Iedereen heeft recht op de algemene heffingskorting. Maar of u volledig gebruik kunt maken van deze heffingskorting, hangt af van uw leeftijd en of u het hele jaar in Nederland hebt gewoond. Als u in loondienst bent, krijgt u deze korting via uw werkgever.
Uw heffingskortingen vraagt u aan via uw aangifte inkomstenbelasting. Wilt u de korting alvast maandelijks krijgen? Vraag dan een voorlopige aanslag aan. Beide online formulieren vindt u op Mijn Belastingdienst.
Wanneer je partner geen inkomen heeft en geboren is voor 1963, dan heeft je fiscale partner recht op de uitbetaling van algemene heffingskorting van € 2.888,- per jaar. Alleen de voorwaarde is wel dat jij voldoende belasting betaalt. Jij betaalt belasting over jouw inkomen.
Iedere werkende Nederlander heeft recht op loonheffingskorting. Deze heffingskorting is een korting op de belasting. Hierdoor hoef je minder belasting over je loon te betalen. Als je in loondienst bent, houdt je werkgever rekening met de algemene heffingskorting.
De hoogte van deze heffingskorting is afhankelijk van de hoogte van uw inkomsten. In 2022 is de maximale arbeidskorting € 4.260 (was € 4.205 in 2021). Vanaf een inkomen van € 36.650 (was € 35.653 in 2021) wordt de arbeidskorting steeds lager. Het afbouwpercentage bedraagt 5,86% (was 6,0% in 2021).
Als u de AOW-leeftijd bereikt, heeft dit de volgende gevolgen voor uw heffingskortingen: De algemene heffingskorting wordt lager. In het jaar dat u geen arbeidsinkomen hebt, krijgt u de volgende heffingskortingen niet meer: de arbeidskorting.
Aanrechtgeld wordt ook wel aanrechtsubsidie, aanrechttoeslag, huisvrouwensubsidie, of zelfs huisvrouwentoeslag genoemd. Deze benamingen zijn natuurlijk niet meer van deze tijd, daarom wordt het tegenwoordig 'algemene heffingskorting voor minstverdienende partner' genoemd.
U kunt er ook voor kiezen om geen loonheffingskorting toe te laten passen. U betaalt dan misschien te veel belasting. Aan het eind van het jaar kunt u de Belastingdienst vragen om een teruggaaf van de belastingen die u te veel betaald heeft.
Loonheffing is het bedrag dat je aan belasting betaalt over je loon en wordt ingehouden van je bruto salaris. Van dat geld kan de overheid dingen regelen. Denk aan uitkeringen betalen, wegen onderhouden en geld investeren in het onderwijs. Loonheffingskorting betekent dat je korting krijgt op de loonheffing.
Geen loonheffingskorting toepassen
Een andere mogelijkheid is om bij geen van uw werkgevers de loonheffingskorting aan te vragen. U krijgt dan een lager netto loon per maand. U krijgt na de belastingaangifte geld terug of u hoeft minder bij te betalen.
De algemene heffingskorting is maximaal het bedrag dat u moet betalen aan inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. De algemene heffingskorting wordt verminderd met een percentage van uw belastbaar inkomen uit werk en woning. Dit percentage vindt u in de tabellen voor de algemene heffingskorting.
Heffingskortingen zijn kortingen op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Hierdoor betaalt u minder belasting en premies. Welke heffingskortingen u krijgt, hangt af van uw persoonlijke situatie. Bent u in loondienst of krijgt u een uitkering?
Als u inkomen hebt, moet u daarover belasting betalen. Maar u hebt ook recht op heffingskortingen. Dat zijn kortingen op de belasting die u moet betalen.
Het tarief tot een inkomen van 68.507 euro is 37,35 procent. Voor het deel van het inkomen boven de 68.507 euro is het tarief 49,50 procent. Bekijk rekenvoorbeelden op de website van de Rijksoverheid. Meer lezen over de veranderingen in 2020?
Als je deze heffingskortingen afstreept tegen hetgeen je aan loonbelasting hebt betaalt, kom je bij een totaal bruto inkomen van maximaal € 8.878,- per jaar op nul uit. Dat betekent dat je aan heffingskortingen net zoveel terugkrijgt als je aan loonbelasting hebt betaald.
Als u AOW ontvangt, houdt de Sociale Verzekeringsbank (SVB) bij het uitbetalen van de AOW al rekening met de loonheffingskorting. Is het pensioen hoger dan de AOW? Dan is het raadzaam dat u de korting laat toepassen op uw pensioen in plaats van op de AOW. Dit geldt ook als u nog een salaris ontvangt.
Ook 2020 en 2021 zijn interessante jaren voor belastingvrije inkomsten, omdat de heffingskortingen omhooggaan. De belastingvrije voet gaat naar een inkomen van €8.200 tot €8.750. Zonder arbeidskorting liggen deze bedragen ongeveer €600 lager.
Als je de heffingskorting vaker dan één keer aanvraagt, dan kan de belastinginspecteur je een boete opleggen. En die kan flink oplopen. In "bijzondere omstandigheden" moet je zelfs nóg een keer al je belasting betalen, zegt de Belastingdienst. Een dubbele aanslag dus.
Wie meerdere banen tegelijkertijd heeft, gaat er vroeg of laat mee te maken krijgen: loonheffingskorting. Loonheffing bij 2 banen is niet mogelijk en kost je zelfs geld. Je krijgt loonheffingskorting bij slechts één baan. Wel mag je als werknemer kiezen bij welke van de twee banen je loonheffingskorting ontvangt.
Met een laag inkomen heeft u mogelijk recht op steun vanuit de Rijksoverheid en uw gemeente. Bijvoorbeeld met toeslagen, (bijzondere) bijstand, kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, of een kindpakket (bijvoorbeeld een tegoedbon voor zwemles). Welke hulp u kunt krijgen hangt af van uw situatie.
Hoeveel mag je bijverdienen zonder belasting te betalen in 2021. In 2021 is het belastingvrije inkomen vastgesteld op €8.750,- per jaar. Op het moment dat je niet meer dan dat bedrag per jaar verdient, hoef je daar geen loon- en inkomstenbelasting over te betalen.
Meestal werk ik met contracten van bepaalde duur, voor een loon dat schommelt tussen de 900 en 1.300 euro.
Er staat loonheffing € 0 op uw AOW-overzicht
Dan heeft u de loonheffingskorting niet helemaal gebruikt. Dit komt doordat de korting hoger is dan de loonheffing. U heeft dan te veel belasting betaald. Deze kunt u via de belastingaangifte terugvragen bij de Belastingdienst.
Hoeveel arbeidskorting je krijgt, is afhankelijk van de hoogte van je inkomen uit je werk. Als je een uitkering krijgt, heb je geen recht op de arbeidskorting. Je werkgever of uitkeringsinstantie verrekent deze heffingskortingen al met de loonheffing.
Een laag inkomen is een inkomen dat niet hoger is dan 120% van het sociaal minimum. Dit houdt in dat de maximale netto bedragen per huishouden als volgt zijn: Voor alleenstaanden of alleenstaande ouders van 21 jaar en ouder is het maximale nettobedrag € 1322,18 per maand (inclusief vakantietoeslag);