Je hebt geen examens in de B-stroom: je leerkrachten beoordelen op regelmatige tijdstippen wat je kent en kunt, dit heet permanente evaluatie.
In de BSO-richting werden de examens volledig afgeschaft, zij kennen enkel permanente evaluatie. Deze leerlingen hebben het dikwijls moeilijk met grote hoeveelheden in één keer te leren, zelfs al lukt het hun wel om de kleinere delen afzonderlijk te beheersen.
De B-stroom bestaat uit 1B en BVL, het Beroepsvoorbereidend Leerjaar. In de B-stroom zitten veel jongeren met leerstoornissen, met een leerachterstand of taalachterstand. Soms hebben ze een andere thuistaal dan het Nederlands en een geringe beheersing van de instructietaal en de schooltaal.
De school moet schriftelijk motiveren waarom u een B-attest krijgt. Wilt u toch het leerjaar overdoen, dan moet de delibererende klassenraad hiermee akkoord gaan. Kreeg u een B-attest met uitgebreide clausulering dan mag u altijd overzitten als u dat wil.
B-attest. De jongere krijgt een B-attest als hij geslaagd is maar voor 1 of meer vakken minder goede resultaten behaalde. De klassenraad beslist voor welke studierichtingen/basisopties de jonger wordt uitgesloten.
Leerkrachten zouden vaker kleinere toetsen moeten geven, zo onthoud je de dingen beter. Blijven zitten demotiveert en helpt leerlingen niet. Blijven zitten voor maar 1 vak is al helemaal belachelijk! Toetsen moeten ook gaan over relevante leerstof en hoeven niet te bulken van de instinkers.
Ja, dat mag. Als je minstens 18 jaar, en dus meerderjarig bent, mag je jezelf inschrijven in een school en dus je eigen richting kiezen.
De A-vakken maken de kern uit van je studierichting. Voor deze vakken moet je altijd slagen. Voor B-vakken mag je wel enkele onvoldoendes hebben. We kunnen je delibereren zodat je toch geslaagd bent.
Je kunt starten in het 2de leerjaar van de 2de graad (4 BSO) als je ofwel: geslaagd bent in het 1ste leerjaar van de 2de graad (3 ASO, TSO, KSO, BSO). Je beschikt dus over een oriënteringsattest A of B. Ingeval van een B-attest word je niet toegelaten tot bepaalde studierichtingen.
In het vijfde jaar middelbaar is een B-attest en dus een heroriëntering naar een andere richting niet meer mogelijk voor leerlingen die niet slagen voor een vak. In uitzonderlijke gevallen kan de klassenraad beslissen om een herexamen te organiseren, maar al jaren zijn de scholen de herexamens aan het afbouwen.
Het belangrijkste verschil tussen basis- en kaderberoepsgericht is het niveau waarop de lesstof wordt aangeboden. Met de basisberoepsgerichte leerweg kun je naar niveau 2 van het mbo. De kaderberoepsgerichte leerweg geeft je toegang tot niveau 3 of 4 van het mbo.
De A-stroom is dus bedoeld als een grote gemeenschappelijke brede eerste graad, de b-stroom voor een kleine groep leerlingen met specifieke noden (bijvoorbeeld niet geslaagd in het lager onderwijs).
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Bij B-vakken is er na een buis kans op deliberatie. Zo kan je met minder dan 50% toch slagen voor die vakken. Tel het aantal B-vakken in je studierichting. Dat aantal bepaalt hoeveel buispunten je hebt.
In het BSO bestaan heel wat 7e jaren (derde leerjaren van de derde graad BSO). Het volgen van zo'n jaar levert je niet alleen een doorgedreven specialisatie in je vakdomein, maar ook een diploma secundair onderwijs.
De logische onderbouw is de richting Humane wetenschappen in de 2de graad ASO. Alle studierichtingen van het Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) bereiden enkel voor op verder studeren in het hoger onderwijs.
De opstroomoptie is bedoeld voor leerlingen die na 2B willen doorstromen naar 2A of naar het derde jaar ASO, KSO of TSO. Sommige basisopties worden opgedeeld in pakketten. De school kan leerlingen laten kennismaken met de volledige basisoptie of met één of meer pakketten.
Een B-attest betekent dat je geslaagd bent, maar voor 1 of meer vakken minder goede resultaten haalde. De klassenraad beslist dat je uitgesloten wordt van 1 of meer studierichtingen/basisopties. De school moet schriftelijk motiveren waarom je een B-attest krijgt.
SO: Eerste graad
De 1e graad bestaat uit 2 leerjaren: 1A en 1B. Je start automatisch in 1A als je je getuigschrift basisonderwijs hebt behaald. Je start automatisch in 1B als je dit getuigschrift niet hebt behaald. Je bouwt verder op wat je geleerd hebt in de lagere school.
Als u niet geslaagd bent voor een vak, dan kunt u (als u nog een examenbeurt over hebt voor dat vak) het examen opnieuw afleggen. U moet het examen opnieuw afleggen binnen de 4 maanden. U krijgt 3 examenbeurten per vak per jaar.
Om een diploma hoger onderwijs te behalen (bachelor of master), kunt u drie soorten studiecontracten afsluiten met een universiteit of hogeschool: een diplomacontract. een creditcontract. een examencontract.
Een van de meest voor de hand liggende opties om alsnog je diploma te behalen als je gezakt bent, is het overdoen van het hele examenjaar. Dit kan bij je eigen school, het vavo of een privéschool. Het hele jaar overdoen kan een goede optie zijn als je voor meerdere vakken een (zware) onvoldoende hebt behaald.
Het ASO legt vooral een stevige basis voor het volgen van hoger onderwijs en de meesten kiezen er dan ook voor om verder te studeren na het ASO. In het technisch secundair onderwijs (TSO) gaat de aandacht vooral naar algemene en technisch-theoretische vakken.
Het kan zijn dat je kind in het secundair onderwijs wil veranderen van studierichting, onderwijsvorm (ASO, TSO, KSO, BSO) of leerjaar. Dit kan in dezelfde school zijn maar ook als je kind van school verandert. Dit is wel aan een aantal voorwaarden gebonden.
Na het KSO kan de jongere een beroep uitoefenen of overstappen naar het hoger onderwijs. Het TSO besteedt aandacht aan algemene en technisch-theoretische vakken. Na het TSO kan de jongere een beroep uitoefenen of overstappen naar het hoger onderwijs. Bij deze opleiding horen ook praktijktlessen.