In de eerste drie weken vermijdt men best lokaal contact met de baarmoederhals: vaginale tampons, vrijen en zwemmen in een openbaar zwembad of zeewater. Een eerste controle van het uitstrijkje wordt gepland na 6 maanden. Daarna blijft de opvolging ook belangrijk.
Het wegnemen van een stukje weefsel veroorzaakt een klein wondje dat kan bloeden. In de meeste gevallen is maandverband voldoende. Meestal stopt het bloedverlies binnen een paar dagen. Zolang u bloed verliest, is het beter om niet te vrijen.
Weer thuis na conisatie
Houd na de operatie een week rust. Doe in die periode ook geen huishoudelijk werk. Tot ongeveer twee tot drie weken na de operatie kun u last hebben van bloederige afscheiding. Dit komt door de vorming van nieuw weefsel.
Na een conisatie duurt het 3 weken voordat het wondje is hersteld. Na 6 maanden krijgt u een uitstrijkje. Hiermee controleert de arts of de afwijking helemaal weg is. Wilt u zwanger worden, dan kunt u daar het beste mee wachten totdat het uitstrijkje weer normaal is.
De eerste dagen mag u niet fietsen of sporten. U kunt 2 tot 3 weken last hebben van bloederige afscheiding. Dit komt door de vorming van nieuw weefsel.
Bij de meerderheid van de patiënten verdwijnt het HPV dat zich in de afwijkende cellen heeft genesteld met de conisatie. Ongeveer 30% blijft HPV zes maanden na een behandeling positief en 10% blijft drager na achttien maanden. Een tweede behandeling is nodig bij 5 - 8% van de vrouwen.
Uw baarmoederhals kan na de behandeling nog een paar dagen een beetje pijn doen. U kunt ook buikpijn hebben. De wond van het wegsnijden zal de eerste dagen bloeden. Na ongeveer 6 dagen komt er iets meer bloed uit uw vagina.
Regelmatig komen keelpijn en spierpijn voor na de operatie.Dit is normaal en gaat vanzelf over. Bij pijn kunt u thuis paracetamol blijven gebruiken (maximaal 3000 mg per dag). Als de buikpijn verergert dient u contact op te nemen met het ziekenhuis.
Bij CIN 3 is de kans dat er uiteindelijk baarmoederhalskanker ontstaat groter. Daarom adviseren artsen bij CIN 3 bijna altijd om je te laten behandelen. Zo kun je voorkomen dat CIN 3 overgaat in baarmoederhalskanker. Welke behandeling het meest geschikt is, hoor je van je arts.
Soms is het nodig dat u na de behandeling een nacht in het ziekenhuis blijft. Na de conisatie kunt u gedurende 2 à 3 weken nog bloed verliezen of een bloederige afscheiding hebben. Dit wordt vanzelf minder.
Dan krijgt u een uitstrijkje 6 maanden na het begin van de behandeling ter controle. Krijgt u de crème voor een CIN 3 afwijking? Dan krijgt u 2 weken na het einde van de behandeling weer een colposcopie ter controle. De arts neemt hierbij zo nodig ook weer weefsel weg voor onderzoek.
Bij een LETZ is een oppervlakkig stukje weefsel uit de baarmoederhals weggenomen.Bij een conisatie is een kegelvormig stukje weefsel uit de baarmoederhals weggenomen. In deze folder staan enkele belangrijke praktische zaken, voor u en eventueel uw huisarts.
Van de lisexcisie zelf voel je meestal niets. Wel geeft het wegbranden soms een branderige geur en kun je wat rook zien. De patholoog onderzoekt het verwijderde weefsel onder de microscoop. Na ongeveer 1 tot 2 weken hoor je of de lisexcisie voldoende is geweest.
Je kan aan het maagdenvlies niet zien of iemand seks heeft gehad. Ook een dokter kan dit niet zien. Zelfs als je vaak seks hebt gehad, kan het maagdenvlies nog intact zijn.
In onderzoek kan iemand maagd genoemd worden als hij/zij geen 'penetrerende geslachtsgemeenschap' heeft gehad. Iemand kan dan dus wel allerlei andere seksuele handelingen hebben gedaan. En ook daardoor, zonder uiteindelijk geslachtsgemeenschap, kun je HPV krijgen.
Mensen denken vaak dat HPV wordt overgedragen door seks, maar dat hoeft niet per se. Je kunt het virus ook krijgen als je vrijt of voorspel hebt met iemand die besmet is. HPV wordt dan overgedragen via de handen, huid en mond. HPV komt veel voor.
Soms ruimt je lichaam een HPV-infectie niet op. Het virus blijft langer in de cellen zitten.En kan de cellen dan veranderen. Deze afwijkende cellen verdwijnen ook vaak vanzelf.
Uw lichaam ruimt het virus bijna altijd weer zelf op. Het duurt 1 tot 2 jaar voordat het virus helemaal weg is. Soms kan uw lichaam het virus niet goed opruimen. U blijft dan veel langer besmet en u heeft een grotere kans op baarmoederhalskanker.
Het virus is heel besmettelijk. "Het is absoluut niet zo dat mensen met HPV seksueel flink tekeer zijn gegaan. Het virus is echt heel normaal. Ook als je je hele leven slechts één seksuele partner hebt, kun je het van die partner krijgen." In de meeste gevallen is het niet ernstig als je het krijgt (zie vraag 4).
Een conisatie is een kleine operatie waarbij de gynaecoloog een stukje weefsel van de baarmoedermond wegneemt. Het weggenomen stukje weefsel onder- zoeken wij in het laboratorium. Waarom een conisatie? Waarschijnlijk is alles begonnen met het vinden van een aantal afwijkende cellen in uw uitstrijkje.
PAP-scores bij uitstrijkje
PAP 2: er zijn enkele afwijkende cellen gevonden, maar een aanvullend onderzoek bij de gynaecoloog is niet nodig. De cellen herstellen zich vanzelf. Wel wordt na zes maanden een nieuw uitstrijkje gemaakt. PAP 3a: er zijn cellen met een matig ernstige afwijking gevonden.
Het herstel na lisexcisie / LETZ
De baarmoedermond heeft ongeveer drie tot zes weken nodig om te genezen. Gedurende deze periode hebben de meeste vrouwen wat bloederige afscheiding, dat is normaal. Meestal neemt vijf à tien dagen na behandeling het bloedverlies wat toe.
Besmetting. Besmetting kan plaatsvinden door te vrijen met iemand die HPV heeft. Condooms verminderen de kans op besmetting met HPV, maar het virus verspreidt zich ook via handen, huid en mond. HPV verdwijnt meestal vanzelf na ongeveer 1,5 jaar uit het lichaam, in die periode is diegene besmettelijk.
Vaak merk je niets van een infectie en meestal ruimt het lichaam de infectie binnen 1 tot 2 jaar zelf op. Soms gebeurt dat niet, en kan na 10 tot 15 jaar kanker ontstaan. Andere typen HPV, zoals typen 6 en 11, kunnen leiden tot genitale wratten (wratten bij de vagina of penis).
Om de wondjes goed te laten genezen, wordt u in die periode verzocht geen tampons te gebruiken, niet te zwemmen of in bad te gaan en geen geslachtsgemeenschap te hebben. Als u na de behandeling nog pijn hebt, kunt u een normale pijnstiller innemen, bijvoorbeeld paracetamol of ibuprofen.