Klachten die bij vastzittende galstenen horen zijn veel pijn in de rechteronderbuik. Soms kun je door belemmering van de afvoer van de lever door galstenen geel gaan zien, ook kan de ontlasting ontkleurd worden. Op een echo is te zien of er ook daadwerkelijk galstenen in de galblaas zitten.
Parenterale voeding bevat alle voedingsstoffen die het lichaam nodig heeft. Zoals energie, eiwit, vet en koolhydraten, vocht, vitamines en mineralen. Het wordt daarom ook wel totale parenterale voeding (TPV) genoemd.
Als de darmen niet voldoende voeding (en/of vocht) kunnen opnemen, is het mogelijk dit via de bloedbaan toe te dienen. Zo krijgt u toch de benodigde voeding, vitamines en mineralen (en/of vocht) binnen. Deze methode heet totale parenterale voeding (TPV). Parenteraal betekent letterlijk 'buiten de darm'.
De TPN mag niet langer dan 24 uur aanhangen. Controleer dagelijks de insteekplaats van de katheter op roodheid, zwelling en etter. Controleer dagelijks uw lichaamstemperatuur. Als u koorts heeft, meer dan 38°C, verwittig uw thuisverpleegkundige en huisarts.
Onze aanname van 480 tot 620 TPV patiënten geldt dus ook voor 2020. Als we uitgaan van de kosten per gebruiker van €13.540 en een aantal gebruikers van 480 tot 620, dan betekent dit dat de te verwachten kosten voor voedingsmiddelen tussen de €6,5 en €8,5 miljoen zullen bedragen.
Hoe lang is TPV houdbaar? Bereide TPV is in de koelkast maximaal 7 dagen houdbaar. Het is van belang om de zakken met de kortste houdbaarheid als eerste te gebruiken.
Patiënten met ernstig darmfalen moeten soms, om voldoende voeding binnen te krijgen, worden behandeld met voeding die rechtstreeks in de bloedbaan wordt toegediend. Op die manier wordt het spijsverteringsstelsel omzeild (parenteraal). Deze behandeling heet Totaal Parenterale Voeding (TPV).
Indien sondevoeding niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij problemen met de spijsvertering of het absorptievermogen, kunnen alle noodzakelijke nutriënten via een intraveneus infuus toegediend worden. Totale Parenterale Nutritie (TPN) is een complexe aangelegenheid die niet risicoloos is.
Algemeen: Met kunstmatig toegediende voedingsstoffen wordt bedoeld: voedingsstoffen die niet via de reguliere orale weg toegediend worden. De toevoer kan via het maagdarmkanaal (enterale voeding) of via de aderen (parenterale voeding) plaatsvinden.
Parenteraal is de toedieningsvorm van geneesmiddelen of voeding anders dan via het maag-darmstelsel (enteraal). Parenterale toedieningsvormen zijn bijvoorbeeld: injectie (subcutaan, intradermaal, intramusculair) infuus (intraveneus) in de aders.
Totale Parenterale Voeding bevat alle noodzakelijke voedingsstoffen zoals glucose, aminozuren, vetten, vitaminen, mineralen en sporenelementen, net als in normale voeding. De voeding is zo bewerkt, dat deze zonder vertering in het maag-darmkanaal rechtstreeks in de bloedbaan kan worden toegediend.
Sondevoeding is vloeibare voeding die via een slangetje (sonde) in uw maag of dunne darm komt. Het bevat alle voedingsstoffen die u nodig heeft, zoals eiwitten, vetten, koolhydraten, vitamines en mineralen. Sondevoeding kan de normale voeding helemaal vervangen, maar kan ook een aanvulling zijn op de normale voeding.
Moet er langere tijd parenterale voeding toegediend worden dan wordt gebruikgemaakt van een glucoseoplossing. Omdat deze oplossing hypertoon is kan deze niet perifeer worden toegediend. Het bloedvat waarin de katheter is geplaatst reageert daar namelijk op door onder andere ernstig dicht te knijpen.
TPV is de afkorting voor Totale Parenterale Voeding. Parenteraal betekent letterlijk 'buiten de darm'. De voeding wordt niet via uw darm toegediend maar via een dun slangetje (centraal veneuze katheter) direct in de bloedbaan.
Sondevoeding is dunne, vloeibare, volwaardige voeding die via een slangetje (sonde) rechtstreeks in de maag of de dunne darm (jejunum) kan worden toegediend. Het wordt gebruikt als volledige voeding of als aanvullende voeding. Sondevoeding wordt ook wel enterale voeding genoemd.
Parenteralia is een overkoepelende term voor geneesmiddelen of voeding die via injectie of infusie worden toegediend of die worden geïmplanteerd.
Belangrijke voordelen zijn het innamegemak voor de patiënt, de toedieningsvorm is gewoonlijk goedkoop en heeft een hoge stabiliteit bij bewaren.
Parenterale voeding is voeding die via een infuus direct in het bloed komt. Parenteraal betekent: buiten het maag-darmkanaal om. Deze voeding gaat dus niet via de mond naar de maag en darmen, maar komt direct in het bloed terecht. Parenterale voeding bevat voedingsstoffen die niet meer verteerd hoeven te worden.
Cutaan (van cutis - de huid) betekent betrekking hebbend op de huid. Het is een term die vooral onder medici en apothekers gebezigd wordt voor zaken die met de huid te maken hebben. In hetzelfde verband wordt ook de term dermaal veel gebruikt.
Voedingssonde: Soms is het nodig om na de operatie een voedingssonde te krijgen. Dit is een slangetje dat via de neus naar de maag loopt, waardoor vloeibare voeding kan worden toegediend. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn als uw maag-darmkanaal nog niet optimaal werkt.
EEN KATHETER IN DE BLOEDBAAN
Daarom kan TPN niet via een standaard infuuskatheter worden toegediend. Het toedi- enen van de voeding gebeurt liefst via een getunnelde katheter die zich in de grote bloedvaten bevindt. In sommige gevallen is ook een poortkatheter of PICC-katheter mogelijk.
De diëtist en verpleegkundige vragen de sondevoeding en materialen voor het toedienen hiervan voor u aan. U of uw partner/familielid kan de sondevoeding zelf toedienen. Als dit niet mogelijk is, kunt u hiervoor thuiszorg aanvragen.
De belangrijkste reden om een centrale lijn in te brengen is het toedienen van bepaalde, vaak vasoactieve, medicatie. Deze medicatie kan of mag niet via een gewoon infuus (perifeer infuus) worden toegediend om uiteenlopende redenen.
Infuusvoeding wordt ook wel parenterale voeding genoemd. Parenteraal betekent buiten het maag-darmkanaal om. Infuusvoeding bevat alle voedingsstoffen die het lichaam nodig heeft zoals energie, eiwitten, vet en koolhydraten, maar ook vocht, vitamines en mineralen.
Sluit een infuuszak,-fles of spuit niet meer aan na afkoppeling. Laat aangesloten infuusflessen of zakken maximaal 24 uur aanhangen, met uitzondering van infuusflessen of zakken met bloed of bloedderivaten. Gebruik zo weinig mogelijk extra toegangen.