Bij het overlijden van bloed- en aanverwanten in de 2e graad (zoals grootouder, broer, zus of kleinkind) heeft een medewerker recht op twee dagen verlof (dag van overlijden en dag van begrafenis of crematie).
Overlijdt je (schoon-)broer of (schoon-)zus, je (over-)grootouder, een (achter-)kleinkind of een schoonzoon of schoondochter, dan heb je recht op twee dagen klein verlet als deze persoon bij jou inwoonde. Hetzelfde geldt voor deze familieleden van je echtgeno(o)t(e).
De regels voor verlof bij overlijden zijn: Echtgenoot/partner en bloed- of aanverwanten in de 1e graad: vier dagen (vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis/crematie). Bloed- of aanverwanten in de 2e graad: twee dagen (de dag van overlijden en de dag van begrafenis/crematie).
Als een direct familielid overlijdt, heeft u recht op calamiteitenverlof. Dit verlof is om meteen de nodige zaken te regelen. Het calamiteitenverlof kan overgaan in bijzonder verlof.
Onder een direct familielid wordt verstaan een bloed- of aanverwante in de rechte lijn en in de tweede graad van de zijlijn.
Dit zijn: broers en zussen (inclusief stiefbroers en stiefzussen)
Eerstegraads familieleden: partner*, ouders (ook adoptie- en stiefouders), schoonouders, kinderen (ook adoptie- en stiefkinderen), schoondochters- en zonen. Tweedegraads familieleden: broers en zussen, kleinkinderen, grootouders, schoonzussen en zwagers, stiefbroers- en zussen.
Wettelijk verlof
geboorteverlof;ouderschapsverlof;adoptieverlof of pleegzorgverlof;zorgverlof (kortdurend en langdurend);
Bijzonder verlof is niet wettelijk geregeld. Soms staat het in de cao van je werkgever. Of maakt je baas daar zelf afspraken over in je arbeidsovereenkomst of het bedrijfsreglement. De personeelsafdeling van je werkgever kan je vertellen welk bijzonder verlof je precies kunt krijgen.
Tweedegraads familieleden: broers, zussen, kleinkinderen, opa's, oma's, schoonzussen, zwagers, stiefzussen, stiefbroers. Derdegraads familieleden: ooms, tantes, neven en nichten (kinderen van een broer of zus), overgrootouders, achterkleinkinderen.
Neem contact op met het gemeente- of OCMW-bestuur. Als het OCMW tussenkomt in de begrafeniskosten, dan zal een maatschappelijk assistent een sociaal en financieel onderzoek uitvoeren. Het gemeentebestuur zal een minimale begrafenis verzorgen.
Twee dagen voor het overlijden van een inwonende broer, zus, schoonzus, schoonbroer, grootvader, grootmoeder, kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter, van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.
Een begrafenis kost in Nederland al gauw tussen de € 7.000 en € 11.000. Vaak liggen begrafeniskosten hoger dan de kosten voor een crematie. Dat komt omdat de begrafeniskosten voor een deel bestaan uit grafkosten. Deze grafkosten verschillen sterk per gemeente en liggen tussen de € 800 en € 7.000.
Concreet heeft de werknemer voortaan recht op 10 dagen rouwverlof bij overlijden van: de echtgenoot/echtgenote of samenwonende partner van de werknemer; een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.
Nadat een dierbare overlijdt, hebt u als werknemer vaak langer de behoefte aan vrije tijd dan de vier dagen die er nu vastgelegd zijn in de wet. Bij sommige bedrijven kunt u rouwverlof opnemen, maar een wettelijk recht hierop bestaat nog niet. Het is dan aan te raden om de werkgever te vragen naar de mogelijkheden.
Hieronder verstaan we: Ziekte, ongeval of een ziekenhuisopname van een partner of iemand die onder hetzelfde dak woont (bijvoorbeeld een inwonend familielid). Ziekte, ongeval of hospitalisatie van een kind, schoonkind, ouder of schoonouder, zelfs als deze niet onder hetzelfde dak wonen met je medewerker.
Hoeveel dagen hangt af van het aantal uren dat je volgens je contract werkt. Werk je 20 uur of minder per week dan mag je maximaal twee dagen per week aanwijzen waarop je niet ingeroosterd wordt. Het mogen er ook minder zijn. Werk je meer dan 20 uur per week dan mag je maximaal één dag in de week aanwijzen.
Twee dagen omstandigheidsverlof bij het overlijden van:
een broer, zus, schoonzus, schoonbroer. een grootvader, grootmoeder, kleinkind. een overgrootvader, overgrootmoeder, achterkleinkind. een schoonzoon of schoondochter.
Bij een 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksjubileum van ouders, schoonouders of grootouders hebben medewerkers recht op één vrije dag. Wanneer een direct familielid van de werknemer overlijdt, heeft de werknemer recht op het zogenoemde calamiteitenverlof.
Rol van de werkgever
Wat uw relatie tot de overledene ook is, meld een overlijden altijd zo snel mogelijk bij uw werkgever. Dien daarbij ook direct de verlofaanvraag in. Een werkgever hoeft een verlofaanvraag die niet in de wet, cao of bedrijfsregeling staat, niet te honoreren.
Als je calamiteitenverlof of kort verzuimverlof wilt opnemen vanwege een sterfgeval, meld dit dan zo snel mogelijk bij je werkgever. Je geeft daarbij aan hoe lang je denkt dat het ongeveer gaat duren. Je salaris wordt gewoon doorbetaald. Er geldt geen maximum aantal uren calamiteiten- of kort verzuimverlof per jaar.
Als het niet anders kan en de afspraak is onder werktijd, hoeven werknemers hiervoor vaak geen verlofuren in te leveren. Uw werknemer moet in principe gewoon uren opnemen als hij onder werktijd naar de fysiotherapeut wil gaan.
Derde graad
ooms en tantes (broers of zussen van de ouders).
Dit betekent dat broers en zussen bloedverwanten zijn in de tweede graad, ooms en tantes in de derde, en volle neven en nichten in de vierde graad. Kinderen van broer of zus zijn bloedverwant in de derde graad.
De graad van bloedverwantschap kan worden uitgerekend door het aantal geboorten tussen jouw en het andere familielid te tellen. Je kunt erven tot en met de zesde graad van bloedverwantschap. Voorbeelden: Je moeder is 1e graads (in rechte lijn).