“Hun” kun je gebruiken als bezittelijk voornaamwoord. Dan verwijst het woord altijd naar meerdere personen. Als persoonlijk voornaamwoord kun je “hun” gebruiken wanneer je er een voorzetsel bij kunt bedenken, zoals aan, van of voor. Als er daadwerkelijk een voorzetsel staat, moet je “hen” gebruiken.
Stappenplan hen of hun
Vraag 1: staat er een voorzetsel voor hen/hun?Dan is alleen hen correct.
Je gebruikt zij als het in de zin de persoonsvorm is.Je gebruikt hun als het in de zin het meewerkend voorwerp is. Zij gaan morgen met het hele team naar een restaurant. Ik heb hun een camera verkocht.
Als een persoon aangeeft geen “hij” of “zij” te zijn kan je dus “hen” of 'die' gebruiken. Dit is een persoonlijke keuze en het is dus ook gewenst om de betreffende persoon zelf te vragen welke voornaamwoorden er het beste passen bij hem/haar/hen/die.
Noorse persoonlijke voornaamwoorden (in het Bokmål)
Je gebruikt hun als een meewerkend voorwerp, bijvoorbeeld in de zin: Ik geef hun nog een kans. Je gebruikt hen als een lijdend voorwerp, bijvoorbeeld in de zin: Ik geloof hen. Als je twijfelt, kun je in beide gevallen hun en hen vervangen door ze.
Nee, hun als onderwerp (hun zijn, hun doen, hun zeggen, hun hebben, enz.)geldt nog steeds als een flinke taalfout.
Als de voorkeur van de geadresseerde niet bekend is of als het gender van de geadresseerde niet relevant is, is een aanhef met de voornaam of voorletter(s) en de achternaam aan te bevelen, bijvoorbeeld Beste Kim Verbeek.
In Nederland komt dikwijls hun voor in plaats van zij/ze. Het gebruik van hun als onderwerpsvorm is echter geen standaardtaal. Hun is wel juist als persoonlijk voornaamwoord in de functie van indirect object (zin (5)) en als bezittelijk voornaamwoord (zin (6)).
In 2016 heeft de transgemeenschap genderneutrale voornaamwoorden gekozen voor trans personen die zich man noch vrouw voelen. Gebruik in dit geval in plaats van hij/hem/zijn of zij/haar/haar: hen of die/hen/hun. Enkele voorbeeldzinnen om je op weg te helpen: Sacha stapt op hun fiets.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is zij de correcte vorm.Als het om een lijdend voorwerp gaat, is hen correct. Als het om een meewerkend voorwerp gaat, is hun (of aan hen) correct.
Als het voornaamwoord de functie van onderwerp vervult, is ik de correcte vorm.Als het om een lijdend of meewerkend voorwerp gaat, is mij correct. Die dubbele analyse is bijvoorbeeld mogelijk bij werkwoorden die een oordeel of waardering uitdrukken (zoals vinden, appreciëren, achten).
Gebruik hen als lijdend voorwerp.
De minister diende hen van repliek. Wat hen betreft, gaat de zaak gewoon door.
Als persoonlijk voornaamwoord kun je “hun” gebruiken wanneer je er een voorzetsel bij kunt bedenken, zoals aan, van of voor. Als er daadwerkelijk een voorzetsel staat, moet je “hen” gebruiken. Let op: “hun” mag je nooit als onderwerp van de zin gebruiken.
Spreek je over iemand die je niet kent? Dan kan je die/hen/hun gebruiken. Een non-binair persoon is geen man of vrouw. Daarom voelt die/hen/hun vaak beter voor hen.
Om naar personen te verwijzen, is zowel van wie als waarvan correct. Het is aan te bevelen om in formele geschreven taal, bijvoorbeeld in zakelijke teksten, van wie te gebruiken als u naar personen verwijst. Veel taalgebruikers beschouwen die vorm als de meest verzorgde.
(taalkunde) persoonlijk voornaamwoord van de derde persoon meervoud in de functie van lijdend voorwerp en na voorzetsels. Voornamelijk gebruikt om te verwijzen naar personen, soms ook naar dieren. Hij zag hen in de vergaderingsruimte. Met hen ging hij naar de conferentie.
Om te verwijzen naar het woord familie, heeft het bezittelijk voornaamwoord hun de voorkeur. Familie is een vrouwelijk woord. Naar vrouwelijke woorden verwijzen we in de regel met haar.
Na een voorzetsel en in de functie van lijdend voorwerp dient men volgens de officiële regels hen te gebruiken. In de informele spreektaal is hun daarentegen vaak meer in het algemeen de voorwerpsvorm – het hen/hun-onderscheid leeft hier nagenoeg niet – naast de recenter opgekomen vorm voor het onderwerp.
Houd de aanhef professioneel
Daarmee bedoelen we een aanhef die begint met: Hoi, Hi, Ha, Hallo, Hey gevolgd door een voornaam. Kies liever voor een formele aanhef Geachte mevrouw Jansen of de zakelijke aanhef Beste mevrouw Jansen.
Weet je of de geadresseerde in de sollicitatiebrief een man of een vrouw is, dan gebruik je 'Geachte heer (achternaam)' of 'Geachte mevrouw (achternaam)'. Onthoud dat het altijd beter is om wel je aanhef persoonlijk te maken door eerst te achterhalen wie de persoon is waarnaar je schrijft.
De aanhef of aanspreking is een (meestal vriendelijke) introducerende zin van een brief of e-mail. Het gaat doorgaans om standaardformuleringen waarmee de schrijver zich tot de geadresseerde richt. Er bestaan verschillende formules, van formeel tot zeer intiem.
In Nederland mag je non-binaire personen aanspreken met 'hen', 'hun' en 'die'.
Naast 'zij' en 'hij' en 'haar' en 'hem' is sinds 2016 ook het genderneutrale woord 'hen' als voornaamwoord in onze taal opgenomen. Dit kan gebruikt worden voor mensen die zich niet identificeren als man of vrouw. Mensen zoals Thorn, Nanoah en Sky.
Met: Hé, leg je er meer nadruk op. Hey is ook goed als begroeting.