De beste plaats voor een appelboom is een zonnige plaats. Appelbomen verdragen ook een plaats die half in de schaduw ligt. U kunt de boom het beste tussen november en maart planten, waarbij de plantafstand afhankelijk is van de maat die u koopt. Een laagstam heeft minder ruimte nodig dan een halfstam.
Alleen vruchten die voldoende van de zon kunnen profiteren, komen goed op smaak. Een boom in de schaduw groeit minder goed, levert minder lekkere en kleinere vruchten op en is gevoeliger voor ziekten. Toch is de ene fruitboom de andere niet. Peer, perzik en abrikoos hebben echt een zonnige en beschutte plek nodig.
Fruitbomen hebben veel zon nodig
Op een warme, zonnige plek lukt het zelfs om abrikozen, amandel, perzik of nectarines te kweken. Geef ze hierbij rugdekking van een zuidmuur of schutting. Appels en peren rijpen wel met minder zon. Knip eventueel wat blad weg, zodat de vruchten zo veel mogelijk zonlicht krijgen.
Bestuiving. De meeste appelrassen hebben kruisbestuiving nodig om appels te laten groeien. Dat betekent dat er een ander appelras nodig is voor een goede bevruchting. Ook zelfbestuivende rassen geven meer vruchten als er daarnaast kruisbestuiving plaatsvindt.
Kijk waar in de tuin je de fruitgaard wilt gaan aanleggen en kijk hoeveel uur zon er per dag is. Planten die volle zon nodig hebben, hebben minimaal 5 uur volle zon per dag nodig. Planten die halfschaduw nodig hebben, hebben maximaal 4 uur volle zon per dag nodig.
Nog kleiner dan een laagstam, zijn de zogenaamde mini fruitbomen, dwerg fruitbomen, of zuilfruit boompjes. Niet alleen vertakken ze al vanaf heel laag, maar ze blijven ook erg smal. Ideaal voor als je echt weinig ruimte hebt, of voor in een pot of bak. Zuilvormige fruitbomen worden ook wel Ballerina fruitbomen genoemd.
Wat telen: rabarber, appels, kersen, bladgewassen voor diepe schaduw, bessen, boerenkool, snijbiet, chinese kool, peterselie, zurkel, kervel, vroege snelrijpende erwten, sluimerwten. frambozen, rode bes, bramen, kruisbessen, witte bessen, blauwe bessen.
Het is belangrijk om de appelboom voldoende water te geven, zowel tijdens het planten als tijdens de eerste periode. De boom moet 'aanslaan' en heeft ongeveer dertig tot veertig liter water per week nodig.
Als je je fruitboom twee keer per week water geeft, zal hij heel blij zijn. Als de droogte aanhoudt, kunt u uw fruitboom ongeveer 2 keer per week water geven. Zelfs in de vroege groeifase na de winter kunt u de scheuten en bloemen 3 keer per week ondersteunen met water.
Een appelboom heeft in de regel geen kunstmest nodig en kan goed uit de voeten met gedroogde koemest. Zoals bij andere fruitbomen bemesten kun je de grond in februari verrijken met kalkkorrels. Hierdoor wordt de mest beter opgenomen.
Een boom die te hard groeit geeft te weinig vruchten. Naast snoeien wordt in de winter ook tijd vrijgemaakt om 'oude' bomen te vervangen door nieuwe bomen. Een appelboom gaat tussen de 12 en 15 jaar mee. Een perenboom gaat langer mee, 25 tot 30 jaar.
Voeding en verzorging van de appel
Een appelboom heeft een uitgebalanceerde samengestelde meststof voor fruit nodig, om te zorgen dat de boom langzaam groeit, voldoende blad krijgt, en vooral voor een goede bloei, vruchtzetting, rijping en smaak. Ook water geven is erg belangrijk, de grond mag nooit uitdrogen.
De Elstar appelboom geeft zeer makkelijk vrucht. Gala is een bekende appel in Nederland. Deze kleine, oranjegekleurde appel is vrij zoet van smaak en geeft vrij makkelijk vrucht. Toch is dit ras niet zelfbestuivend, en heeft dus een andere appelboom in de buurt nodig.
Frambozen (vooral herfstframbozen)
Toch zijn frambozen, en daarmee bedoel ik dan vooral frambozen die in het einde van de zomer rijp zijn, geschikt voor in de schaduwrijke tuin. Ook hier geldt dat de plant voor het beste resultaat goed gesnoeid en geleid moet worden.
Zones met meer dan zes uur zon zijn geschikt voor planten die volop zon vragen. Voor groenten is vooral bloemvorming en vruchtzetting problematisch in de schaduw. Het is niet verwonderlijk dat vooral vruchtgewassen (zoals courgette, komkommer, pompoen en tomaat), maar ook broccoli en slabonen, echte zonnekloppers zijn.
Lucky you Er zijn inderdaad groenten, kruiden en fruit die van flink wat zon houden. Denk aan vruchtgroenten zoals tomaat, peper, paprika, aubergine en komkommer. Of fruitboompjes zoals kiwi, vijg en abrikoos. Mediterraanse kruiden zoals salie, rozemarijn en tijm zijn ook dol op zon.
Fruitbomen plant je wanneer ze in rust zijn, van half oktober tot eind maart. De beste maanden zijn november en december omdat de bomen die in die periode geplant worden nog nieuwe wortels aanmaken. Opgelet: geen (fruit)bomen planten bij vorst!
In een kleine tuin is een laagstam (40 cm) of leivorm ideaal. Die neemt niet veel ruimte in. Een leivorm groeit tegen een schutting of muur aan. Minitree-appels groeien slank omhoog en hebben aan een halve vierkante meter genoeg.
Ook de fruitsoort bepaalt hoe groot jouw boom wordt. Als half- of hoogstam nemen kweepeer, pruim, perzik en abrikoos de minste ruimte in. De grootte van appel- en perenbomen is rasafhankelijk en een walnotenboom neemt de meest ruimte in.
Als je kiest voor een fruitboom zoals de Malus d. Gloster appelboom, heb je er dubbel plezier van. Deze boomsoort geeft heerlijk sappige appels met een prachtige, donkerrode kleur. Met een voedingsrijke bodem kun je rekenen op een zeer krachtige, snelgroeiende boom die ook geschikt is voor de kleine tuin.
Een niet te zure, humusrijke bodem is ideaal voor fruitbomen en fruitstruiken. Je kan een lichte korrelige structuur aan je grond geven door er een organische bodemverbeteraar of Horta kwaliteitspotgrond onder te mengen. Zo kan de grond veel zuurstof opnemen en voedingsstoffen en water beter vast houden.
Geschikte peren- en appelrassen:
Plant meerdere rassen door elkaar, dan is er een lagere infectiedruk van schimmelziekten! Gebruik geen sterkgroeiende hoogstammen of halfstammen voor een nauwe beplanting! Enkel zwakke of matig zwakke onderstammen zijn geschikt.