Kinderen met milde lees- en/of spellingproblemen komen niet in aanmerking voor de diagnose dyslexie, ook niet als ze hoogbegaafd zijn.
Als een kind dyslexie heeft en daarnaast ook hoogbegaafd is, dan noemen we dat een dubbeldiagnose of in in het Engels: Twice-Exceptional. Een kind heeft dan 2 kenmerken die op elkaar inwerken, maar elkaar ook maskeren. Door de hoge intelligentie zijn ze bijvoorbeeld in staat om hun dyslexie goed te compenseren.
Zoals eerder benoemd is dyslexie vooral gerelateerd aan leestaken en heeft het geen bewezen invloed op intelligentie.
In feite kunnen mensen met dyslexie, ondanks hun leesvermogen, een scala aan intellectuele capaciteiten hebben. De meesten hebben een gemiddeld tot bovengemiddeld IQ , en net als de algemene bevolking hebben sommigen superieure tot zeer superieure scores. Dus onze kinderen lijken niet alleen slim. Ze *zijn* slim.
Hoogbegaafdheid theorie
Belangrijkste criteria: hoge intelligentie, motivatie èn creativiteit.
Ze kunnen bijvoorbeeld al zien hoe ze iets willen, al weten hoe iets moet, maar nog niet de verfijnde motoriek hebben om het te maken. Zijn soms, niet altijd, cognitief ook al verder dan de sociale en emotionele ontwikkeling. Daardoor kan een hoogbegaafd kind heel volwassen en wijs overkomen.
Hoogbegaafde kinderen hebben een snelle cognitieve ontwikkeling. Dit wil zeggen: een snelle ontwikkeling van het opslaan, verwerken, terughalen en toepassen van kennis en informatie. Daarnaast hebben ze ook hele sterke karaktereigenschappen. Deze eigenschappen worden zijnskenmerken genoemd.
Twee keer uitzonderlijk of 2e is een term die wordt gebruikt om leerlingen te beschrijven die zowel intellectueel begaafd zijn (zoals vastgesteld door een erkende gestandaardiseerde beoordeling) als leerlingen met leerproblemen, waaronder ook leerlingen met dyslexie vallen.
Er zijn veel voorbeelden van beroemde dyslectische uitvinders, filmmakers, acteurs, ontwerpers, schilders, beeldhouwers en zelfs schrijvers, die het ver hebben gebracht juist door gebruik te maken van deze sterke punten.
Er is niet één enkel "dyslexie-gen"; momenteel zijn er meer dan 40 genen gekoppeld aan dyslexie, elk waarschijnlijk met een klein effect op zichzelf. Er is in geval van dyslexie geen enkel "dominant" of "recessief" gen.
Personen met leerproblemen zijn over het algemeen (maar niet noodzakelijkerwijs) bovengemiddeld intelligent. Er ontstaat altijd een discrepantie tussen het gemeten IQ van het individu en het prestatie-IQ. Bijvoorbeeld, het individu kan een gemeten IQ van 125 hebben, maar als gevolg van dyslexie, leesvaardigheden die onder het gemiddelde liggen .
Hoewel we de precieze oorzaak dus niet weten, is wel duidelijk dat dyslexie een neurologische basis heeft. Dit houdt in dat afwijkingen in de hersenen leiden tot verstoringen in het opnemen van talige informatie. Het gaat dan vooral om de verwerking van klanken en letters, dat zich uit in moeite met lezen en spellen.
Het antwoord hierop is ja. Het is opvallend dat er zo veel vragen zijn over het vaststellen van dyslexie bij hoogbegaafde kinderen. Dyslexie staat namelijk los van intelligentie en er is dus geen verschil met beneden gemiddeld of gemiddeld begaafde kinderen bij het vaststellen van dyslexie.
100 is het gemiddelde dat overeenkomt met mavo/vmbo-denkniveau. Vanaf een score van 130 spreekt men van hoogbegaafdheid. Met een IQ score tussen de 120 en 130, wordt vaak gesproken over 'meerbegaafd'. Een score van 145 of meer valt in de categorie 'uitzonderlijk begaafd'.
Intelligentie. Zoals in de definitie van dyslexie wordt beschreven (BVRD, 2021), gaat het om een specifieke leerstoornis die niet het gevolg is van een algemene verstandelijke beperking.
De meeste mensen met dyslexie zijn, op zijn minst, gemiddeld of bovengemiddeld intelligent . Vaak beschouwen kinderen die niet kunnen lezen en spellen zichzelf niet als slim. Het is erg belangrijk dat "dyslectische" studenten al hun sterke punten ontwikkelen. Technologie maakt het leven makkelijker voor kinderen die moeite hebben met lezen en schrijven.
Kinderen die zowel hoogbegaafd als dyslectisch zijn, zijn vaak te herkennen aan de volgende signalen: Veel spellingsfouten.Wel goed mondeling taalgebruik, maar schriftelijk wel problemen.Negatief beïnvloede prestaties (verveling, faalangst, enz.)
1 van Nederlands bekendste YouTube-sterren is Jordi van den Bussche, beter bekend als Kwebbelkop. Het feit dat hij dyslectisch is, heeft hem er nooit van weerhouden dingen uit te proberen.
Dyslexie heeft geen enkele correlatie met iemands intelligentie . Sterker nog, mensen met dyslexie hebben vaak een bovengemiddeld IQ.
Belangrijke deelkenmerken van hoogbegaafdheid die je bij hoogbegaafde kinderen kunt herkennen zijn in ieder geval de volgende: nieuwsgierigheid, voorsprong in ontwikkeling, goed geheugen, leergierigheid, creativiteit, asynchrone ontwikkeling, complex denken, hooggevoeligheid en een sterk rechtvaardigheidsgevoel.
Kinderen met dyslexie lopen vaak tegen een aantal problemen aan: Ze vinden het lezen en begrijpen van lange teksten moeilijk. Ze moeten een tekst of vraag meerdere keren lezen om de inhoud te begrijpen. Ze lezen vragen verkeerd en geven daarom het verkeerde antwoord.
Wat is hoogbegaafdheid? Hoogbegaafdheid betekent dat je snel denkt en je ingewikkelde dingen goed kan begrijpen.Je werkt graag zelfstandig, bent nieuwsgierig en hebt veel motivatie.
Hoogbegaafdheid wordt vaak gedefinieerd als een intellectuele vaardigheid die gekoppeld is aan een IQ-score van 130 of meer. Echter, niet alle hoogbegaafde kinderen blinken uit op een academisch gebied. Tekenen van een hoogbegaafd kind omvatten ook een hoog creatief, artistiek, muzikaal en/of leiderschapsvermogen in vergelijking met leeftijdsgenoten .
De ene hoogbegaafde kan een aanleg hebben voor wiskunde maar ondertussen slecht presteren in taalvakken.