Volgens de evangelist Johannes moest Jezus zijn eigen kruis erheen dragen. Andere evangelisten melden dat ene Simon van Cyrene hem moest helpen. Ook Jezus' naasten kwamen mee: zijn moeder Maria, haar halfzuster Maria Klopas en Maria Magdalena.
Een apostel is één van de twaalf leerlingen van Christus, door hem uitgezonden om de christelijke leer te verkondigen. De twaalf apostelen waren: Petrus, Andreas, Jakobus de Meerdere, Johannes, Filippus, Bartholomeüs, Mattheüs, Thomas, Jakobus de Mindere, diens broer Thaddeüs, Simon, en Judas Iskariot.
Hij was de opvolger van Valerius Gratus. Pilatus wordt in het Nieuwe Testament en de Apostolische geloofsbelijdenis genoemd als degene die Jezus van Nazareth liet kruisigen.
Andreas. Andreas was de jongere broer van Simon Petrus en was oorspronkelijk een volger van Johannes de Doper. Voordat hij zich bij Jezus aansloot was hij visser.
In het Johannesevangelie wordt Maria Magdalena voor het eerst genoemd in Joh 19,25, als getuige van de kruisiging. Volgens Johannes is Maria Magdalena de eerste getuige van de opstanding, en verkondigster tot de andere leerlingen. Ze noemt Jezus 'Rabboeni' (meester) wat impliceert dat zij een leerling van Hem was.
In het evangelie van Marcus, Matteüs en Lucas wordt Simon van Cyrene genoemd. Tijdens de kruisweg van Jezus wordt hij gedwongen het kruis te dragen.
Matteüs 12: 46, Marcus 3:31 en Lucas 8:19: "zijn broers" Matteüs 13: 55, 56 en Marcus 6:3: "zijn broers" worden met name genoemd (Jakobus, Jozef / Joses, Simon en Juda) en "zijn zusters" Johannes 2:12: "zijn broers"
In de westerse kunst wordt Johannes vaak afgebeeld als de enige apostel zonder baard. Dat zou wijzen op zijn jonge leeftijd. Als apostel heeft Johannes meestal de gifbeker als martelattribuut. Als evangelist heeft hij het attribuut van de adelaar.
De bekendste boeken uit het tweede testament zijn de VIER EVANGELIES: Marcus, Matteüs, Lucas en Johannes. Het woord evangelie betekent: "Blijde Boodschap". Voor alle duidelijkheid: de evangelisten zijn niet de apostelen en zijn ook geen leerlingen van Jezus.
Willibrord was in de 14e eeuw dé verspreider van het christelijk geloof in Nederland. In die tijd werden er hier allerlei goden aangehangen. Willibrord besloot de andersdenkenden te bekeren. Sindsdien kennen wij het christendom in Nederland en vieren we christelijke feestdagen als Kerstmis en Pasen.
Volgens anderen werd Pilatus -samen met zijn vrouw die, aldus Mattëus, haar man na een droom waarschuwde niets tegen de voor hem geleide Jezus te ondernemen- zelfs formeel christen en zou hij onder keizer Nero (54-68) in Rome gekruisigd zijn.
Maar hij heeft niets verkeerds gedaan. Daarop zei hij: Jesus denk aan mij wanneer gij in uw koninkrijk zijt gekomen. Jesus zei; Voorwaar ik zeg u. Vandaag nog zult gij met mij in het paradijs zijn…..
Pilatus moet doodvonnis uitspreken. Pilatus liet Jezus geselen. Terwijl hij toekeek, vlochten zijn soldaten een kroon van doorntakken, die ze op het hoofd van de verdachte zetten. Toen liet Pilatus Jezus naar buiten brengen.
Judas Iskariot was in het vroege christendom degene die Jezus heeft 'overgeleverd' of 'uitgeleverd' aan de Romeinse autoriteiten, waarna Jezus gekruisigd werd. Lucas 6:16 noemt hem een "verrader" (προδότης, prodōtès).
Goede Vrijdag is de vrijdag vóór Pasen. De Kerk herdenkt dat Jezus Christus werd gegeseld en, aan het kruis genageld, stierf. Door zijn kruisdood, zo leert de kerk, heeft Jezus Christus de mens verlost. Goede Vrijdag is de droevigste dag van het kerkelijk jaar in het algemeen en van het Paasfeest in het bijzonder.
De naam Jezus is een vernederlandsing van het Latijnse Iesus dat weer een latinisering is van het Griekse Ἰησοῦς (spreek uit: [i. ɛː. sôːs]). Dit is op zijn beurt weer een vergrieksing van het Hebreeuwse Jesjoea, een latere vorm van Jehosjoea, waarvan de directe vernederlandsing Jozua is.
Volgens de Kerkvaders koos Jezus twaalf apostelen omdat Hij zichzelf beschouwde als hoofd van het nieuwe Israël. Het Israël van het Oude Verbond telde twaalf stammen, waarvan de stamvaders de twaalf zonen van Jakob waren (Jakob kreeg de naam Israël: 'Hij die met God gestreden heeft').
Van de boeken van het Nieuwe Testament hebben er vier de vorm van een evangelie. De traditie heeft deze geschriften op naam gezet van Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes. Lucas is ook de auteur van de Handelingen van de Apostelen, een boek dat een vervolg biedt op zijn Evangelie.
Jezus in het evangelie volgens Marcus
In Marcus wordt Jezus voorgesteld als iemand met gezag, iemand die spreekt en zich gedraagt zoals dat van een messias, een zoon van God, verwacht mag worden.
Voor het Christelijk geloof is Sint Jan de wegbereider van Jezus geweest. Vrijwel iedereen is het erover eens dat Jezus door Johannes in de rivier de Jordaan is gedoopt. En dat schijnt een cruciaal moment te zijn geweest: Op dat moment “hoorde” Jezus dat hij God's geliefde zoon was.
elk van de voornaamste twaalf leerlingen van Jezus en eerste verkondigers van het christendom. verkondiger van een nieuwe leer.
Marcus, Lucas, Johannes en Matteüs beschreven het levensverhaal van Jezus in de vier evangeliën. De evangelisten zijn misschien wel de meest afgebeelde heiligen in de kunstgeschiedenis. Je kan geen Rooms-Katholieke kerk binnenlopen zonder ze ergens tegen te komen.
Het graf van Jezus
De Heilig Grafkerk bevindt zich in Jeruzalem en is een heilige plek voor Christenen. Zij geloven namelijk dat het graf van Jezus (zie kader) in deze kerk te vinden is. De Bijbel vertelt dat Jezus Christus na de kruisiging door twee van zijn volgelingen begraven werd.
Jacobus zou ook een neef van Jezus geweest kunnen zijn. Volgens de overlevering is deze Jacobus degene die aan het hoofd van de christengemeente van Jeruzalem werd geplaatst, toen de apostelen het Evangelie elders gingen verkondigen. Op het apostelconcilie in Jeruzalem speelde hij een belangrijke rol.
Die stellen dat Maria slechts één zoon had en dat Jakobus de neef van Jezus was.