In 1940 huurt Otto Frank het hele pand, voor- en achterhuis, van Pieron, die sinds 1901 de eigenaar is.
Het Achterhuis is tijdens de Tweede Wereldoorlog twee jaar lang een schuilplaats voor Anne Frank en de andere onderduikers. Na de oorlog dreigt deze te vervallen. In 1957 wordt de Anne Frank Stichting opgericht met als belangrijk doel: het behoud van de schuilplaats.
Daar zaten in totaal acht mensen ondergedoken: de familie Frank, Hermann van Pels, Auguste van Pels en hun zoon Peter van Pels (die model stonden voor de familie Van Daan in het dagboek) en naderhand ook Fritz Pfeffer, een Joodse tandarts (die model stond voor het dagboekpersonage Dussel).
Het Achterhuis is de titel van het dagboek van Anne Frank (1929-1945) voor het eerst uitgegeven op 25 juni 1947. Het is genoemd naar het onderduikpand Het Achterhuis op de Prinsengracht en is het verhaal van een ondergedoken jong Joods meisje ten tijde van de Tweede Wereldoorlog.
Anne moet onderduiken in het Achterhuis
Als Margot op 5 juli 1942 een oproep krijgt om zich te melden voor werk in nazi-Duitsland, wantrouwen haar ouders dat. Zij geloven niet dat het om werk gaat en besluiten om de volgende dag onder te duiken. Zij gaan zich verbergen om aan de vervolging te ontkomen.
Duitsland. Anne Frank, of voluit Annelies Marie Frank, werd in 1929 geboren in Frankfurt am Main. Haar ouders, Otto en Edith Frank zijn beiden joods en wanneer de nazi's aan de macht komen in Duitsland besluit vader Otto om als eerste te emigreren naar Nederland.
Arnold van den Bergh (1886-1950)
Dit boek - in 23 talen - was gebaseerd op onderzoek van een internationaal team. Het bevatte de conclusie dat de onderduikers in het Achterhuis met een zekerheid van 85% waren verraden door de Joodse notaris Arnold van den Bergh (1886-1950), die onderdeel uitmaakte van de Joodse Raad.
Kitty is het fictieve personage aan wie Anne uiteindelijk al haar dagboekbrieven richt. De naam Kitty komt uit een serie boeken die Anne leest. Dat zijn de boeken van de Nederlandse schrijver Cissy van Marxveldt. Die boeken gaan over het meisje Joop, dat met haar vriendinnenclub allerlei avonturen beleeft.
Anne schrijft dat ze 'zin heeft om met iemand te corresponderen' en gebruikt daarvoor meerdere fictieve personages (Kitty, Pop, Phien, Conny, Lou, Marjan, Jettje en Emmy). Die personages vormen in Annes fantasie samen een vriendinnenclub. Ze begint met Jettje en Emmy en daarna duikt dus ook de naam Kitty op.
Einde. Het verhaal eindigt met een nawoord, geschreven door Otto Frank en Mirjam Pressler. Daarin staat over de afloop van de onderduikers uit het achterhuis. Anne's verhaal eindigt echter al op 1 augustus, de dag dat ze opgepakt werden.
Hannah Goslar (1928) en Anne Frank (1929) zijn boezemvriendinnen in de tijd dat de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. Wanneer de familie Frank onderduikt, verliezen ze elkaar uit het oog. Drie jaar later, in 1945, volgt een bijzondere ontmoeting tussen de twee meisjes in het concentratiekamp Bergen-Belsen.
Om 12.45 uur gaan de helpers naar het Achterhuis om te lunchen. Meestal zijn dat Johannes Kleiman, Victor Kugler en Bep Voskuijl. In het begin is Beps vader Johan Voskuijl er ook vaak bij. Ook Jan Gies (de echtgenoot van Miep) eet regelmatig mee, hoewel hij elders in de stad werkt.
Toen Anne Frank (1929-1945) in februari 1934 in Amsterdam kwam wonen, was ze bijna vijf jaar. Dat betekent vanuit taalkundig gezichtspunt dat ze, net als alle kinderen van die leeftijd, haar moedertaal perfect beheerste. Die moedertaal was het Duits.
Anne overleed in Bergen-Belsen, maar niet in een gaskamerHaar moeder is overleden aan uithongering, haar zus overleed aan tyfus en ze leefde in de veronderstelling dat haar vader Otto ook was overleden. Een paar dagen na de dood van haar zus overleed ook Anne aan tyfus, in maart 1945.
De 13-jarige Anne droomt in oktober 1942 van een carrière als filmster in Hollywood. Twee jaar later is het haar grootste wens om een boek uit te geven over haar tijd in de schuilplaats.
Vader Otto, moeder Edith, Margot en Anne hadden meer dan 2 jaar ondergedoken gezeten in het Achterhuis maar op die mooie zomerdag werden ze, na een geheimzinnig telefoontje naar de Sicherheitsdienst, afgevoerd naar de Zentralstelle en via Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd.
Het dagboek van Anne Frank vertelt het verhaal van een Joods meisje dat tijdens de Tweede Wereldoorlog ondergedoken zat. Met 25 miljoen verkochte exemplaren is het een van de meest gelezen boeken ter wereld, .
Pieter van Twisk, de hoofdredacteur van Planet.nl, legt zijn functie per direct neer. Reden voor het vertrek is dat de hoofdredacteur en het management verschillen van inzicht over de koers. ´Maar het is wel in goed overleg gegaan', aldus Van Twisk. Van Twisk is zes jaar hoofdredacteur geweest van Planet (ANP).
Peter redde Otto met eten
Tussen november 1944 en januari 1945 bracht hij Otto Frank bijna elke dag eten. Zo hielp hij Otto het kamp te overleven.” Toen het Russische leger Auschwitz midden januari 1945 naderde, moest Van Pels mee op dodenmars naar het concentratiekamp Mauthausen.
Van de 28.000 Joodse onderduikers in de Tweede Wereldoorlog worden er 8000 ontdekt en afgevoerd naar concentratiekampen. Ook Anne Frank en haar familie worden gearresteerd. Sommige onderduikers worden verraden door bekenden, die daar geld voor krijgen van de Duitsers.
Het was de bedoeling om deze mensen uit te wisselen voor geld of Duitse krijgsgevangenen. Het werd ook wel “uitwisselkamp” genoemd en de omstandigheden waren hier iets beter: Iedereen mocht zijn of haar bagage houden (1 koffer/rugtas) evenals de eigen kleren (met jodenster! Vandaar de naam “Sterkamp”)
"Anne en Margot waren op dat moment al niet gezond genoeg meer om te werken," zegt Broek. De zusjes werden daarom eerst overgeplaatst naar Bergen-Belsen: "Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar gevangenen werden in dat kamp geplaatst om 'op te knappen' zodat ze alsnog naar een werkkamp overgeplaatst konden worden".
Eigenlijk laat het leven in zo'n kamp zich nauwelijks beschrijven. Het dagelijks leven van de gevangenen werd beheerst door angst, gebrek aan hygiëne, honger, oververmoeidheid, gedwongen arbeid, gebrek aan ruimte en heel vaak ook door het verdriet om vermoorde of vermiste familieleden of vrienden.