Fysieke omgeving De fysieke omgeving is van invloed op het zwerfafval gedrag; hoewel de sociale invloeden het meest bepalend zijn. De invloed van de fysieke omgeving wordt vooral bepaald door aanwezigheid van afvalbakken in parken, of er kinderen spelen en of er dieren leven.
Het opruimen van zwerfafval langs wegen en in de berm, maar ook het reinigen en schoonmaken van vuilnisbakken op parkeerplaatsen besteedt Rijkswaterstaat uit aan aannemers. Met hen is afgesproken dat 'storend zwerfvuil niet mag voorkomen'.
Omdat plastic zwerfafval niet uit zichzelf afbreekt, blijft het vaak tientallen jaren in het milieu aanwezig. Koeien, vogels, vissen en andere dieren raken verstrikt in het afval of zien het aan voor voedsel, met alle gevolgen van dien. Een deel van het zwerfafval wordt opgeruimd.
Gemiddeld bestaat zwerfafval voor 80 procent uit plastic. Dit is veruit het belangrijkste materiaal dat in het milieu wordt aangetroffen, gevolgd door metaal, glas, textiel, papier en bewerkt hout. Het grootste aandeel plastic wordt aangetroffen in oppervlaktewater (95 procent), gevolgd door kustwater (83 procent).
Zwerfafval komt voor in verschillende grootte en materialen. Hoe kun je voorkomen dat er zwerfafval in de natuur terecht komt? De meest simpele tip: gooi je afval in de afvalbak! Voorkomen is beter dan genezen dus gooi geen afval in de natuur.
Binnen no-time wil je een prikstok (vuilgrijper), om zo veel vaker of af en toe de buurt schoon te houden tijdens een schoonmaakactie.
De Rijksoverheid stelt geld beschikbaar voor projecten die de afvalstromen in rivieren gaan stoppen. Dit is onderdeel van de bredere aanpak om plastic zwerfafval tegen te gaan. Maatregelen uit de Europese Single-use plastic richtijn (SUP-richtlijn), zoals een verbod op de verkoop van bepaalde plastic wegwerpproducten.
Verantwoordelijkheid. De gemeente draagt wettelijk de verantwoordelijkheid om de stad schoon te maken en Stadsbeheer zet zich hiervoor dagelijks met honderden medewerkers in. Jaarlijks wordt er ongeveer 13 miljoen kilo afval van straat gehaald.
Sigarettenpeuk met filter: 1 - 5 jaar. Bananenschil: Maxiaal 3 jaar. Metalen blikje: 1,5 - 50 jaar. Plastic frisdrankflesje: 5 -10 jaar.
200 jaar: Het duurt zo'n tweehonderd jaar om frisdrankblikjes van aluminium af te breken. Recyclen is een betere optie. 500 jaar: Plastic flessen gemaakt van PET doen er maar liefst 500 jaar over voor ze zijn vergaan.
Kauwgom vergaat pas na minstens 20 jaar, een aluminium drankblikje vergaat nauwelijks. Geschat wordt dat er in Nederland tussen de 35 en 140 miljoen kilo zwerfafval per jaar op straat of in het groen belandt.
De plasticvervuiling van de oceanen is gekend als de plastic soep, een immens en mondiaal probleem. Inderdaad, immens groot, zelfs zo groot dat er geen exacte cijfers bekend zijn. Momenteel wordt er geschat dat er ca. 100 tot 150 miljoen ton plastic afval in onze oceanen en zeeën ronddrijft.
blikjes van frisdrank – het deksel (aluminium) vergaat nooit, de rest van het blikje (staal) 50 jaar! kauwgom – 20 tot 25 jaar. kranten – van een paar dagen tot een half jaar.
De totale jaarlijkse kosten van zwerfafval in Nederland bedragen circa 250 miljoen euro, waarvan bijna 80% (bijna € 200 miljoen) door de gemeenten wordt gedragen en 20% (ruim € 55 miljoen) door overige partijen, zoals beheerders van autowegen, waterwegen en OV-bedrijven (zie Figuur I).
De politie en gemeentelijke opsporingsambtenaren beboeten burgers die blikjes, flesjes of ander afval op straat gooien. De boete bedraagt 140 euro, behalve indien de verdachte jonger dan 16 jaar oud is, dan wordt de boete gehalveerd.
Conclusie. Het kan geen enkele kwaad een bananenschil in de berm te gooien. Het brengt geen enkele schade toe aan de natuur. Doe dit dan wel op een plek waar ie niet in het zicht ligt (of in de weg), want het oog wil natuurlijk ook wat.
Zo wordt het klokhuis van een appel het snelst afgebroken – tussen de twee tot acht weken – terwijl de afbraak van een bananen- of sinaasappelschil zo'n twee jaar kan duren. Gemiddeld is groente- en fruitafval in de natuur na een aantal maanden helemaal verdwenen.
Plastic vergaat niet. Dat betekent dat al het geproduceerde plastic dat in de natuur terecht is gekomen daar op de een of andere wijze nog aanwezig is.
Plastic heeft een nare eigenschap: het vergaat niet. In de natuur of in zee valt het langzaam uit elkaar in steeds kleinere stukjes, maar het blijft plastic. Dieren kunnen plastic niet verteren, als ze het opeten kunnen ze er dood van gaan. Plastic kan op allerlei manieren in zee belanden.
Plastic breekt geleidelijk af tot steeds kleinere plasticdeeltjes. Al die kleine deeltjes vergaan nooit en zijn werkelijk overal: in water, grond en lucht.
Want als plastic afbreekt in de natuur, blijft het niet langer achter op land en komt het ook niet meer in de oceaan terecht. Helaas is dit niet hoe het werkt. Biologisch afbreekbaar plastic kan vaak alleen worden afgebroken door blootstelling aan een grote hoeveelheid licht, zuurstof en hitte³.
- Great Pacific Garbage Patch: De grootste afvalhoop ter wereld. Ligt in de Grote Oceaan tussen de Amerikaanse westkust en Hawaï. Bestaat uit naar schatting 80 miljoen kilo afval, verspreid over een gebied dat drie keer zo groot is als Frankrijk.
Volgens de ontwikkelingsorganisatie produceert de wereldbevolking dan jaarlijks 3,4 miljard ton afval, goed voor 34 miljoen volgestouwde vuilniswagens per jaar. Nu is dat ruim 2 miljard ton.