Een injectie met oxytocine in je been kan helpen om dit proces te versnellen, omdat dit hormoon het samentrekken van de baarmoeder stimuleert. Het geboren laten worden van de placenta doet doorgaans geen pijn, maar kan wel een vreemd gevoel zijn.
Dit wordt ook wel de nageboorte genoemd. Enkele minuten tot een half uur na de bevalling zal je vanzelf nageboorteweeën voelen, waarmee je eens of een paar keer krachtig kunt persen om je placenta geboren te laten worden. Dat voelt iets minder heftig als bevallingsweeën, maar het kan nog steeds onprettig voelen.
Door die samentrekkingen (weeën) komt de placenta los van de baarmoederwand en wordt deze eruit gedreven. Bij sommige vrouwen gaat dit vanzelf, bij andere vrouwen is er hulp bij nodig, bijvoorbeeld door een baarmoedermassage of het toedienen van synthetische oxytocine.
Als een placenta (moederkoek) loslaat, gebeurt dit vaak met plotselinge buikpijn, die ook na verloop van tijd niet afneemt.Soms voelt de buik 'plankhard' aan. De loslating kan gedeeltelijk of totaal zijn. Bij het loslaten van de placenta ontstaan er vaak stoornissen in de stolling bij de moeder.
De placenta zit aan de ene kant vast aan de baarmoederwand en aan de andere kant zit binnen in de vruchtzak. De moederkant bestaat uit lobbig, paarsrood vlees en de babykant is grijzig glad waarop het prachtige patroon van de bloedvaten zichtbaar is als een levensboom.
Vaak komt de placenta binnen een half uur na de geboorte. Als de placenta (nog) niet komt kan de verloskundige adviseren om medicijnen (oxytocine) te geven en je blaas te legen. Afhankelijk van hoeveel bloed je verliest en hoe het verder met je gaat is het mogelijk om af te wachten.
De placenta wordt ook wel moederkoek of nageboorte genoemd. Meestal wordt de placenta binnen 30 minuten na je kindje vanzelf geboren. Soms zit de placenta zo vast, dat deze niet vanzelf geboren wordt. Ben je op dat moment onder begeleiding van de verloskundige, dan wordt de zorg overgedragen aan de gynaecoloog.
De tekenen van een loslating zijn vrij makkelijk herkenbaar: bloedverlies dat gepaard gaat met contracties en een abnormaal hartritme van de baby.
Een loslatende placenta is een zeer spoedeisende aandoening. De behandeling is afhankelijk van je zwangerschapsduur en de ernst van de loslating. Als je voldoende lang zwanger bent waardoor de baby levensvatbaar is, moet met spoed een keizersnede worden uitgevoerd.
Ook kan de positie van de placenta het voelen bewegen van je baby beinvloeden. Vaak krijg je bij de echo van 20 weken te horen waar je placenta ligt. Ligt de placenta tegen de voorwand van je baarmoeder, dan kan het zijn dat je de eerste schopjes wat later voelt dan anders.
Placenta: 650 g
Ook wordt koolzuurgas en andere afvalstoffen aan het moederlijk bloed afgegeven. Het bloed van de moeder en het bloed van het kind stromen in de placenta vlak langs elkaar heen.
De placenta heeft een doorsnede van 15 tot 20 cm, is 3 cm dik en weegt tot 500 g. Ze heeft een totale oppervlakte van ongeveer 14 m² en een bloedvatennetwerk van 40 tot 50 km lang.
De placenta komt los doordat de baarmoeder samentrekt. Daardoor heb je vaak een of een aantal naweeën waarbij je een paar keer moet persen. De verloskundige of arts voelt geregeld aan de baarmoeder om te kijken of deze goed samengetrokken is en of de placenta dus aan het loskomen is.
"Over het algemeen zegt 80 tot 90 procent van de vrouwen dat het de allerergste pijn is die ze ooit hebben gevoeld. We gebruiken de Numeric Rating Scale om pijn te meten. Tien is de allerergste pijn, nul is pijnloos. Vrouwen geven hun bevalling vaak een acht."
De pijn is vooral onder in de buik aanwezig en voelt soms ook als rugpijn. Ook tijdens het persen kan de pijn verschillen. Sommige vrouwen vinden het prettig als ze mee mogen persen, bij andere doet persen juist het meeste pijn.
De weeën worden dan krachtiger en doen meer pijn. Tot slot krijg je persweeën, die vooral vlak voor de geboorte pijn kunnen doen. Hoe je die pijn ervaart verschilt. De ene vrouw vindt het een opluchting mee te mogen persen, bij een ander doet persen juist het meest pijn.
Een placenta praevia heeft geen invloed op de groei en ontwikkeling van de ongeboren baby. Wel hebben vrouwen meer kans op bloedingen tijdens de zwangerschap. Het is dan ook goed alert te zijn op eventuele bloedingen en, wanneer daar sprake van is, contact op te nemen met de verloskundige of gynaecoloog.
Als variant wordt er vaak gekozen voor een halve lotus of halve lotusgeboorte. Hierbij wordt de navelstreng wel doorgeknipt (of doorgebrand, zie dit vrije geboorteverhaal waarin de ouders kozen voor cord burning), maar pas na enkele uren of een dag. Waarom kiezen ouders voor een lotusgeboorte?
Voor de geboorte
Bij een op de vier baby's wikkelt de navelstreng zich voor de bevalling op de een of andere manier om de nek. Dat is dus een vrij normaal en veelvoorkomend verschijnsel en het is geen reden voor bezorgdheid: de streng is soepel en lang en verstikt het kind niet.
Na de geboorte van de baby volgt nog de geboorte van de placenta (ook wel moederkoek). De moederkoek heeft er tijdens de zwangerschap voor gezorgd dat je baby voeding en zuurstof kreeg. De verloskundige controleert of de placenta losligt. Als dat zo is, kunnen de placenta en vliezen geboren worden.
De actieve fase begint bij zo'n 3-4 cm ontsluiting. Als de weeën nu goed aanhouden en sterker worden kun je rekenen op ongeveer een centimeter ontsluiting per uur. De weeën worden in deze fase pijnlijker en je hebt je volle concentratie nodig om ze op te vangen.
Actieve fase. De actieve fase of ook wel de ontsluitingsfase genoemd, is de fase waarin je van 0 naar 10 centimeter ontsluiting gaat. Hierin heb je vaak regelmatige weeën elke 2-4 minuten die 1 -1,5 minuten duren.
De snelste bevalling verliep binnen een uur, de langste bevalling duurde bijna 3 dagen.
De placenta ontstaat uit trofoblastcellen. De placenta zorgt ervoor dat je baby bloed en voedingsstoffen krijgt, zodat je baby kan groeien. De placenta zit vast aan de baarmoederwand. Vanuit de placenta lopen er bloedvaten van en naar je baby: de navelstreng.
Meestal groeit de placenta (moederkoek) ergens boven in de baarmoeder of op de voor- of achterwand van de baarmoeder. Een enkele keer komt het voor dat de placenta over de uitgang van de baarmoeder (placenta praevia), of er laag onder in de baarmoeder (laagliggende placenta), ligt.