Dit schaalmodel is gemaakt met schaal 1 : 10, want 1 cm in het kleine model komt overeen met 10 cm in de grote kubus.
Als het model 10 maal zo klein is als het origineel, is de vergrotingsfactor 0,1, of anders geschreven 1 : 10 (uitgesproken als: een op tien). Dit geeft dus aan dat 1 cm van het model 10 cm van het origineel betreft.
Onder de tekening staat een schaal: 10 : 1. Dat betekent dat 10 centimeter op de tekening hetzelfde is als 1 centimeter in werkelijkheid.
1:12 = 38 cm. 1:18 = 25 cm. 1:32 = 14 cm. 1:43 = 10 cm.
Is de schaal 1 : 50 dan is het model 50 keer kleiner dan in werkelijkheid. Wil je de maten van het model weten, dan deel je de echte maten door 50. Vandaar het deelteken. Omgekeerd zijn de werkelijke maten 50 keer groter dan die van het model.
Het origineel noemen we in de wiskunde ook wel het model. Bij vergrotingen of verkleiningen staat vaak een schaal weergegeven. Een schaal geeft aan wat de afmetingen van het beeld zijn ten opzichte van het origineel. Een schaal van 1 : 5 betekent dat de afmetingen van het origineel 5x zo groot zijn als het beeld.
Schaalmodellen worden veelal aangeduid met een / (1/16) of : (1:16). De schaal probeert de verhouding aan te geven tussen het schaalmodel en de originele tractor. De lengte of de breedte van een Bruder tractor met de schaal 1:16 is 16 keer kleiner dan bij de originele tractor. Andersom komt ook wel eens voor.
Het gemiddelde verbruik voor een benzineauto ligt zo rond de 1 op 15, dus één liter benzine op 15 kilometer.
Staat er bijvoorbeeld 1:18 bij vermeld, dan is iedere 18 cm van het origineel 1 cm in miniatuur. Om de lengte te krijgen, deel je dus de totale lengte door de schaal. Er zijn heel veel verschillende schalen.
Een schaal van 1 : 100 betekent dat 1 lengte-eenheid van het model in het echt 100x zo groot is. Dus stel het schaalmodel van het schip is 10 centimeter, dan weet je dat het schip in het echt 100 · 10 centimeter = 1.000 centimeter (oftewel 10 meter) lang is.
Schaal 1:24 - Een schaal die is gebouwd en verzameld door zowel kinderen als volwassenen. Voorheen een zeer populaire schaal voor grotere modellen. Ze zijn ongeveer 7 inches (17,78 cm) lang.
Een schaal wordt vaak aangeduid met een breuk (1/10) of een dubbele punt (1:10). Deze schaal houdt in dat het schaalmodel 10 keer verkleind is. Schaal 2:1 zou betekenen dat het schaalmodel twee maal vergroot is.
Voorbeelden: 1% = 1/100 = 1 : 100 = 0,01.
Een hele is verdeeld in acht gelijke stukken, oftewel: 1 : 8 =. Daar hoort het kommagetal 0,125 en het percentage 12,5% bij. Handig om deze gegevens bij elkaar op een overzichtskaart te hebben!
Wanneer iets 1/3 deel is van iets anders, kan je de breuk omzetten naar een kommagetal: 1/3 = 0,33... Dit wil dan zeggen dat het ongeveer 33 % zal zijn. (Het kommagetal x 100, dus.)
Gebruik de verhouding 1:40 (1 deel olie op 40 delen benzine). Als vuistregel telt u dus voor 1 liter benzine zo'n 0,025 liter (25 ml) synthetische olie. Let op: de dosering kan echter variëren afhankelijk van het type en de leeftijd van de motor. Controleer altijd de aanbevelingen van de fabrikant.
Bij een mengverhouding van 1:25 betekent dit dus dat je 1 liter olie met 25 liter benzine moet mengen.
Kwart is de benaming voor het breukgetal 1/4 (¼), dus een gedeeld door vier. Deelt men iets in vier gelijke delen, dan is elk deel een kwart. Letterlijk betekent kwart 'een vierde deel' (uit het Latijn quartus 'vierde').
Je benzinekosten berekenen is eigenlijk heel eenvoudig. Je auto loopt bijvoorbeeld 1 op 20, dat betekent dat je auto 20 kilometer kan rijden op 1 liter brandstof. Geeft je auto het verbruik in liters aan dan betekent het dat je auto zoveel liter brandstof nodig heeft om 100 kilometer af te leggen.
Auto's die 5,0 l/100 km slurpen, oftewel 1: 20, zijn onder andere de Skoda Fabia 1.0 TSI, Kia Rio 1.0 T-GDI MHEV, Fiat 500 Hybrid en zelfs de Mazda 3 Sedan met 186 pk SkyActiv-X-machine.
Een auto is zuinig wanneer het zo min mogelijk brandstof verbruikt per kilometer. Als u gaat kijken naar wat zuinig is om te rijden, dan is 1 liter brandstof op 20 kilometer zuinig en 1 liter brandstof op 3 kilometer onzuinig. Een gemiddelde benzineauto rijdt ongeveer 1 op 15.
De schaal geeft de verhouding aan tussen het schaalmodel en de originele trekker. De lengte en de breedte van een Siku trekker met de schaal 1:32 is 32 keer kleiner dan bij de originele trekker.
Benzineauto's zijn in veel gevallen redelijk zuinig in verbruik ten opzichte van auto's op gas. Een gemiddelde benzineauto rijdt ongeveer 1 op 14. Dit betekend dat je 14 kilometer met 1 liter brandstof kunt rijden.