Beleefde vormOm beleefd te klinken, gebruiken we vaak zouden. Als we beleefd een verzoek doen, voegen we bovendien het bijwoord graag toe. Ik zou graag een retourtje Leiden willen. We zouden graag eens Damascus bezoeken.
Het woord zouden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Abou en Mila zouden daarin om 15 uur bij de notaris moeten zijn. Je luistert ook naar Abou en Mila die de weg vragen aan een politieagent. Je krijgt oefeningen en toetsen waarmee je zelf controleert of je alles goed begrepen hebt.
Zoudt u is erg formeel; de gewone vorm bij u is zou.
Het belangrijkste verschil tussen will en would is dat would in de verleden tijd gebruikt kan worden, maar will niet. Ook wordt would vaak gebruikt om te verwijzen naar een toekomstige gebeurtenis die onder specifieke omstandigheden kan plaatsvinden, terwijl will algemener wordt gebruikt om te verwijzen naar toekomstige gebeurtenissen .
Officially, zouden is the past tense of zullen, but in reality, these verbs have completely different functions. Both verbs can be used in a variety of situations. They are indispensable if you want to express more abstract thoughts.
Wens of voorkeur
In de deze betekenis combineer je zou(den) vaak met graag of liever en eventueel nog willen, kunnen of moeten. Zij zouden graag naar Parijs (willen) gaan.
Technisch gezien is would de verleden tijd van will , maar het is een hulpwerkwoord dat op veel manieren gebruikt kan worden, waarvan sommige zelfs de tegenwoordige tijd uitdrukken.
De Basis: Zullen en Zouden
Bijvoorbeeld: – Wij zullen morgen naar de bioscoop gaan. – Ik zal je helpen met je huiswerk. Aan de andere kant, zouden is de verleden tijd vorm van 'zullen' maar wordt ook gebruikt om een voorwaardelijke wijs, een wens of een beleefd verzoek uit te drukken.
Zou + infinitief
- Je kan zou graag + infintief gebruiken om een wens uit te drukken. Bv. Ik zou graag muzikant worden.
Voor de aanspreekvorm gij is later u in de plaats gekomen. Daarbij hoort de werkwoordsvorm zou: het is zou u, net als zou hij/zij en zou jij. Dat zoudt u nog geregeld voorkomt, heeft waarschijnlijk met de uitspraak te maken. De [t]-klank tussen de ou van zou en het onderwerp u vergemakkelijkt namelijk de uitspraak.
Vervoeging: ik zal, je zult / je zal, u zult / u zal, hij zal, wij zullen. ik zou, wij zouden.
zullen – je zult – zul je. Deze vormen zijn ook correct, maar ze zijn nogal informeel.
In Nederland wordt in zulke zinnen in plaats van zal ook weleens zou gebruikt, maar een niet te verwaarlozen groep taalgebruikers keurt dat gebruik af. Het is daarom niet duidelijk of zou in deze zinnen als correct kan worden beschouwd.
Gebruik "zou" om "should", "would" en "could" te vormen. Bekijk deze aflevering van onze podcasts als u naar een verhaal wilt luisteren waarin "zou" vaak wordt gebruikt.
Tegenwoordige tijd en toekomende tijd
Hoewel we de verleden tijd van zullen (zouden) gebruiken, spreken we over hypothetische situaties in het heden of in de toekomst. Voor hypothetische situaties in het verleden gebruiken we de hypothetische verleden tijd.
De correcte spelling is mocht.
Vervoeging van het werkwoord mogen: ik mag, jij mag, wij mogen. ik mocht, wij mochten. ik heb gemogen.
Zullen and Zouden
Eigenlijk is zouden de verleden tijd van zullen, maar in werkelijkheid hebben deze twee werkwoorden compleet verschillende functies. Beide werkwoorden kunnen in meerdere situaties worden gebruikt.
Een ander verschil tussen 'will' en 'would' is dat 'will' wordt gebruikt in uitspraken die verwijzen naar de toekomst, terwijl 'would' wordt gebruikt om te verwijzen naar gebeurtenissen in de toekomst in de verleden tijd . 'Would' wordt echter ook gebruikt om verschillende soorten zinsfuncties uit te drukken, zoals beleefde aanbiedingen, uitnodigingen, verzoeken, etc.
Mensen vervoegen "like" in de voorwaardelijke wijs als een vorm van beleefdheid in plaats van alleen maar "I want" te zeggen . Een veelvoorkomend voorbeeld is het bestellen van eten in een restaurant of drankjes in een bar. We zouden zeggen: "I would like...". Natuurlijk kun je "would like" ook gebruiken in de then-zin van een if-then-zin.
Het werkwoord is zullen. Verleden tijd: zouden, maar ook als mogelijkheid tot in dit geval willen: Zou je dat niet willen? Zul je dat niet willen, kan ook een mogelijkheid zijn maar dan in de toekomst.