Huishoudens die in 2022 leefden van meer dan 120% van het sociaal minimum – en dus in 2022 geen energietoeslag ontvingen – en waarvan het inkomen in 2023 onder de 120% van het sociaal minimum zakt, hebben in 2023 recht op een energietoeslag van 800 euro.
De richtlijn is dat mensen met een inkomen tot 120% van het 'sociaal minimum inkomen ' in aanmerking komen voor de energietoeslag.
Dit jaar zijn de regels voor energietoeslag iets aangepast. Het sociaal minimum inkomen is gestegen en daarom is 120% van het sociaal minimum inkomen ook hoger. Als alleenstaande mag je in 2023 niet meer verdienen dan €1.434,79 en samenwonend niet meer dan €2.049,70 netto per maand.
Huishoudens met een inkomen van € 2.070 (per maand) of lager, komen mogelijk in aanmerking voor de energietoeslag. Deze toeslag is bedoeld om huishoudens te helpen met de stijgende energierekening. De gemeente betaalt dit bedrag uit. De energietoeslag is beschikbaar voor ongeveer 850.000 huishoudens.
Gemeenten bepalen zelf welke inkomens in aanmerking komen voor de energietoeslag. De meeste gemeenten hanteren daarvoor een grens van 110% of 120% van het sociaal minimum. Zolang de tegemoetkoming nog niet geregeld is kun je ook vast via het geldloket van de gemeente om hulp vragen.
Gemeenten krijgen in 2023 opnieuw budget om via de bijzondere bijstand mensen met een laag inkomen te helpen met de hoge energiekosten. De energietoeslag bedraagt €1.300. Ook uitwonende studenten met een aanvullende beurs, van wie de ouders een laag inkomen hebben, krijgen recht op een tegemoetkoming.
Als u toeslag aanvraagt, dan moet u uw toetsingsinkomen voor dat jaar opgeven. Ook als u maar voor een deel van het jaar toeslag aanvraagt, geeft u voor het hele jaar uw inkomen op. Uw inkomen telt mee voor de hoogte van uw toeslag.
De bedragen zijn netto per maand, inclusief 5% vakantiegeld.
Een laag inkomen is een inkomen dat niet hoger is dan 120% van het sociaal minimum. Dit houdt in dat de maximale netto bedragen per huishouden als volgt zijn: Voor alleenstaanden of alleenstaande ouders van 21 jaar en ouder is het maximale nettobedrag € 1322,18 per maand (inclusief vakantietoeslag);
Op 1 januari 2023 mag u niet meer vermogen hebben dan € 127.582. Hebt u een toeslagpartner? Samen mag uw vermogen niet hoger zijn dan € 161.329.
Energietoeslag via de gemeente
Huishoudens met een laag inkomen kunnen een energietoeslag krijgen via hun gemeente. Dat is een extra tegemoetkoming in de energiekosten van in 2023 in totaal € 1300,- per huishouden. Als je een uitkering hebt, ontvang je de toeslag automatisch.
Het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Het sociaal minimum bestaat uit de bijstandsuitkering en het AOW-pensioen.
Onder de huishoudens die recht hebben op de energietoeslag vallen de huishoudens met lagere inkomens. Denk hierbij aan AOW-gerechtigden zonder of een klein aanvullend pensioen, zzp'ers met minimale inkomsten en werkenden met een laag inkomen.
Wie ontvangt de toeslag automatisch? Alle inwoners met een minimuminkomen die al bekend zijn bij de gemeente krijgen de energietoeslag automatisch. In al deze gevallen is géén nieuwe aanvraag nodig. Vóór 1 maart 2023 stort de gemeente automatisch de energietoeslag op het rekeningnummer dat al bekend is.
Wie komt er in aanmerking voor de energiecompensatie? Iedereen in Nederland komt in aanmerking voor de energiecompensatie van 190 euro per maand. Je moet alleen een kleinverbruiker zijn en een eigen energieaansluiting hebben.
Mensen met een minimuminkomen kunnen bij de Fietsenbank een gratis fiets krijgen. Ook worden er fietslessen gegeven, omdat velen van hen nog nooit of nauwelijks gefietst hebben. Wel moeten zij daarvoor een tegenprestatie leveren door vrijwilligerswerk bij de Fietsenbank te doen.
Bij een inkomen onder de lage-inkomensgrens spreekt het CBS van een huishouden met een laag inkomen of van een huishouden met risico op armoede. Sinds 2020 ligt de grens voor een alleenstaande op 1.100 euro per maand, voor een paar is dat 1.550 euro.
Met een laag inkomen heeft u mogelijk recht op steun vanuit de Rijksoverheid en uw gemeente. Bijvoorbeeld met toeslagen, (bijzondere) bijstand, kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, of een kindpakket (bijvoorbeeld een tegoedbon voor zwemles).
WW, WIA, WAO en ZW, en maximumdagloon
Per 1 juli 2023 worden bestaande bruto uitkeringen in de WAO/WIA, WW en ZW verhoogd met 3,13%, in lijn met de stijging van het brutominimumloon per dag. Per 1 juli 2023 wordt het maximumdagloon verhoogd van bruto € 256,54 naar bruto € 264,57.
In 2021 lag de grens voor een alleenstaande op 1 130 euro netto per maand. Voor een paar zonder kinderen was dat 1 590 euro, en met twee minderjarige kinderen 2 170 euro. Voor een eenoudergezin met twee minderjarige kinderen bedroeg de grens 1 720 euro.
Het sociaal minimum is meestal even hoog als een bijstandsuitkering. De toeslag op uitkering of loon vult uw inkomen meestal aan tot het sociaal minimum. Blijft u met de toeslag onder het sociaal minimum? Dan kunt u misschien een bijstandsuitkering krijgen bij uw gemeente.
U mag in 2023 maximaal € 33.748 aan vermogen hebben om huurtoeslag te krijgen. Hebt u een toeslagpartner? Samen met uw toeslagpartner mag u € 67.496 aan vermogen hebben.
Als je denkt dat je slachtoffer bent van de kinderopvangtoeslagaffaire, kun je je aanmelden bij de Belastingdienst.De Belastingdienst kijkt dan of jij recht hebt op een vergoeding. Op deze pagina: Recht op een vergoeding.