De korrelgrootte van het slijpmateriaal wordt aangeduid met een cijfer. Hoe hoger het getal, hoe fijner het schuurpapier. Werk bij schuren altijd van grof naar fijn. Grof schuurpapier (korrel 60) is geschikt voor het grove schuurwerk.
De korrelgrootte is de diameter van de kenmerkende deeltjes (partikels). Bij grondonderzoek, het bepalen van de grondsoort, het vervaardigen van beton e.d. speelt de korrelgrootte van de bodem, grondlaag of vulmaterialen een belangrijke rol.
Ruw hout of oude (slechte) verflagen kunt u opschuren met P80 tot P120. Om een egaler eindresultaat te behalen schuur je de grondverf met een fijnere grofte, namelijk P150 tot P220. Voor extreem mooi en strak werk zou je voor de laatste verflaag nog kunnen schuren met P320-400.
Hoe hoger het getal, des te fijner het schuurpapier. De letter P staat voor 'particles'. Het getal zelf staat voor de hoeveelheid korrels per vierkante centimeter.
Schuurpapier met korrel 40 is dus bijzonder grof, terwijl je schuurpapier fijn is als het gaat om schuurpapier met korrel 2000. Wanneer gebruik je de verschillende soorten korrelgrootte van schuurpapier?
De korrelgrootte van het slijpmateriaal wordt aangeduid met een cijfer. Hoe hoger het getal, hoe fijner het schuurpapier. Werk bij schuren altijd van grof naar fijn. Grof schuurpapier (korrel 60) is geschikt voor het grove schuurwerk.
Licht opschuren betekent dat je de verflaag mat schuurt zodat de nieuwe verflaag goed hecht. Dat is voldoende. Je ondergrond is helemaal klaar voor het nieuwe schilderwerk.
Zitten er oneffenheden op je eerste laag, dan is schuren na de eerste laklaag uiteraard wel nodig. Je wilt immers een strak eindresultaat. Maar wat je keuze ook is, tussen twee lagen schuren doe je nooit met een schuurmachine. Doe dit altijd met de hand met een schuurblokje en heel fijn schuurpapier of een schuurmatje.
Welke korrel schuurpapier voor deuren geschikt is? Fijn schuurpapier (korrel 240) is prima te gebruiken voor het schuren tussen verflagen.Middel schuurpapier (korrel 120) kun je gebruiken voor het goed opschuren van intacte verflagen.
Korrel 180 en 220 zijn ideaal om mee te werken op een gestucte muur. Te grof schuurpapier zoals korrel 80 laat krassen achter en te fijn schuurpapier zoals bijvoorbeeld korrel 400 heeft weer geen effect.
In de meest gevallen volstaat drie keer schuren met de grofheden: 80-120-160. Is uw vloer nieuw en niet voorzien van een afwerking dan schuurt u 1 maal met korrel 160.
1. Schuur het onderdeel van grof naar fijn tot ongeveer korrel 320/400. Daarna zou u eventueel nog met een waterproof schuurpapier na kunnen schuren voor een glad resultaat. Hoe fijner, hoe beter het eindresultaat.
Korrel: De effectiviteit van het schuurmiddel is afhankelijk van de grofheid en de dichtheid van de korrels. Hoe groter de korrel (laag gramsgewicht nummer) hoe sterker het schuurmiddel en hoe meer er van het oppervlak wordt afgeschuurd.
De bepaling van korrelgroottes met deeltjesdiameter > 45 µm geschiedt door middel van zeving. Het monster wordt over een stelsel van zeven droog gezeefd. Hierbij worden standaard zeven toegepast en van 45 µm, 63 µm, 125 µm, 250 µm, 500 µm, 1000 µm en 2000 µm.
Naast het schuren na het aanbrengen van de grondverf, is het schuren voor het aanbrengen van de grondverf ook een goed idee. Dit verbetert de hechting van de verf en zorgt voor een egalere ondergrond. De staat van het oppervlak bepaalt in welke mate er geschuurd moet worden.
Schuur een ruw oppervlak eerst op met schuurpapier met een korrelgrootte van 90. Schuur daarna nogmaals met fijner schuurpapier met een korrelgrootte van 120. Voor het licht opschuren van een verflaag is een korrelgrootte van 180 of 220 het meest geschikt.
Het schuurpapier loopt namelijk vol met het vuil en vet, waardoor je eerder een niet stuk schuurpapier nodig hebt dan wanneer je de ondergrond eerst ontvetten.
Dat kan op verschillende manieren. Je kunt de verflaag die erop zit 'dood' schuren zoals dat heet. Door te schuren met verschillende schuurpapieren van grof naar fijn. Zo schuur je huidige verflaag weg.
Ontvet je pas na het schuren, dan loop je het risico dat je het nog aanwezige vuil in de ondergrond schuurt. Dit vergroot juist de kans dat de verf zich niet goed kan hechten op het oppervlak. Daarom is de juiste volgorde: eerst ontvetten, dan schuren.
Door te schuren, kan de verf zich hechten en heb je minder last van druipers. Maar ook is het dus voor de hechting nodig. Als je helemaal niet schuurt, zal de verf kwetsbaar zijn. Even stoten tegen een deurpost die niet (goed) geschuurd is en de stukjes verf stoot te er zo af.
Middel schuurpapier (korrel 120) is aan te raden voor het goed opschuren van intacte lagen schilderwerk. Hiermee schuur je het te lakken oppervlakje goed 'dood' zonder te ver door te schuren. Grof schuurpapier (korrel 80 of 60) is nodig als het schilderwerk slecht is.
Licht en zorgvuldig schuren met een schuurmatje of schuurpapier (P220). Daarna stofvrij maken met de stoffer en daarna met een kleefdoekje. Breng de tweede eindlaag en laat goed drogen. Verflagen hebben minimaal 1 week nodig om volledig uitgehard en belastbaar te zijn.
Machinaal schuren is vaak sneller, maar de kans is groter dat je te snel, te diep of te grof schuurt. Daarom adviseren wij om alleen grotere oppervlak machinaal te schuren. Je kunt hierbij denken aan deuren of andere (grote) panelen. Al het andere werk kun je het beste met de hand doen.