Johannes de Geliefde wordt in het Nieuwe Testament als een leraar en een voorbeeld van discipelschap voorgesteld. Op Petrus na is Johannes waarschijnlijk de bekendste van de eerste twaalf apostelen van Jezus.
In de oorspronkelijke lijst van 12 apostelen wordt Judas Iskariot meestal als laatste genoemd.
De twaalf apostelen waren: Petrus, Andreas, Jakobus de Meerdere, Johannes, Filippus, Bartholomeüs, Mattheüs, Thomas, Jakobus de Mindere, diens broer Thaddeüs, Simon, en Judas Iskariot. De laatste verraadde Jezus en pleegde zelfmoord. Hij werd opgevolgd door Matthias.
Marteling en dood
Volgens de legende werd Johannes in Rome bij wijze van marteling in een bad met hete olie gegooid - vandaar dat hij ook wel Sint Jan in de Olie wordt genoemd - wat hij overleefde.
De meeste apostelen die in die tijd rondreisden waren getrouwd en hun vrouwen gingen met hen mee, maar Paulus was anders. We hebben daarom vier mogelijkheden.
Alleen Matteüs (27,3-10) beschrijft dat Judas berouw krijgt na Jezus' terdoodveroordeling. Hij gaat terug naar de hogepriesters, om zijn geld terug te brengen. Als hij nul op rekest krijgt van de hogepriesters, smijt hij de zilverstukken de tempel in, waarna hij zichzelf ophangt.
De bekendste boeken uit het tweede testament zijn de VIER EVANGELIES: Marcus, Matteüs, Lucas en Johannes. Het woord evangelie betekent: "Blijde Boodschap". Voor alle duidelijkheid: de evangelisten zijn niet de apostelen en zijn ook geen leerlingen van Jezus.
Judas Iskariot was in het vroege christendom degene die Jezus heeft 'overgeleverd' of 'uitgeleverd' aan de Romeinse autoriteiten, waarna Jezus gekruisigd werd. Lucas 6:16 noemt hem een "verrader" (προδότης, prodōtès).
Wat was nu de waarde van 30 zilverlingen? Het is altijd moeilijk om bedragen uit de oudheid om te rekenen naar de moderne tijd. In het dagelijks leven verdiende een arbeider in de eerste eeuw na Christus één à twee drachme per dag, dus betekenden 30 tetradrachmen twee tot vier maanden loon. Een fors bedrag dus.
Willibrord was in de 14e eeuw dé verspreider van het christelijk geloof in Nederland. In die tijd werden er hier allerlei goden aangehangen. Willibrord besloot de andersdenkenden te bekeren. Sindsdien kennen wij het christendom in Nederland en vieren we christelijke feestdagen als Kerstmis en Pasen.
De discipelen zijn wat de twaalf stamvaders zijn voor het oude Israël. Zij vertegenwoordigen de kerk. Eerst waren er vier jongeren, Petrus, Jakobus, Johannes en Andreas, die steeds in Jezus' nabijheid waren.
De betekenis hiervan is 'verlosser'. In het Engels is Isa vaak een verkorting van de Hebreeuwse naam Izaäk, 'hij moge lachen', of Jesaja, dat 'heil van God' betekent.
Johannes de Doper was ten tijde van Jezus een boeteprediker in de woestijn van Juda. Hij doopte mensen met water om hen van zonden te reinigen. Hij was de eerste mens die Jezus aanwees als de Messias, de langverwachte redder van het volk van Israël. Daarom wordt hij de Voorloper van Christus genoemd.
Hebreeuws Johanan 'Jahweh is genadig'. Voor de populariteit van de naam komt in de eerste plaats in aanmerking Johannes de Doper (Lucas 1,15v. en Matteüs 3 en elders), geboortefeest op 24 juni (zie ook Baptist).
elk van de voornaamste twaalf leerlingen van Jezus en eerste verkondigers van het christendom. verkondiger van een nieuwe leer.
Het begrip Judaskus danken we aan een verhaal in de Bijbel. De apostel Judas verraadde Jezus. Hij liet gewapende mannen weten wie ze moesten oppakken door zijn voormalige meester een kus te geven. De Judaskus kwam daarmee symbool te staan voor verraad.
Judas besloot na het verraad zijn geld bij de leiders op te halen. Uiteindelijk kreeg hij dertig zilverlingen, maar kon niet met het besef leven dat Christus door zijn toedoen de doodstraf kreeg. Judas bracht in paniek het geld terug bij de priesters en pleegde zelfmoord door zichzelf op te hangen.
De tientallen discipelen van Jezus werden gekozen om Hem en de Twaalf Apostelen te vergezellen bij de prediking van het Evangelie. Omdat het merendeel van hen Jezus de rug had toegekeerd, werden zij na de Hemelvaart vervangen door anderen. Samen vormden zij het college van de Zeventig Discipelen.
Van de boeken van het Nieuwe Testament hebben er vier de vorm van een evangelie. De traditie heeft deze geschriften op naam gezet van Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes. Lucas is ook de auteur van de Handelingen van de Apostelen, een boek dat een vervolg biedt op zijn Evangelie.
Dit geschrift is voor een groot deel in bewerkte vorm overgenomen in de evangeliën van Matteüs en Lucas, die waarschijnlijk omstreeks het jaar 80 of 90 geschreven zijn. Naast het evangelie van Marcus hebben de auteurs van Matteüs en Lucas nog diverse andere bronnen gebruikt, en één daarvan hadden zij gemeenschappelijk.
Jezus in het evangelie volgens Marcus
In Marcus wordt Jezus voorgesteld als iemand met gezag, iemand die spreekt en zich gedraagt zoals dat van een messias, een zoon van God, verwacht mag worden.
Heeft Jezus wonderen gedaan? In de vier evangeliën worden wonderen aan Jezus toegeschreven. Samen zijn het er ongeveer dertig, de parallellen en de dubbels niet meegerekend.
In het evangelie van Marcus, Matteüs en Lucas wordt Simon van Cyrene genoemd. Tijdens de kruisweg van Jezus wordt hij gedwongen het kruis te dragen.
Goede Vrijdag is de vrijdag vóór Pasen. De Kerk herdenkt dat Jezus Christus werd gegeseld en, aan het kruis genageld, stierf. Door zijn kruisdood, zo leert de kerk, heeft Jezus Christus de mens verlost. Goede Vrijdag is de droevigste dag van het kerkelijk jaar in het algemeen en van het Paasfeest in het bijzonder.