De braam dient bij voorkeur van de winter tot het vroege voorjaar te worden geplant op een beschutte, zonnige of licht beschaduwde plaats. De grond bevat bij voorkeur voldoende voeding, is doorlatend en vochtig.
Weinig schaduw omdat de meeste soorten geen uitgesproken schaduwbomen zijn (zoals de beuk, Am. eik en douglas). Bramen zijn op veel plaatsen onderhand een plaag geworden. Een paar struiken en wat lage ranken zijn welkom, maar als het grotere oppervlakken beslaat bemoeilijken ze de toegankelijkheid voor onderhoud.
Groeiwijze. De braam (Rubus fruticosus) is een sterk groeiende plant met een enorme neiging tot woekeren. Je hoeft je dus geen zorgen te maken of bramen goed zullen groeien. Het is meer een kwestie van de plant in toom houden om te voorkomen dat je tuin in een bramenjungle verandert.
Bramen groeien aan een struik die behoorlijk groot kan worden. De bloemen en vervolgens bramen voor volgend jaar verschijnen aan de takken die dit jaar zijn gemaakt. Ze groeien vaak al tijdens de bloei en oogst van de bramen van dit jaar en steken vaak stijf boven de rest van de struik uit.
Bramen kunnen heel lang op dezelfde plek blijven staan (10-15 jaar). Het kan raadzaam zijn om op arme bodems jaarlijks te bemesten met kompost.
De braam dient bij voorkeur van de winter tot het vroege voorjaar te worden geplant op een beschutte, zonnige of licht beschaduwde plaats. De grond bevat bij voorkeur voldoende voeding, is doorlatend en vochtig. Bij het planten moeten de wortels worden verspreid en aangedrukt.
Bramen zijn niet erg kieskeurig en groeien op elke grondsoort, al hebben ze een lichte voorkeur voor licht kalkhoudende gronden. Op zure gronden kun je dus elk jaar het beste wat kalk strooien om aan die wens tegemoet te komen. Bramen staan graag in de zon, al doen ze het op een halfbeschaduwde plaats ook goed.
De braam heeft het liefste voedsingsrijke goed doorlatende ietwat vochtige grond en kan goed in de zon, halfschaduw en zelfs volle schaduw overleven. Hoe meer zon hoe meer vruchten je er over het algemeen van kan plukken. De plant kan gaan woekeren als je deze teveel vrije ruimte laat.
Planten die bessen of vruchten dragen zijn ook gevoelig voor zonnebrand: bramen, herfstframbozen, kruisbessen, rode aalbessen, witte trosbessen, ... Foto: Hitteschade na door te felle zon. Rijpe bramen kunnen na een hittegolf witte vlekken vertonen en smaken niet lekker meer.
Na de oogst (of tot begin winter) kun je bramen en frambozen snoeien: knip alle stengels die vruchten gaven laag bij de grond weg. Bind dan meteen de nieuw gevormde eenjarige stengels van dat seizoen aan.
Onder het kroontje willen nog wel eens wormpjes voorkomen. In de winkel komt u dat zelden tegen, maar bij zelfgeplukte bramen wel. Als u ze tegenkomt legt u de bramen even in zout water. Spoel ze daarna goed af en alle wormpjes zijn er uit.
Taybessen zijn een kruising van bramen en frambozen. Bij slechte groei kunnen de vruchten abnormaal klein blijven.
Oorzaak is de braamgalmijt. Dit beest legt haar eitjes in de bloem. De jonge mijten zuigen aan verschillende delen van de plant, maar alleen de vruchten ondervinden daar schade van. In de bessen scheiden ze een stof af waardoor de braam niet verder rijpt !
Leid de braam langs een latwerk of langs draden die je aan een zonnige muur bevestigt, zodat de vruchten goed rijpen. Het mooie van bramen is dat je aan één struik tegelijkertijd bloemen, onrijpe vruchten en rijpe vruchten kunt zien. Daarom worden bramenranken ook vaak in schikkingen gebruikt.
De braam geeft pas na augustus vruchten. De vogels die de braam eten zijn de goudvinken, vos en das. De braam is niet alleen voor vogels een voedingsbron maar ook voor nachtvlinders.
Waarom zijn bramen goed voor je gezondheid:
Bramen zitten tjokvol vitamines. Zo bevatten ze vitamine E en vitamine C, welke beiden als antioxidant je lichaamscellen helpen beschermen tegen schadelijke vrije radicalen.
Het opbinden van bramen en frambozen kun je tegen een schutting, muur of pergola doen. Ook kun je zelf een eenvoudige constructie maken waar je de scheuten op kunt binden. Gebruik hiervoor palen die je met een afstand van 3 meter van elkaar in de grond slaat. Vervolgens span je draden tussen deze palen.
Zomerstekken van bramen:
De beste stektijd is augustus-begin september. Men kan stekken met één oog (knop) en met twee ogen (knoppen) gebruiken (= lidstek). De steklengte is ca 10 cm. Knip de stekken onder en boven een blad af en verwijder de onderste bladeren.
Bramen hebben een zoete, sappige en soms iets zure smaak. Je kunt ze lekker uit de hand eten, maar ook gebruiken voor heerlijke gerechten. Verwerk ze bijv. in een fruitsalade, smoothie (bowl) of als garnering op ijs, taart of gebak.
De gewone braam (Rubus fruticosus) is een in heel Europa inheemse plant die met name langs bosranden voorkomt. De plant is een heester die 2 tot 6 meter hoog wordt. Elk jaar worden nieuwe stengels gevormd. Alleen de tweejarige stengels dragen vrucht, waarna deze afsterven.
Bramen worden overal aangetroffen op lichtzure tot zure grond. Bramen groeien op voedselarme grond, maar ook op omgewerkte voedselrijke grond. De soort prefereert een stikstofrijke grond. Oorspronkelijk kwam de soort hierdoor vooral voor op open, zonnige plaatsen in beuken- en berkenbossen.
In het voorjaar (maart) kunnen de frambozen een geringe hoeveelheid organische mest krijgen, zoals koemestkorrels, oude stalmest of compost. Veel mest heeft een framboos niet nodig, ook zonder uitgebreide bemesting zullen de planten goed groeien.
Insecticiden tegen bramengalmijt zijn momenteel niet beschikbaar. Wel blijkt spuitzwavel te werken al heeft dit middel, zeker bij gebruik in kassen, het nadeel van fytotoxiciteit. Andere maatregelen die genomen kunnen worden zijn: het verwijderen van aangetaste vruchten om de populatie mijten laag te houden.
Wildplukken is in Nederland verboden en bij een overtreding kun je een fikse boete krijgen. Máár een kleine hoeveelheid plukken voor eigen gebruik wordt meestal gedoogd. Pluk dus nooit meer dan ongeveer een champignonbakje vol per persoon en wees altijd respectvol voor de natuur.