Imraan (Arabisch: عمران) is in de Koran de vader van Maryam.
Haar kind, Isa, is een van de 26 profeten die in de koran voorkomen, de op één na laatste voor Mohammed. Maryam is niet alleen maagd, ze heeft ook geen man: Jozef ontbreekt in de koran.
Zakariya was de vader van profeet Yahya en tevens een wijze geleerde en raadgever voor de Israëlitische volk. Daarnaast was hij de verzorger en opvoeder van Maryam. Zakariya wordt in de Koran in vier verschillende soera's genoemd.
Yahya is een van de profeten wier naam voorkomt in de Koran (onder andere in Soera Het Vee 6:83-86); zijn naam is door God gegeven. Volgens de Koran was Yahya de zoon van de profeet Zakariya en daarmee ook de laatste profeet die de sharia van de boodschapper Musa predikte. Zijn moeder heette Isha.
Kaïn en Abel waren twee zoons van Adam en Eva. Abel hield van de Heer en koos ervoor om Hem te volgen.
Hij zegt Maria dat ze door Allah is uitgekozen om moeder van de profeet Isa te worden. Zonder tussenkomst van een man wordt Mirjam zwanger. Ze is zeer bevreesd dat schande over haar gesproken zal worden. Maar het ongeboren kind in haar buik bemoedigt haar.
Dit zou Asma 28 jaar oud maken in 1 AH (622-623), het jaar van de Hijra, waardoor Aïsja 18 jaar oud zou worden in 1 AH. Aïsja zou 19 jaar oud zijn ten tijde van de voltooiing van haar huwelijk, en 14 of 15 jaar oud op het moment van haar huwelijk.
Herkomst en betekenis Zakaria
De betekenis ervan is 'God gedenkt'.
De identificatie "Imraan is Amram" kan worden ondersteund met de overweging dat Maryam en Mirjam in het Arabisch dezelfde naam is. Daarnaast wordt Maryam in de Koran ook "zuster van Harun (Aäron)" genoemd, wat overeenkomt met het gegeven dat Aäron de broer van Mirjam was.
De moslims zien Hem als een groot profeet, die wonderen verrichtte, maar ze beschouwen Hem niet als zoon van God en ze verwerpen dat Hij aan het kruis gestorven is. Ook verwerpen ze de leer van de Drie-eenheid: “De Messias, Jezus is niet een van de drie goden”, zo staat er te lezen in de Koran.
Jesjoea (ישוע) is een afgekorte vorm van de naam Jehosjoea (יהושע), Jozua (voornaam), te vinden in de laatste boeken van het Oude Testament. Hiervan is de hogepriester Jesjoea in de tijd van Ezra een voorbeeld. De naam betekent 'Jahwe (God) is verlossing'.
naar Babylon werden gedeporteerd. Hij verloor zijn vrouw kort voor de tweede val van Jeruzalem en de vernieling van de tempel in 587. Ezechiëls profetieën bestrijken een periode van ongeveer twintig jaar.
De figuur van Zacharias komt ook in de Koran voor, in vier verschillende soera's. Daar heet hij Zakariya (زكريا). Hij is de vader van de profeet Yahya (Johannes de Doper) en de beschermer van Maryam (Maria).
Hierna kreeg Ayyub zijn gezondheid, schoonheid en bezit weer terug en schonk God hem opnieuw veel kinderen. Algemeen wordt aangenomen dat Ayyub 70 jaar was toen hij door God werd beproefd. Hij zou na zijn herstel nog 20 jaar hebben geleefd.
Op de islamitische kalender (Al Hidzjra) is het altijd de twaalfde dag van de maand rabie-al-awwal.
Aankondiging van Jezus' geboorte
Volgens het Evangelie volgens Lucas was Maria verloofd met Jozef toen de engel Gabriël haar aankondigde (de annunciatie), dat zij zwanger zou worden. Maria vroeg hoe dit zou kunnen, want ze had nog geen geslachtsgemeenschap gehad.
Volgens de evangelist Mattheüs was de timmerman Jozef verloofd met Maria, en woonden ze zelfs nog niet samen, toen Maria zwanger bleek. Jozef wilde discreet van haar scheiden om haar niet in opspraak te brengen, maar een engel verscheen in zijn droom en vertelde dat niet hij, maar de Heilige Geest een kind had verwekt. ...
Het islamitische verhaal is in grote lijnen dit: Mohammed kreeg rond 610 bij Hira, een berg bij Mekka, voor het eerst een verschijning van de engel Gabriël (Jibril). In de loop van 22 jaar gaf de engel hem de boodschap van Allah door.
Tot aan haar dood leefden zij 25 jaar gelukkig in een monogaam huwelijk en samen kregen ze vier dochters (Zaynap, Roekajja, Oem Koelthoem en Fatima) en twee zonen genaamd Kasim en Abdullah, die kort na de geboorte stierven.
Süleyman was de zoon van sultan Selim I, die regeerde van 1512 tot 1520. Zijn moeder, Ayşe Hafsa Sultan, was een prinses uit het Kanaat van de Krim. Selim I veroverde Klein-Azië, versloeg de Safawidische sjah Ismail I in 1514 en veroverde in 1517 het Mammeluk Syrië en Egypte.