Dyslexie betekent letterlijk dat iemand moeite heeft met taal. Bij dyslexie gaat lezen, spellen en ook zelf schrijven, gezien de leeftijd en het onderwijsniveau, veel te moeizaam, terwijl iemand wel een gemiddelde intelligentie heeft.
Mensen met dyslexie hebben moeite met het lezen of schrijven van woorden, of met beide. Wie dyslexie heeft, is niet minder intelligent dan iemand zonder dyslexie. Alleen bij het koppelen van letters en klanken werken de hersenen anders dan bij mensen zonder dyslexie. Verder werken de hersenen hetzelfde.
Gevolgen dyslexie
Taalproblemen kunnen leiden tot slechte leerprestaties, grote frustraties, een negatief zelfbeeld en faalangst. Hierdoor kunnen kinderen gaan twijfelen over de eigen intelligentie, terwijl deze stoornis niks hoeft te zeggen over het intelligentieniveau van het kind.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv. verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv. ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv. dt-fouten).
Als je zelf geen dyslexie hebt is het moeilijk om je voor te stellen hoe dit voelt. Een bekende beschrijving van dyslexie is dat het lijkt alsof de letters verspringen. De letters staan er wel en ze zijn los van elkaar ook prima te lezen maar het is lastig om snel woorden te herkennen.
Dyslexie heeft niets te maken met intelligentie, het komt voor bij zowel mensen met hoge, gemiddelde of lage intelligentie. Vaak wordt dyslexie geconstateerd als er verder geen andere oorzaken worden gevonden voor lees– en schrijfproblemen.
Mensen met dyslexie zijn over het algemeen goed in het waarnemen van de dingen in hun omgeving, het zien van grote gehelen maar ook van details die anderen niet altijd opvallen. De meeste dyslectici denken ook op een sterk visuele (en minder talige) manier.
Om dat te begrijpen moet je eerst weten hoe een dyslecticus denkt: hij denkt in beelden. Bij elk woord ziet hij in zijn hoofd plaatjes. Een beelddenker kan wel 32 plaatjes in een seconde zien. Het lijkt net een film.
De dyslexie zal nooit helemaal overgaan. Het is aannemelijk dat de leerling nog steeds in aanmerking komt voor ondersteuning op niveau 2, en wellicht ook op niveau 3. Met de behandelaar kan worden afgestemd over de manier van oefenen en welke materialen daarvoor geschikt zijn.
Wees geduldig, begripvol en vermijd druk op de student. Het werktempo ligt trager bij iemand met dyslexie, dus geef de student voldoende tijd om opdrachten goed te maken. Er kan thuis voorgelezen worden of meer tijd gestoken worden in het samen lezen. Als je huiswerk geeft, geef dan geen overbodige zaken mee.
Dyslexie heeft niet alleen gevolgen voor het leren van de talen, maar ook voor de vakken waar veel lezen bij te pas komt. Leerlingen met dyslexie moeten daar, in vergelijking met hun klasgenoten met eenzelfde intelligentie, onevenredig veel energie insteken.
Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een ernstige spraak-taal problemen of inefficiënte instructie kan dit het geval zijn. Wanneer een kind een verstandelijke beperking heeft is er alleen sprake van dyslexie wanneer de lees- en spellingsproblemen groter zijn dan verwacht op basis van de intelligentie van het kind.
Dyslexie is een psychisch probleem. Artikel 2.3 van de Jeugdwet beperkt de voorzieningenplicht niet tot problemen vanwege EED en sluit andere vormen van dyslexie ook niet uit. In artikel 1.1 van de Jeugdwet wordt een definitiebepaling van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen gegeven.
Het klopt dat mensen met dyslexie op sommige taken bij een IQ-test als groep minder goed presteren.
Er gaat iets mis in de aanleg van de hersenen waardoor de linker hersenhelft langzamer ontwikkelt dan de rechter helft. Een deel van de informatieverwerking in de hersenen verloopt niet snel genoeg. Verlaagde activiteit in de hersengebieden voor woordherkenning en woordanalyse.
Er is sprake van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) als de leerachterstand in lezen en/of spellen erg groot is, ondanks extra instructie op school. Ook moet er in onderzoek zijn aangetoond dat er sprake is van ernstige dyslexie. Een orthopedagoog of psycholoog kan vaststellen of iemand ernstige dyslexie heeft.
In de eerste drie leerjaren van havo en vwo zijn zowel Frans als Duits verplicht. Er kan geen ontheffing worden verleend aan leerlingen met dyslexie (artikel 21), maar een aangepast programma is wel mogelijk voor Frans en/of Duits, die wordt ook wel gedeeltelijke dispensatie genoemd (zie hieronder).
Vrijstelling 2e vreemde taal HAVO/VWO
Er kan geen ontheffing worden verleend aan dyslectische leerlingen. Wel kan de school in de eerste drie leerjaren zelf invulling geven aan het onderwijs in de tweede moderne vreemde taal, omdat er, met uitzondering van Engels, geen kerndoelen zijn voor moderne vreemde talen.
Aanpassingen als je dyslexie hebt
De schooldirecteur beslist of je examen mag doen met een of meer van de volgende aanpassingen: 30 minuten extra tijd; schrijven met een computer op laptop tijdens het examen; verklanking van tekst.
Albert Einstein en Leonardo da Vinci hadden dyslexie. Dat is niet zomaar toeval, volgens de auteurs van Dyslexie als kans. Mensen met dyslexie hebben namelijk een andere hersenstructuur. Die zit ze vaak in de weg, maar biedt ook grote voordelen.
Dyslexie wordt niet bij iedereen op school geconstateerd. Achteraf zijn vaak de signalen wel te herkennen: altijd moeite gehad met taal, met lezen en schrijven. De juf of meester die maar niet begreep waarom het niet lukte bij jou, want verder was je een slim kind……. En zelf begreep je het ook niet zo.
Iemand met dyslexie heet een dyslecticus of dyslectica, meervoud respectievelijk dyslectici en dyslecticae, maar wordt geslachtsneutraal meestal 'dyslect' (meervoud 'dyslecten') genoemd.
Hun conclusie is dat dyslectici in een reeks cognitieve vaardigheden heel sterk zijn en dat het juist vaardigheden zijn die zorgen voor vernieuwing en vooruitging binnen een organisatie. Door verschillende mensen in een team te hebben kan er vernieuwing tot stand komen volgens E&Y in hun rapport The Value of Dyslexia.
Zaakvakken: het lezen van lange stukken tekst
Het lezen van lange stukken tekst, zoals bij geschiedenis, is ook moeilijker als je dyslexie hebt. Een eerste tip: lees je leerwerk hardop voor. Je neemt dan goed in je op wat er staat, en zo leer je beter. Maak van lange stukken tekst een samenvatting of mindmap.