ik ben op mijn fiets gesprongen. Ik heb de hele dag in die auto gereden. Ik ben met die auto naar Antwerpen gereden. Voor werkwoorden zoals vallen en zinken kunnen we alleen zijn gebruiken.
De Nederlandse dialecten zijn nog lang niet aan ik ben geweest toe. Van Vlaanderen tot het Noorden met uitzondering van oostelijke streken luidt het ik heb geweest. In het Noord-Oosten is hebben alleenheersend.
Hoewel beide vormen technisch gezien correct zijn , zijn er enkele subtiele verschillen tussen de twee. "Traveled" is de meest voorkomende vorm in het Amerikaans Engels, terwijl "travelled" vaker voorkomt in het Brits Engels. Uiteindelijk is de keuze van welk woord u gebruikt een kwestie van persoonlijke voorkeur.
Om te bepalen of het voltooid deelwoord of de persoonsvorm verleden tijd een d of t krijgt, neemt je kind eerst de stam (= hele werkwoord -en) van het werkwoord. Als deze op een medeklinker uit 't kofschip eindigt, krijgt het woord een -t. Wanneer de laatste letter van de stam er niet in zit, schrijft je kind een -d.
Het woord springen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Beide vervoegingen zijn mogelijk, maar ze zijn niet in alle gevallen door elkaar te gebruiken. Als vergeten betekent 'niet bij zich hebben' of 'er niet aan gedacht hebben om iets te doen', is zowel hebben als zijn correct. Als het betekent 'zich niet meer herinneren', is alleen de vervoeging met zijn correct.
Overgankelijke werkwoorden worden met hebben vervoegd in de bedrijvende vorm: ik heb mijn werk gemaakt. Onovergankelijke werkwoorden worden in de bedrijvende vorm met hebben, soms met zijn vervoegd: ik heb gewerkt, ik ben gekomen. Men kan inderdaad zeggen: wij hebben gewandeld en wij zijn gewandeld.
"Ik ben klaar" is correct. Maar als je intentie is om over te brengen dat je een taak hebt voltooid die aan je is toegewezen, dan is "Ik heb gedaan" correct . Meestal is dit een deel van een zin of een kort antwoord op een vraag.
Wat is goed: 'Ik heb mijn sleutels verloren' of 'Ik ben mijn sleutels verloren'? Deze zinnen zijn allebei juist. Voor sommigen (zeker niet voor iedereen) bestaat er een klein verschil. 'Ik heb mijn sleutels verloren' legt meer nadruk op de gebeurtenis van het verliezen.
Voorbeeld: stelen
In de tegenwoordige tijd is het 'ik steel', maar in de verleden tijd is het 'ik stal'. De klank verandert, waardoor het een een sterk werkwoord is. Dit gebeurt ook bij het voltooid deelwoord. 'Gestolen' is namelijk het voltooid deelwoord van stelen.
Er is ook een trucje om te achterhalen of u aan het eind van het voltooid deelwoord -t of -d moet schrijven. U kunt daarvoor vergelijken met de verledentijdsvorm. Als die op -de(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -d. Als de verledentijdsvorm op -te(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -t.
Voordat je de zwakke werkwoorden in de verleden tijd gaat vervoegen is het belangrijk dat je de regels van kofschiptaxi goed kent. Als de stam van een zwak werkwoord eindigt op één van de letters k, f, s, ch, p, t, x uit kofschiptaxi, dan krijg je in de verleden tijd stam+te of stam+ten.
Traveled en traveled zijn beide Engelse termen. Traveled wordt voornamelijk gebruikt in ðºð¸ Amerikaans (VS) Engels (en-US), terwijl traveled voornamelijk wordt gebruikt in ð¬ð§ Brits Engels (gebruikt in VK/AU/NZ) (en-GB) .
In het Britse Engels is "travelling" (dubbele "l") standaard.In het Amerikaanse Engels is "traveling" (één "l") correct.
In de uitdrukking een nieuwsgierig aagje is Aagje eigenlijk een eigennaam. De hoofdletter in deze uitdrukking is vervallen omdat iederéén een nieuwsgierig aagje kan zijn. Het lidwoord een is al een teken dat het hier niet meer om de eigennaam Aagje gaat, maar om een algemene aanduiding van een nieuwsgierige persoon.