Aardappelen zijn een kalibehoeftig gewas. Kalium (K) zorgt voor de aanmaak en transport van zetmeel en suikers en voor de waterhuishouding. Kalium heeft een positieve invloed op de opbrengst (zowel totale opbrengst als aandeel grove knollen).
kalk strooien op aardappelland wordt afgeraden, aardappelen vertonen dan eerder schurftplekken op de schil. Dit is overigens niet gevaarlijk voor de consumptie.
Een flinke bemesting met compost of verteerde stalmest is voldoende om aan de behoefte van een aardappelteelt te voldoen. Aardappels hebben een relatief hoge kalium behoefte. Een te hoge stikstof bemesting kan averechts werken, doordat het loof zich te sterk ontwikkeld ten koste van de knollen.
Groenten die veel kalk nodig hebben (1-1,5 kg/10 m²): Bladgroenten, zoals: sla, spinazie, selder, veldsla, peterselie, prei … Koolgewassen, zoals: witte kool, rode kool, bloemkool, spuitkool, savooikool …
aardappelen houden van een losse grond. In een losse grond kunnen aardappelen ook goed groeien zonder misvormingen. Wanneer je grond goed luchtig gemaakt is kun je greppels maken. Je afstand tussen de greppels is uiteraard ook de afstand van je rijen.
Wil je grotere aardappels telen, dan oogst je pas als de plant geel wordt en afsterft: in juli of augustus. Aardappels oogsten: altijd leuk! Pas op dat je bij het oogsten de aardappels niet beschadigt want dan kan je ze niet meer bewaren.
Een flinke bemesting met compost of verteerde stalmest is voldoende om aan de behoefte van een aardappelteelt te voldoen. Aardappels hebben een relatief hoge kalium behoefte. Een te hoge stikstof bemesting kan averechts werken, doordat het loof zich te sterk ontwikkeld ten koste van de knollen.
Zuurminnende planten houden niet van kalk, denk aan heide, veenbes en rododendron. Kalk verspreidt zich ook door de bodem, dus zorg dat je flink ver van deze planten blijft tijdens het strooien.
Let op: hortensia's , azalea's en heideplanten zijn zuurminnende planten. Voor deze planten is bekalken niet nodig. Overige planten als buxus, taxus, rozen, sierstruiken, etc.
Dat pootaardappeltje maakt spruiten, vormt een nieuwe plant en er groeien in de grond nieuwe aardappelen aan, soms wel 8 of 10 stuks. Die nieuwe aardappelen moet je dan weer uit de grond halen, dat heet aardappelen rooien.
Aardappelen hebben niet super veel water nodig. Wanneer het erg warm is kun je de aardappelen 1 keer per week water geven. Is het niet super warm dan is een keer per 2 weken voldoende. (De aardappelen hoeven namelijk niet continue onder water te staan maar hebben wel water nodig om te groeien).
Wanneer aardappels poten? Als u zelf aardappelen wilt planten, dan poot u ze bij voorkeur tussen juni en oktober. De bodem dient voldoende bemest en los te zijn. Een vaste structuur is voor de late aardappelsoorten echter geen probleem.
Kalk is een ideaal middel om de zuurtegraad in je moestuin snel weer op peil te brengen. Een juiste zuurtegraad (pH) van de grond is nodig voor een vlotte opname van de voedingselementen en een goede groei.
Een te lage pH is niet goed (te zuur) en te hoge pH ook niet ( te basisch). Dus u moet er perfect tussenin zitten, voor een groentetuin wordt een pH van 6 – 6.5 vooropgesteld. Door de zure regen en het bodemleven verzuurt de bodem elk jaar een beetje, dus moet u ook elk jaar een beetje kalk gooien – in theorie :-).
Frambozen kan u beter ook geen (of heel weinig) kalk geven. Frambozenplanten houden van lichtzure grond. Ook champost kan u beter NIET geven aan frambozen. KALKMINNENDE PLANTEN DIE VAN EXTRA KALK HOUDEN.
Tomaten hebben kalk nodig. Drie of vier verpulverde eierschalen per plantgat doet de plantjes goed. Verzamel dus een paar dagen je eierschalen. Was ze in warm water, leg ze te drogen op een stukje keukenpapier en vermaal ze in een keukenmachine of vijzel.
Maart: verticuteren
Heb je in februari geen kalk gestrooid, dan kun je dit aan het begin van maart nog doen. Mocht het gazon wat aan de lange kant zijn, dan kun je voor de eerste keer maaien. Hierna kun je het gazon voor de eerste keer verticuteren. Doe dit alleen bij gazons die ouder zijn dan drie jaar.
Maar let op: strooi je ieder jaar te veel kalk, dan wordt de pH te hoog. In dat geval moet je een bodemverbeteraar toevoegen die de zuurtegraad verlaagt.
Kalk strooien gazon
Bij een lage/slechte zuurgraad kunnen planten niet voldoende voedingstoffen opnemen. Dit remt de groei en geeft mos en onkruiden meer kans. Het strooien van kalk (bijvoorbeeld DCM Groen-Kalk) is dus heel erg belangrijk om mos en onkruidgroei te voorkomen. Want voorkomen is altijd beter dan genezen.
Kalk is bedoeld om de bodem te verbeteren onder andere om ervoor te zorgen dat de meststof beter opgenomen kan worden. Het voordeel van kalk is dat het ook bij koude temperaturen toegepast kan worden. Kalk kan daarom het beste gestrooid worden in de maanden november tot en met januari.
Hoe mos in het gazon bestrijden/verwijderen
Bij een grond die zuur is, is kalk de beste oplossing om mos te bestrijden; Organische meststoffen; Verticuteren.
Koemest heeft wel degelijk kwaliteit voor de tuin. Paardenmest echter is nóg beter. Dat bevat meer stro en weet de meststoffen beter te binden. Bovendien is een goed opgezette paardenmesthoop rijk aan wormen, die zorgen voor een geweldige structuur- en humusverbetering van de grond.
Gecomposteerde kippenmest is een uitstekende meststof voor groenten, kruiden, bomen en andere gewassen. Het levert stikstof, fosfor en kalium en verbetert de bodem op verschillende manieren.