Denemarken was in 1803 het eerste Europese land dat de slavernij afschafte, zestig jaar vóór Nederland. In 1807 verbood het Verenigd Koninkrijk – een van de grootmachten op dit gebied - de slavenhandel en in 1833 ook de slavernij. Pas dertig jaar later deed Nederland hetzelfde.
Haïti. Bij de Haïtiaanse Revolutie (1791-1804), waarbij de slaven van Haïti hun onafhankelijkheid op Frankrijk bevochten, werd in Haïti als eerste land ter wereld de slavernij volledig afgeschaft.
In de 17e en 18e eeuw was de driehoekshandel op zijn hoogtepunt en werden grote aantallen slaven door vooral Portugese, Engelse, maar ook Spaanse en Nederlandse handelaren gekocht aan de kust van West-Afrika en verkocht in Amerika. De huidige schatting is dat 12 miljoen slaven zijn vervoerd vanuit Afrika naar Amerika.
Nederland was voor even de grootste slavenhandelaar ter wereld - De Correspondent. De Gouden Eeuw staat bekend als dé bloeiperiode uit de geschiedenis. Minder bekend is dat Nederland toen ook een grote ronselaar van werkkrachten voor Braziliaanse plantages was.
Als laatste land ter wereld schafte Mauritanië de slavernij af, in 1980.
De landen waar slavernij het minst voorkomt, zijn IJsland, Ierland en Groot-Brittannië. Maar ook in die landen leven meer slaven dan voorheen werd gedacht. In Groot-Brittannië werken bijvoorbeeld zo'n 4400 mensen gedwongen in de seksindustrie, de landbouw, de horeca, de bouw, in nagelsalons of als huishoudelijke hulp.
Bij een verdrag dat de koloniale mogendheden in 1890 in Brussel sloten, werden slavernij en slavenhandel tot misdrijven tegen de mensheid verklaard. In 1920 werd door het internationaal Verdrag tegen slavernij elke vorm van slavernij verboden, zonder dat het begrip echter nauwkeurig werd omschreven.
De Arabieren waren zodoende de eerste georganiseerde slavenhandelaren die massaal Afrikanen naar buiten Afrika brachten. De slaven in Arabische landen werkten in de huishouding, als soldaat of ambachtslieden. Men schat dat er tussen 850 en 1850 drie miljoen Afrikanen door de Arabieren zijn verhandeld.
Barbarijse slavenhandel was de handel in slaven van de 16e tot in de 19e eeuw in gebieden aan de Barbarijse kust van Noord-Afrika. Het betrof het sultanaat Marokko en plaatsen in het latere Algerije, Tunesië en het westelijk deel van Libië.
De slavenhandel begon toen de Afrikaanse vorsten gijzelaars uitleverden aan de Europese handelaren. De Europeanen zagen echter al snel brood in de mensenhandel en vooral de Portugezen zetten een grootschalige slavenhandel op touw.
Slavernij bestaat minstens zo lang als de geschiedschrijving. Het oude Egypte, het oude Griekenland, het oude Rome, maar ook modernere Afrikaanse, Amerikaanse, Arabische en Aziatische culturen maakten en maken veelvuldig gebruik van slavenarbeid.
De grootste slavenhandelaren in de waren de Arabieren. Het gevangennemen en als slaaf verkopen van Afrikaanse donkergekleurde mensen is door de Arabieren lang volgehouden en vooral met meer slachtoffers dan de vergelijkbare landen in Europa.
Slavernij komt sinds mensenheugenis voor. De Egyptenaren hebben slaven, net als de Grieken en Romeinen. Maar de meeste mensen denken bij slavenhandel aan de 17e eeuw, de 'Gouden Eeuw'. Nederland wordt een grote speler in de slavenhandel nadat de West-Indische Compagnie (WIC) is opgericht.
Op 1 juli 1863 schaft Nederland de slavernij af in zijn koloniën. Naar schatting 45.000 slaven, waaronder zo'n 34.000 mensen in Suriname, worden op die dag vrij man of vrouw. In 1848 had Nederland al besloten dat de slavernij zou worden afgeschaft.
In Suriname wordt Keti Koti ook wel de Dag der Vrijheden of 'Emancipatiedag' genoemd. Keti Koti betekent letterlijk 'ketenen gebroken'.
Na de afschaffing van de slavenhandel in 1815 door koning Willem I ingevolge het Congres van Wenen werd in het Koninkrijk der Nederlanden bijna vijftig jaar later, in 1863, de slavernij zelf afgeschaft. Al eerder waren andere koloniale mogendheden overgegaan tot afschaffing.
De berbers, die zich Amazigh (betekent 'vrije man') noemen, zijn de oorspronkelijke bewoners van Marokko. De Marokkaanse Arabieren stammen af van de Arabische veroveraars die in de zevende eeuw voor het eerst Marokko binnenkwamen en van de Arabische moslims die in de vijftiende eeuw uit Spanje werden verdreven.
Afrikaanse mensenhandelaren waren meedogenloos en hebzuchtig.Zonder wroeging vingen ze miljoenen slaven, die de Europeanen vervolgens naar de Amerika's verscheepten. Daarmee droegen ze bij aan de rijkdom van Europa en brachten ze hun eigen continent schade toe.
De eerste generatie Marokkanen is in de jaren zestig en zeventig van de 20ste eeuw als gastarbeider en als gevolg van de daaropvolgende gezinshereniging naar Nederland gekomen. De werving van Marokkaanse gastarbeiders werd beëindigd in 1973. Op dat moment waren er ongeveer 22.000 Marokkanen in Nederland.
De Romeinse provincie Africa besloeg de Tunesische en Libische kustgebieden. De Romeinse benaming werd in de middeleeuwen door de Arabieren overgenomen als Ifriqiya. Later werd de hele noordelijke kuststrook door Europeanen Africa genoemd en in de tijd van de ontdekkingsreizen werd het hele continent hiermee aangeduid.
Ketikoti in Suriname
Op 1 juli 1955, onder premier Ferrier, werd 'Ketikoti' een officiële Surinaamse feestdag (vrije dag). Formeel heet deze dag Dag der Vrijheden. Informeel wordt de feestdag ook wel Kettingsnijden genoemd.
De onderzoekers hebben uitgerekend dat de opbrengst van de Nederlandse slavenhandel in de zeventiende en achttiende eeuw tussen de 63 en 79 miljoen gulden is geweest. Per jaar was het tussen de 200.000 en 600.000 gulden, met af en toe uitschieters van meer dan een miljoen gulden.
Suriname heette vroeger 'Nederlands Guyana'. De buurlanden van Suriname heten nog steeds 'Guyana'. Op 25 november 1975 wordt Suriname een onafhankelijke republiek. Er volgt een zeer onrustige periode met als dieptepunt een staatsgreep door militairen en politieke moorden.
Hoe lang duurde de slavernij? De slavernij duurde zo'n tweehonderd jaar en in die tijd werden meer dan 12 miljoen Afrikanen uit hun land verscheept naar Curaçao, Suriname en Brazilië.
De stad Utrecht was direct betrokken bij de slavenhandel en profiteerde van de opbrengsten, blijkt uit onderzoek. Verschillende lagen van de Utrechtse bevolking hebben aangezet tot, geïnvesteerd in en geld verdiend aan slavernij in Amerika, Afrika en Azië, luidt de conclusie uit het boek Slavernij en de stad Utrecht.