Personen met een IQ tussen 70 à 75 en 85 à 90 (zwakbegaafdheid) behoren niet tot de groep van personen met een verstandelijke handicap.
Bijvoorbeeld 'verstandelijke handicap, 'geestelijke handicap' of 'zwakzinnigheid'. Let op: een licht verstandelijke beperking is niet hetzelfde als 'zwakbegaafd'. 'Zwakbegaafd' wordt gebruikt voor mensen met een IQ tussen de 70 en 85. Een verstandelijke beperking kan licht, matig, ernstig of zeer ernstig zijn.
Voorbeelden daarvan zijn achterblijvende conceptuele vaardigheden, zoals kunnen lezen, schrijven en rekenen, achterblijvende sociale vaardigheden zoals communicatieve vaardigheden en het oplossen van sociale problemen en achterblijvende praktische vaardigheden zoals persoonlijke verzorging, omgaan met geld en gebruik ...
We spreken van ZB als iemand een IQ heeft tussen de 70 en 85. Mensen met LVB hebben tekorten in de verstandelijke functies (een IQ tussen 50-70) en tekorten in het aanpassingsvermogen die zijn begonnen gedurende de ontwikkelingsperiode.
Zwakbegaafdheid is een ander woord voor laagbegaafdheid. Iemand die zwakbegaafd is heeft moeite met leren en loopt qua ontwikkeling achter op zijn medemensen. Het tegenovergestelde is hoogbegaafd zijn.
Iemand met zwakbegaafdheid heeft een IQ tussen de 70 en 85. aanpassingsvermogen die zijn ontstaan gedurende de ontwikkelingsperiode. Hoewel het IQ een belangrijk aspect is van de classificatie ZB en LVB, moet er met name aandacht zijn voor de (beperkingen in) het adaptieve functioneren.
'Stoornissen' betreffen afwijkingen op orgaanniveau, 'beperkingen' worden door een persoon ondervonden bij het uitvoeren van activiteiten, en 'handicaps' hebben betrekking op de sociale nadelen die een persoon ondervindt als gevolg van gezondheidsproblemen.
Ongeveer 15 procent van de Nederlandse bevolking heeft een IQ lager dan 85. Het ging in 2008 om ongeveer 55.000 mensen met een IQ tussen 50 en 70 (lichte verstandelijke beperking) en ongeveer 2,2 miljoen mensen met een IQ tussen 70 en 85 (zwakbegaafdheid).
Je IQ ligt minder vast dan gedacht. Veranderingen in het volume van bepaalde hersengebiedjes tijdens je pubertijd kunnen je intelligentiescore flink omhoog krikken – of juist omlaag. Je intelligentie, uitgedrukt in IQ, verandert gedurende je leven nauwelijks.
Voorbeelden daarvan zijn achterblijvende conceptuele vaardigheden, zoals kunnen lezen, schrijven en rekenen, achterblijvende sociale vaardigheden zoals communicatieve vaardigheden en het oplossen van sociale problemen en achterblijvende praktische vaardigheden.
Bij studenten op een universiteit is het gemiddelde IQ 115. Ook voor deze groep geldt dat er studenten zijn die lager scoren dan het gemiddelde. In de normaalverdeling is heel goed zichtbaar dat er qua IQ een grote overlap is tussen studenten op een universiteit en het middelbaar onderwijs.
Je bent zwakbegaafd als je een IQ score tussen de 70 en 85 hebt. Volgens een schatting van het sociaal en cultureel planbureau heeft ongeveer 13% van de Nederlandse bevolking het niveau van een zwakbegaafd persoon of minder. Als je een IQ score van lager dan 85 hebt, betekent dit dat je een relatief laag IQ hebt.
Er zijn niet niet-genetische oorzaken die kunnen leiden tot een lichtverstandelijke beperking. Dan moet je denken aan bijvoorbeeld problemen tijdens de zwangerschap zoals een infectie met bacteriën of virussen.
111 – 120: boven gemiddeld. 90 – 110: normaal. 80 – 89: beneden gemiddeld. 70 – 79: laag begaafd/moeilijk lerend.
Het dier start zelf de meeste gespreken met mensen, zegt de Gorilla Foundation, die de gebarentaal leert aan gorilla's. Het iq van Koko is tussen de 70 en 95 op een menselijke schaal, waarop 100 'normaal' wordt geacht. De taalcapaciteiten van mensapen zijn gelijkaardig aan die van kleine kinderen.
Uitvoeren van de persoonlijke verzorging, huishoudelijke taken en bepaalde banen is mogelijk maar er is meer tijd nodig om hierin zelfstandig te worden. Aanzienlijke ondersteuning kan nodig zijn om te kunnen voldoen aan de sociale verwachtingen, werkgerelateerde zaken zoals planning, vervoer, gezondheid en geldbeheer.
Het betreft een indeling in zeven intelligentiecategorieën: hoger dan 130 (zeer begaafd); van 121 tot en met 130 (begaafd); van 111 tot en met 120 (hoog normaal/boven gemiddeld); van 90 tot en met 110 (nor- maal/gemiddeld); van 80 tot en met 89 (laag normaal/bene- den gemiddeld); van 70 tot en met 79 (debiel); beneden ...
Classificatie op basis van ernst
ernstige verstandelijke beperking (IQ 20-34 / ontwikkelingsleeftijd tussen de 3 en 5 jaar); matige verstandelijke beperking (IQ 35-49 / ontwikkelingsleeftijd 6-9 jaar; milde verstandelijke beperking (IQ 50-70 / ontwikkelingsleeftijd 9-12 jaar).
Definitie van een handicap
De Van Dale beschrijft een handicap als een belemmering. Iemand wordt belemmerd in bepaalde dingen die hij of zij zou willen doen, maar vanwege een handicap niet (of beperkt) kan doen.
zwakzinnig (bn) : achterlijk, debiel, dement, geestelijk gehandicapt, idioot, imbeciel, krankzinnig, zwakbegaafd, zwakhoofdig.
Het gaat dan om een stoornis waarbij het verstandelijke vermogen zich niet met de normale snelheid ontwikkelt en meestal ook nooit een gemiddeld niveau bereikt. Iemand heeft dan moeite om volledig te functioneren, in vergelijking met leeftijdgenoten.
Als mensen een laag IQ hebben, noemen we dit een verstandelijke beperking. Veel mensen met een laag IQ redden zich goed zelf, we noemen dit dan een lichte verstandelijke beperking (LVB). Mensen met een lichte verstandelijke beperking vinden een aantal dingen wél vaak moeilijk. Het oplossen van problemen is moeilijk.
Zo'n 13 procent van de Nederlanders heeft een IQ tussen 70 en 85, zij vallen onder de definitie 'zwakbegaafd'.
Het gemiddelde IQ in Nederland is 100, volgens de zogeheten normaalverdeling. Iemand met een score van 130 of hoger geldt als hoogbegaafd. Dit geldt voor ongeveer 2,5 procent van de Nederlanders. Circa 68 procent heeft een IQ tussen de 85 en 115.