Voor vogels en andere dieren is water in winter net zo belangrijk als in de zomer. Als het niet sneeuwt, is er in dit seizoen ook moeilijk water te vinden, waardoor vogels in de problemen kunnen komen. Zet dus zeker een kommetje water buiten.
Een dag niet eten en drinken betekent voor een klein vogeltje al vaak dat ze flink verzwakt zijn. Tezamen met een opgelopen infectie is dit bij een klein vogeltje meestal al snel fataal.
De eenvoudigste manier om in water te voorzien is een vogelbadje, maar tuinvijvers met ondiepe oevers bieden dezelfde faciliteiten en kunnen daarnaast waterdieren huisvesten, zoals kikkers en salamanders. Kleine vogels, vooral de soorten die op droog zaad foerageren, moeten regelmatig drinken.
Winter: voer en water
Ze kunnen ieder extraatje gebruiken: zadenmengsel, fruit en als extra energiebron kunt u vetbollen en pinda's ophangen. Bij lichte vorst mag u vers drinkwater aanbieden. Vogels badderen daar ook in.
Vogels hebben ook behoefte aan water. Niet alleen om te drinken, maar ook om in te badderen. Zet daarom een schaal met water neer en ververs dit dagelijks. Geef - met name in de winter - geen warm water.
5 tips om vogels te voederen
Na een lange, koude nacht hebben vogels behoefte aan een stevig ontbijt en tegen de avond eten ze hun buikje rond om de nacht door te komen. Strooi niet te veel, dat kan muizen en ratten aantrekken. Geef geen voedsel waarin zout is verwerkt of kaas of brood.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Ook vogels houden van een veelzijdig menu. Voer bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en appels. Geef geen vloeibare olie, margarine en zoute producten.
Er zijn wel andere trucjes om het water niet te laten bevriezen: giet bijvoorbeeld zoutwater in een plastic flesjes en laat die op de waterbak drijven. Dat creëert een constante beweging in de waterbak, waardoor het water voor de vogels minder snel bevriest in de winter.
De vogels moet snel weg kunnen vliegen als ze dat willen. Leg als het nodig is kleine stenen en kiezels op de bodem. Vul de bak met een laagje water. Niet te veel, het water moet ondiep zijn.
Hoi, Vogels drinken 5-10% van hun lichaamsgewicht per dag, afhankelijk van de omstandigheden. Bij kleinere vogels is de vochtopname relatief groter. Bij valkparkieten gaat dit dus meer richting de 10%.
Een vogelbadje moet op een beschutte plaats staan. Niet te dicht bij het raam want dan durven de meeste vogels niet. Ze kijken ook eerst letterlijk de kat uit de boom. Vogels moeten zich veilig voelen tijdens het baden.
Badderen is namelijk absoluut onmisbaar voor vogels en niet alleen om te drinken of af te koelen. Ze maken hun veren namelijk ook schoon met water en vetten ze daarna in. Dat vet is afkomstig van hun stuitklier – net boven de staart – en lijkt gemakkelijker te verspreiden over natte veren.
Nu zomerse temperaturen zich aandienen, hebben vogels extra water nodig, dus help ze daaraan. Houd er wel rekening mee dat ze bang zijn voor diep water en dat sommige plekken geschikter zijn voor een waterschaal dan andere. Net als mensen moeten vogels op warme dagen extra drinken om niet uit te drogen.
Heb je restjes eten over? Veel keukenrestjes zijn prima en kan je geven aan de tuinvogels. Wat je niet mag geven zijn restjes met veel zout of kruiden of restjes die beschimmeld zijn. Vetrandjes, gekookte aardappelen, gekookte rijst of fruit zullen je tuinvogels heerlijk vinden en zijn ook nog eens goed voor ze.
Honing verstrekken aan onze vogels betekent ook de medicinale stoffen van de planten waaruit de honing is gewonnen benutten. Honing van paardenbloemen, als voorbeeld, bevat veel eiwitten wat het broeden bevordert. Zo heeft iedere honing zijn werking op het lichaam.
Kou kost vogels extra energie om warm te blijven. Ze beschikken over een uitstekende isolatielaag; dons geldt als een van de best isolerende materialen ter wereld en de buitenlaag van veren maakt dat vogels veel kunnen hebben. Maar de interne kachel moet wel blijven branden en daar is voedsel voor nodig.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Het gehoorbereik van vogels verschilt per soort, maar is vergelijkbaar met dat van mensen (20-20.000 hertz). Vogels kunnen tóch veel beter horen, want ze kunnen beter details onderscheiden (grotere gehoorscherpte). Vogels zijn vooral ontvankelijk voor geluiden die dezelfde toonhoogte hebben als hun eigen geluiden.
Gevaar op verstrikking
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting. Ook kunnen wat grotere vogels, zoals meeuwen, de hele bol met net en al in één keer doorslikken.
Hoe weten vogels waar eten is? Vogels doen niets anders dan de hele tijd in de gaten houden of er ergens gezonde voeding te halen valt. Ze kunnen het zien en ruiken, maar houden daarbij ook andere vogels in de gaten. Zodra ze zien dat er ergens 'wat te halen valt' gaan ze snel een kijkje nemen.
Overvoeren kan bijna niet, omdat vogels stoppen met eten als ze verzadigd zijn. Maar als de hele tuin al vol ligt of staat met voedsel, kun je natuurlijk best even wachten met bijvoeren. En geen zorgen, vogels zullen het zelf zoeken van voedsel heus niet verleren: dit zit namelijk in hun genen.