Veel mensen denken dat voetgangers hier overal voorrang hebben. Dit is echter niet juist. Binnen een zone 30 gelden dezelfde verkeersregels als erbuiten, alleen is de toegelaten snelheid beperkt. Wel wordt een zone 30 ingericht zodat voetgangers er op een veilige manier gebruikmaken van de gehele publieke ruimte.
Het begin en einde van een 30km/uur-gebied moeten duidelijk herkenbaar zijn door een poortconstructie: met borden, ondersteund door een in- en uitritconstructie. Binnen een 30km/uur-gebied heeft verkeer van rechts voorrang; er zijn in beginsel geen voorrangswegen of -kruispunten.
De voorrangsregels voor bestuurders gelden niet voor voetgangers. Je mag als voetganger voorgaan in situaties waarop je rechtdoor gaat op dezelfde weg of als je blind, slechtziend of moeilijk ter been bent. Als er geen stoep of voetpad is, mag je gebruikmaken van het fiets- of bromfietspad.
Gaat een voetganger rechtdoor op het kruispunt, dan heeft deze voorrang op het overige verkeer. Maar slaat de voetganger af, dan is er geen voorrang voor de voetganger op het kruispunt.
Als je een bijzondere manoeuvre uitvoert, een uitrit verlaat of een inrit inrijdt, moet je voetgangers voor laten gaan. Voetgangers op een zebrapad moet je voor laten gaan als ze oversteken of op het punt staan om over te steken. Wie een zebrapad gebruikt of aanstalten maakt om het te gebruiken heeft altijd voorrang.
Op een woonerf gelden de gewone voorrangsregels. Fietsers en voetgangers hebben dus geen voorrang op een woonerf; Bij het inrijden en verlaten van een woonerf gelden geen afwijkende voorrangsregels.
Gelijkwaardig kruispunt in het verkeer
Het is heel belangrijk om te weten dat de voorrangsregels bij kruispunten alleen gelden voor bestuurders en niet voor voetgangers. De voorrangsregel 'rechtdoor op dezelfde weg gaat voor', geldt ook voor voetgangers.
Rechtdoorgaand verkeer heeft voorrang
Deze regel geldt ook voor voetgangers. Dat wil zeggen dat als een auto afslaat, hij voorrang moet verlenen aan wie rechtdoor gaat. Ook aan rechtdoorgaande voetgangers moet de automobilist dus voorrang verlenen.
Mensen met skeelers, rolschaatsen, skateboard, kinderwagen, step of skelter zijn voetgangers. Ook de bestuurder van een gehandicaptenvoertuig die zich op het trottoir of voetpad begeeft, of oversteekt van het ene naar het ander trottoir/voetpad wordt gezien als voetganger.
Volgens artikel 12.3.1 van het wegverkeersreglement (wegcode) dient elke bestuurder voorrang te verlenen aan de weggebruiker die van rechts komt, behalve indien hij op een rotonde rijdt of indien de bestuurder die van rechts komt uit een verboden rijrichting komt.
Volgens de wet zijn voetgangers en fietsers namelijk gelijk aan elkaar in het verkeer. Dit geldt ook als een voetganger wordt aangereden op het fietspad. Had u voorrang maar kreeg u dit niet? Of veroorzaakte de fietser een gevaarlijke situatie?
Op smalle wegen heeft zwaar verkeer voorrang op licht verkeer. Net als in Frankrijk en Duitsland wordt er niet met haaientanden, maar met een dikke onderbroken streep aangegeven dat je de bestuurders op de kruisende weg voorrang moet geven.
De maximumsnelheid is 20km/u en bestuurders mogen voetgangers niet hinderen of in gevaar brengen, zelfs als dat betekent dat ze moeten stoppen. Voetgangers mogen de volle breedte van de openbare weg gebruiken als ze daarbij het verkeer niet onnodig hinderen en ook spelen is toegestaan.
Een 30km/uur-gebied wordt ook wel een 'zone 30' of 'verblijfsgebied' genoemd. Het gebied ligt meestal binnen de bebouwde kom en bestaat uit aaneengesloten erftoegangswegen met een snelheidslimiet van 30 km/uur. De gebieden hebben een verblijfsfunctie waar langzaam en gemotoriseerd verkeer mengen.
Met skates, skeelers, inlineskates, rolschaatsen, een step of een skateboard bent u voor de wet een voetganger. U moet zich dus houden aan de verkeersregels voor voetgangers.
Let op: de voorrangsregels gelden niet voor voetgangers. De voetganger moet dus de auto en fietsers uit de onverharde weg voor laten gaan. Aan bestuurders van rechts op een onverharde weg hoeft u geen voorrang te verlenen.
“Er geldt een aantal basisregels in het verkeer. Zo moeten voetgangers gebruikmaken van een trottoir of voetpad. Als dit niet beschikbaar is, mag er op het (brom-)fietspad gelopen worden. Ontbreekt ook een fietspad, dan mag de voetganger gebruikmaken van de berm of de uiterste zijde van de rijbaan.
Een voetgangersoversteekplaats (zebrapad) is herkenbaar aan de in dwarsrichting van de rijbaan, fietspad of fiets-/bromfietspad aangebrachte markering die bestaat uit brede witte en donkere strepen. Deze oversteekplaats wordt meestal aangeduid door bord L2.
Een voetganger krijgt altijd voorrang bij een zebrapad. Behalve indien het hem toegestaan is door verkeerslichten, mag een voetganger zich echter niet op een oversteekplaats voor voetgangers begeven waarover een tramspoor of een eigen trambedding loopt, wanneer een tram nadert.
Als fietser heb je geen voorrang op een zebrapad. Wil je toch genieten van deze voorrang, stap af en steek de straat te voet over. Wil je over het zebrapad fietsen, wacht totdat je op een veilige manier kan oversteken zonder hierdoor andere weggebruikers te hinderen.
De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer' geldt voor iedereen in het verkeer. Hier vallen voetgangers dus ook onder. Sla jij af? Dan moet jij iedereen –en dus ook voetgangers – voorrang verlenen.
Als er op een kruispunt niets is geregeld op het gebied van de voorrang, bijvoorbeeld door borden of tekens op het wegdek, dan geldt automatisch de hoofdregel van de voorrang. Onthoudt dat de hoofdregel van de voorrang dus zegt dat bestuurders van rechts voorrang genieten op andere bestuurders op dat kruispunt.
In een doodlopende weg kunnen andere weggebruikers je tegemoetkomen. Deze weg mag namelijk door bestuurders in beide richtingen worden gebruikt, daarom moet je goed opletten. Zo kunnen auto's van hun oprit wegrijden en uitgezonderd verkeer zoals fietsers kunnen je ook tegemoet rijden.