeer dan zich naast, dan wel links of rechts dicht achter je bevindt.
Vaak is het asfalt van een fietsstrook rood. De rode kleur heeft geen wettelijke betekenis. Wanneer de strook alleen rood is, (in Nederland: zonder fietssymbool), dan wordt de strook officieel fietssuggestiestrook genoemd, en kunnen andere voertuigen er ook gebruik van maken.
De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer' geldt voor iedereen in het verkeer. Hier vallen voetgangers dus ook onder. Sla jij af? Dan moet jij iedereen –en dus ook voetgangers – voorrang verlenen.
'De Fietsersbond is geen voorstander van een maximumsnelheid op het fietspad', zegt Wim Bot van de Fietsersbond. 'Voor fietsen is er geen maximumsnelheid. Voor snorfietsen en speedpedelecs is die er wel. En bij gewone elektrische fietsen stopt de ondersteuning bij 25 kilometer per uur.
Bij de onderbroken rode fietspaden bij wegen van rechts heeft als het verkeer van rechts voorrang.
Je mag met de auto een fietsstraat inrijden, maar je mag er niet sneller rijden dan 30 km/u. In een fietsstraat mag je met de auto of andere motorvoertuigen geen fietsers inhalen.
Bestuurders moeten voetgangers op of voor een zebrapad die op punt staan over te steken, voor laten gaan. Is er geen oversteekplaats, dan zijn bestuurders niet verplicht je voor te laten gaan. Uitzondering hierop zijn blinden en slechtzienden met een blindengeleidestok en personen die zich moeilijk voortbewegen.
Als je haaientanden verkeer ziet betekent het dat je voorrang moet verlenen aan het verkeer op de kruisende weg. En dit geldt alleen voor bestuurders. voetgangers voorrang regels zijn anders, zij behoren niet tot bestuurders. Je ziet vaak genoeg ook een verkeersbord voor de haaientanden.
Ook bij een t-splitsing geldt dat verkeer van rechts voorrang heeft.
Je mag uit je zelf voetgangers altijd voorrang geven, al staat er een verkeersborden voorrang voor jou als bestuurder. Je mag het voor dat moment negeren. Vooral kinderen of ouderen kunnen liever voorrang krijgen. Als jij stopt zien de rest het gelijk in dat het nodig is.
In een fietsstraat wordt de straat zo ingericht dat de fietser er de 'hoofdgebruiker' is. De auto is er zeker welkom, alleen gelden hier andere verkeersregels dan in een gewone straat met gemengd verkeer. Als er geen voorrangsborden of verkeerslichten hangen, geldt de voorrang aan rechts.
Voor het gemak staan deze hieronder voor je op een rijtje: Bestuurders van rechts moet je altijd voorrang verlenen. Rechtdoor op dezelfde weg moet je voor laten gaan. De korte bocht moet je voor laten gaan.
Mag je zonder handen rijden op de fiets? Op de fiets en de brommer is het uiteraard verboden om te rijden zonder het stuur vast te houden. Sterker nog, je kan ook een boete krijgen door zonder de voeten op de pedalen te fietsen.
Plaats op de weg: Een fietser is verplicht op een fietspad te rijden als dat aanwezig is, is dat niet het geval dan moet er van de rijbaan gebruik gemaakt worden. Het voetpad is verboden terrein voor de fietser. Snelheid: Voor de normale fiets is er geen maximale snelheid.
De openbare weg is precies wat het zegt: weg die voor iedereen openbaar is. Daaronder vallen autowegen en fietspaden, maar ook bermen en trottoirs. Dat wil dus zeggen dat alleen wegen en paden op eigen terrein niet onder de openbare weg vallen.