Veel mensen zullen niet eens weten wat een uitritconstructie eigenlijk is, al komen ze er dagelijks over. En dat betekent nogal wat: volgens de verkeersregels in Nederland moet iedereen die een uitrit verlaat al het kruisende verkeer voorrang verlenen, zelfs voetgangers.
Het is belangrijk dat je de theorie regels en vooral de voorrangsregels, zoveel mogelijk toepast in het verkeer, want daar toetst de examinator je onder andere op. Bij het verlaten van een uitrit moet je aan het overige verkeer voorrang verlenen.
Het erf is een plek voor kinderen, voetgangers en fietsers. Zij mogen het erf over de volle breedte gebruiken. Wanneer je het erf verlaat moet je voorrang verlenen aan alle andere verkeersdeelnemers.
Uitrit. Als je een uitrit verlaat, denk bijvoorbeeld aan een woonerf of een parkeerplaats, moet je al het andere verkeer voorrang geven.
Een automobilist die een parkeervak verlaat, moet altijd extra voorzichtig zijn. Niet alleen dat, de automobilist moet ook al het overige verkeer voorrang verlenen. In artikel 54 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens zijn de bijzondere verrichtingen vastgesteld.
Een uitrit of inrit is: een uitgang voor voertuigen van een gebouw of perceel naar de openbare weg, en/of. de ingang voor voertuigen vanaf de openbare weg.
Veel mensen zullen niet eens weten wat een uitritconstructie eigenlijk is, al komen ze er dagelijks over. En dat betekent nogal wat: volgens de verkeersregels in Nederland moet iedereen die een uitrit verlaat al het kruisende verkeer voorrang verlenen, zelfs voetgangers.
Inhalen (wisselen van rijbaan) en het verlaten van een uitrit gelden beide als een bijzondere manoeuvre, waarbij het overige verkeer vrije doorgang dient te worden verleend.
Samengevat: Komt u via een 'normale doorgaande weg' aanrijden op een kruising dan heeft verkeer van rechts voorrang. Komt u uit een parkeergarage, vanaf een parkeerterrein, uit een uitrit van een woning oid, de kruising oprijden, dan zult u alle verkeer voor moeten laten gaan, zelfs voetgangers.
Kom je aan kruispunt met één of meerdere openbare wegen en is er geen specifieke aanduiding van wie voorrang heeft, dan geldt altijd de voorrang aan rechts. Die regel is van toepassing op alle bestuurders die ten opzichte van jou van rechts komen, dus ook op fietsers en bromfietsers.
Voetgangers mogen in woonerven de gehele breedte van de weg gebruiken. De bestuurders van voertuigen mogen deze voetgangers en in het bijzonder kinderen niet in gevaar brengen. Parkeren in een woonerf is verboden, behalve waar het expliciet toegestaan wordt door middel van een verkeersbord of markeringen op de grond.
Het aanbrengen van haaientanden betreft voorrang verlenen aan kruisende bestuurders. Voor de uitrit situatie geldt: verleen voorrang aan het overige verkeer.
De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer' geldt voor iedereen in het verkeer. Hier vallen voetgangers dus ook onder. Sla jij af? Dan moet jij iedereen –en dus ook voetgangers – voorrang verlenen.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Bestuurders verlenen voorrang aan van rechts komende bestuurders. Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram.
Wat is de juiste volgorde van voorrang bij deze T-splitsing? De blauwe auto (auto 2) mag als eerst omdat deze van rechts komt voor de groene auto (auto 1). Ook bij een t-splitsing geldt dat verkeer van rechts voorrang heeft.
Er wordt voorrang gegeven aan bestuurders die rechts van jou voorgesorteerd staat en dit mag helemaal niet. Bestuurders die uit de straat rechts van jou komen hebben voorrang. Nog een fout die gemaakt wordt is dat de mensen denken dat rechtdoorgaand verkeer voorrang heeft voor afslaand verkeer.
Een privé parking
Leef je die niet na en veroorzaak je daardoor een ongeval, dan ben je daarvoor aansprakelijk. Werd er geen signalisatie aangebracht dan wordt bij een discussie over de aansprakelijkheid voor een ongeval vaak het criterium van een normale, voorzichtige bestuurder gebruikt.
Op een openbare parkeerplaats gelden altijd dezelfde aansprakelijkheidsregels als in het gewone verkeer. De Wegenverkeerswet en alle daarop berustende bepalingen gelden namelijk voor alle wegen die begaanbaar zijn voor het openbaar verkeer. Hierbij speelt het geen rol wie de eigenaar of beheerder van de weg is.
Als u afslaat, moet u aan het verkeer (bestuurders en voetgangers) dat met u op dezelfde weg is, voor laten gaan. Het verkeer dat u tegemoetkomt op achteropkomt is met u op dezelfde weg. Het fietspad en het trottoir of de stoep zijn ook onderdeel van de weg.
In beginsel moet een verkeersdeelnemer, voordat een bijzondere manoeuvre wordt verricht, al het verkeer voor laten gaan. Voor het naderende verkeer geldt ook dat hinderlijk of gevaarlijk gedrag is verboden.
Of u uw auto mag parkeren op een oprit, hangt af van de verkeerssituatie. Soms is een oprit onderdeel van de openbare weg, bijvoorbeeld als de oprit over een stoep loopt. De oprit wordt dan niet beschouwd als 'eigen terrein' en u mag uw auto daar niet parkeren.
Het is van belang door middel van de aanleg of constructie van een uitrit of inrit deze duidelijk te onderscheiden van: Kruispunten van gelijke orde, waar bestuurders van rechts voorrang verleend moet worden, en. kruispunten waar de voorrang door middel van verkeerstekens is geregeld.
Een uitweg, ook wel uitrit, inrit of oprit genoemd, is een aansluiting vanuit een perceel op de openbare weg. Voor het aanleggen of veranderen van een uitweg die aansluit op de openbare weg, heeft u een omgevingsvergunning nodig.
Binnen een 30km/uur-gebied heeft verkeer van rechts voorrang; er zijn in beginsel geen voorrangswegen of -kruispunten. Uitzonderingen hierop vormen hoofdfietsroutes en busroutes: daarop zijn voorrangskruispunten toegestaan.
“Er geldt een aantal basisregels in het verkeer. Zo moeten voetgangers gebruikmaken van een trottoir of voetpad. Als dit niet beschikbaar is, mag er op het (brom-)fietspad gelopen worden. Ontbreekt ook een fietspad, dan mag de voetganger gebruikmaken van de berm of de uiterste zijde van de rijbaan.