De baby's hebben een eigen vruchtzak en delen samen 1 moederkoek (placenta). De tweeling is dan 1-eiig. Ze hebben hetzelfde erfelijke materiaal. Via hun navelstreng krijgen beide baby's zuurstof en voeding van dezelfde moederkoek.
Twee-eiige tweelingen hebben altijd elk zowel een eigen placenta (moederkoek) als een eigen vruchtzak. Dit heet een “dichoriale” tweeling. De kans op een eeneiige tweelingzwangerschap is ongeveer 0,5%. Sommige eeneiige tweelingen hebben ook elk hun eigen placenta en vruchtzak (en zijn dus dichoriaal).
Bij een tweeling kunnen de baby's: allebei een eigen moederkoek hebben. of samen 1 moederkoek hebben.
Hoe weten we nu of de tweeling een- of twee-eiig is? Twee kinderen met een verschillend geslacht zijn altijd twee-eiig. Twee kinderen van hetzelfde geslacht met ieder twee vruchtvliezen kunnen zowel een- als twee-eiig zijn. Bij slechts één vlies is er altijd sprake van een eeneiige tweeling.
Voor het eerst is een eeneiige tweeling ontdekt in de baarmoeder die níet hetzelfde is. Dat noemen ze een semi-identieke tweeling.
Twee zussen in Japan zijn met hun 107-jarige leeftijd zover bekend de oudste eeneiige tweeling ooit. Umeno Sumiyama en Koume Kodama zijn deze week officieel opgenomen in het Guinness Book of World Records.
Als na de geboorte onduidelijk is of het een een- of twee-eiige tweeling betreft, kan soms het bloed van beide navelstrengen worden onderzocht op bloedgroep en resusfactor. Verschillen deze, dan is de tweeling in elk geval twee-eiig.
Alamjan's afwijking foetus in foetu is een zeldzame fout die optreedt bij eeneiige tweelingen. Bij deze afwijking wordt de ene foetus 'ingekapseld' (omsloten) door de andere, waarbij de ingekapselde foetus begint te parasiteren. Artsen begrijpen nog niet precies hoe de ene foetus de andere inkapselt.
Vingersporen verschillen wel bij tweelingen. Ander forensisch sporenonderzoek, zoals bijvoorbeeld vingersporenonderzoek, kan bij eeneiige tweelingen wel uitsluitsel geven over wie het spoor achterliet. Eeneiige tweelingen hebben immers niet dezelfde vingerafdruk.
Twee-eiige tweelingen
Twee-eiige (of dizygote) tweelingen ontstaan uit de bevruchting van twee verschillende eicellen door twee verschillende zaadcellen. Die kinderen delen evenveel genetisch materiaal als gewone broers en zussen. Ze kunnen van hetzelfde of verschillend geslacht zijn.
Het krijgen van een twee-eiige tweeling is erfelijk bepaald.
Een twee-eiige tweeling kan hetzelfde geslacht hebben, maar het kan ook een jongen en een meisje zijn. A; Er zijn 2 placenta's en het tussenschot tussen de baby's bestaat uit 4 lagen. Dit kan zowel een één- als een twee-eiige tweeling zijn.
Tweelingen worden meestal geboren tussen 36 en 38 weken. Als de onderste baby met het hoofd naar beneden ligt, kun je via de vagina bevallen. Als de onderste baby met de billen naar beneden ligt, bepaal je samen met de arts hoe je bevalt: via de vagina of met een keizersnede.
Het is vrij zeldzaam, maar een zwangerschap van een tweeling van twee vaders is wel mogelijk. Het kan gebeuren als een vrouw in dezelfde menstruatiecyclus seks heeft gehad met twee mannen én beide keren een eitje werd bevrucht.
Ongeveer 6 weken na de bevalling kun je weer seks hebben omdat je baarmoeder dan weer hersteld is en het bloedverlies is gestopt. Je kunt dan wel weer voor het eerst menstrueren en dus ben je weer vruchtbaar. 4 weken na de bevalling kun je alweer zwanger worden.
De eisprong voelt als wat pijn in je onderbuik: een stekend gevoel ter hoogte van een van de twee eierstokken. Je voelt het dus laag onderin je buik, en de pijn of het gevoel is te vergelijken met wanneer je ongesteld moet worden.
Erfelijkheid speelt dus zeker een rol bij het krijgen van een twee-eiige tweeling. Zijn er tweelingen in de familie of maak je deel uit van een twee-eiige tweeling, dan heb je zelf een grotere kans om meer dan één baby op de wereld te zetten. Die genetische aanleg erf je voornamelijk via moederskant.
Eeneiige tweelingen (monozygote)
Eeneiige tweelingen, of een monozygote tweeling, ontstaan wanneer een bevruchte eicel in twee splitst en uitgroeit tot twee aparte embryo's. Deze baby's hebben hetzelfde geslacht, delen dezelfde bloedgroep en hebben dezelfde fysieke kenmerken.
Eeneiige tweelingen hebben identieke standaard DNA-profielen. Als een tweeling betrokken raakt bij een misdrijf, kan dit tot problemen leiden in het strafrechtelijk onderzoek. De individuen zijn immers op basis van hun DNA niet te onderscheiden.
Zelfs een genetisch identieke tweeling heeft verschillende vingerafdrukken. Dit fijne patroon ontstaat namelijk in de baarmoeder op geheel willekeurige wijze. Zelfs eeneiige tweelingen, die 100 procent identieke genen hebben, hebben niet dezelfde vingerafdrukken.
Hoe lang dit duurt, is meestal moeilijk te voorspellen: soms gebeurt het na een paar dagen, maar het kan ook een paar weken duren. Een andere mogelijkheid is het op gang brengen (inleiden) van de bevalling. Voordat dit gebeurt, krijgt u vaak het advies nog enige tijd naar huis te gaan.
Met elke baby erbij, gaan er ongeveer 3 weken af van de gemiddelde zwangerschapsduur. De gemiddelde eenling wordt geboren na 40 weken, de gemiddelde tweeling na 37 weken en de gemiddelde drieling na 34 weken zwangerschap.
Als men zeer vroeg in de zwangerschap (bijvoorbeeld voor 7 weken) een meerling ziet, groeit bij zo'n 10-20% van de zwangerschappen één van de zwangerschappen niet door en eindigt in een miskraam. Soms kan er vaginaal bloedverlies optreden, maar vaak gaat het embryo in de baarmoeder in regressie.
Als uw bloedgroep Rhesus D negatief of Rhesus C negatief is, kan uw lichaam antistoffen gaan aanmaken tegen het bloed van uw kindje. Tijdens de zwangerschap kan bloed van het kind in het bloed van de moeder komen. Bij de geboorte is de kans dat dit gebeurt zelfs vrij groot.
Een donor met bloedgroep AB noemen we 'de universele ontvanger'. Deze donor kan uitsluitend aan een patiënt met bloedgroep AB doneren. Wanneer een patiënt met bloedgroep AB zelf een orgaan nodig heeft, kan hij ontvangen van de bloedgroepen A, B, AB en 0.