De totstandkoming van de marktprijs hangt af van het samenspel van vraag en aanbod; hoe hoger de prijs, hoe minder producten de consumenten bereid zijn te kopen.Hoe lager de prijs, hoe meer ze willen kopen. De vraagcurve heeft daarom een dalend verloop.
De prijs van een goed komt in principe tot stand door onderhandeling. Dit gaat als volgt: De potentiële koper, bijvoorbeeld een veeboer die een koe wil kopen, doet een bod. Dat wil zeggen, hij zegt: "Ik wil 1000 euro voor deze koe betalen".
In de economisch zuiverste vorm wordt een prijs van een goed bepaald door het vraag-en-aanbodmodel. Hierbij bestaat er een groep aanbieders van een goed en een groep afnemers van een goed (volledige mededinging).
Het basisprincipe is eenvoudig: je kijkt naar de voornaamste concurrenten en bepaalt je prijs op basis van hun strategie. Deze strategie wordt vaak gebruikt voor producten of diensten die al enige tijd op de markt zijn en waarvoor veel alternatieven of vervangingsproducten beschikbaar zijn.
De prijs wordt altijd bepaalt met als uitgangspunt de inkoop- of fabricagekosten plus een percentage algemene kosten welke bestaan uit verkoopkosten, kantoorkosten e.d. daarnaast een winstopslag die gewenst is. Deze is mede afhankelijk van de prijzen van de concurrentie om jezelf niet uit de markt te prijzen.
Een prijsstrategie is – zoals de naam al doet suggereren – een bepaalde manier waarop een onderneming met het marketingmixinstrument prijs omgaat. Het is dus een belangrijk onderdeel van de marketingmix en bepaalt de continuïteit van een organisatie.
Kostprijs = De kostprijs van een product geeft de inkoopprijs plus de vaste en variabele kosten weer.
De kostprijs bestaat uit de totale kosten die je per product maakt voor het produceren of leveren van een product of dienst. Dat zijn directe kosten, zoals materialen of ingrediënten, maar ook indirecte kosten zoals loonkosten of gebruik van machines.
Bij de kostprijsplus methode wordt de hoogte van je prijs berekend door bovenop je productiekosten een bepaalde winstmarge te rekenen. Zolang je de zelfgemaakte kosten op de juiste manier berekent en je verwachtingen van de afzet gegrond zijn, werk je bij deze methode dus altijd met winst.
Toegevoegde waarde is het verschil tussen de marktwaarde van productie en de daarvoor ingekochte grondstoffen. Het is dus gelijk aan de omzet minus het aankoopbedrag (niet gelijk aan omzet minus de kosten, dit is winst).
Wat is dan de verkoopprijs inclusief btw? De belasting komt bovenop de verkoopprijs exclusief btw. Als er 21% bij een prijs van € 100 op komt, wordt de prijs inclusief btw: 100 × 1,21= € 121,00. De bruto prijs is hier € 100 en de netto prijs € 121.
[economie] Beleid waarbij de overheid probeert de toename van het prijspeil in het algemeen of van een aantal prijzen in het bijzonder te matigen of te reguleren.
De btw wordt door de verkoper of dienstverlener toegevoegd aan de prijzen van hun goederen of diensten. Bijvoorbeeld wanneer een product of dienst zonder btw 100 EUR kost, dan kost dit 121 EUR na de toeslag (de BTW bedraagt 21 EUR). Het wordt echter meer verwarrend voor een kostprijs van 100 EUR inclusief BTW.
Je kan de kostprijs berekenen op verschillende manieren. De meest gebruikte manieren zijn de integrale kostprijscalculatie, de kostenplaats-berekening en Activity Based Costing (ABC). De makkelijkste methode is de integrale kostprijscalculatie.
De kostprijs is eigenlijk de prijs die het kost om een product of dienst te maken of te leveren. De verkoper of de persoon die de dienst levert kan vervolgens met behulp van de kostprijs bepalen voor welke prijs het product wordt verkocht in de winkel of voor welke prijs de dienst geleverd wordt.
De totale kosten van de onderneming worden berekend door de twee soorten kosten bij elkaar op te tellen. De totale kosten zijn dus de totale constante + de totale variabele kosten.
De winstmarge bereken je met de volgende rekensom: trek de kosten af van de omzet. Het bedrag dat uit deze rekensom komt deel je door de omzet. Dat cijfer doe je maal 100%.
De brutomarge is een verhouding die meet hoe winstgevend uw bedrijf is. Het vertegenwoordigt het percentage van de totale verkoopopbrengsten dat uw bedrijf behoudt na het maken van de directe kosten die verband houden met de productie van de verkochte goederen en diensten.
De prijsperceptie is niet alleen korter, maar ook goedkoper. Hoe meer tekens er staan hoe meer inspanning ons brein moet doen om de prijs te verwerken. En hoe groter de inspanning van ons brein, hoe groter ook de prijsperceptie.
De skimming prijsstrategie staat linksboven in de prijsstrategie matrix. Bij deze strategie wordt na de lancering van een product of dienst een hoge prijs in rekening gebracht bij de consument. De eerste groep consumenten betalen dus een hogere prijs voor het goed of de dienst.
Het prijzen op 99 cent zorgt volgens Gedenk en Sattler bij winkeliers voor minder onzekerheid. Wanneer zij uitgaan van een prijsdrempel die niet blijkt te bestaan, verliezen zij maar één cent op de verkoop.