Na twee jaar werd de familie verraden. Op 8 augustus 1944 werden de onderduikers opgepakt en per trein gedeporteerd naar Kamp Westerbork, op 3 september werden zij op de allerlaatste deportatietrein naar Auschwitz gezet. Alleen Otto Frank overleefde de oorlog.
Van alle onderduikers in het Achterhuis overleeft alleen Annes vader Otto de oorlog. Hij wordt uit Auschwitz bevrijd door de Russen en hoort tijdens zijn lange terugreis naar Nederland dat zijn vrouw Edith is overleden. In Nederland hoort hij ook dat Anne en Margot niet meer leven.
Otto Frank, de enige overlevende van het Achterhuis, ging na de oorlog vergeefs op zoek naar zijn vrouw Edith, zijn dochters Anne en Margot en de andere vier mensen met wie hij twee jaar lang ondergedoken had gezeten op de Prinsengracht. Later gaf hij Annes dagboek uit, dat bewaard was gebleven.
De bekendste helper van de onderduikers is Miep Gies, de secretaresse van Otto Frank. Zij en haar man Jan nemen Otto ook in huis als hij na de oorlog de enige van de familie blijkt te zijn die de verschrikkingen in de concentratiekampen heeft overleefd.
Willem van Maaren was de verrader.
Otto Frank en de helpers klagen hem in 1947 aan bij de politieke recherche omdat ze hem verdenken van verraad. Onderzoek levert echter geen bewijs op voor zijn schuld. Van Maaren bestrijdt de beschuldigingen en wijst een schikking van de hand.
Haar moeder Edith overleed in januari 1945 in Auschwitz, door ziekte en verzwakking. Van de acht onderduikers in het achterhuis overleefde alleen Otto Frank de Holocaust.
Hannah Goslar was een van de beste vriendinnen van Anne Frank. Ze gingen samen naar de kleuterschool, de lagere school en later naar het Joods Lyceum. Hannah wist niet dat de familie Frank in het Achterhuis ondergedoken zat. Ze wist op dat moment niet beter dan dat Anne en haar familie naar Zwitserland gevlucht waren.
Op 10 november 1953 hertrouwt Otto Frank in het Amsterdamse stadhuis aan de Oudezijds Voorburgwal 197 met Elfriede Edith Markovits (Fritzi). Het is voor allebei hun tweede huwelijk. Net als Otto verloor Fritzi haar partner in het concentratiekamp Auschwitz.
De familie Gies woonde op Jekerstraat 65, vlakbij het Merwedeplein waar de familie Frank woonde.
Na de oorlog gaf ze het aan Annes vader, Otto Frank, die het in 1947 liet uitgeven onder de titel Het Achterhuis. Geadopteerd Miep Gies was geboren in Oostenrijk.
Hoewel er op de Lüneburger Heide, op het uitgestrekte terrein van de Gedenkstätte Bergen-Belsen, een symbolische grafsteen staat voor Anne Frank en haar zus Margot, is er voor hen geen echt graf.
Alle hoop van Edith en Otto om in Nederland veilig te zijn, wordt de bodem ingeslagen door de inval van het Duitse leger in mei 1940. Wanhopige pogingen om met hulp van Julius en Walter naar de Verenigde Staten te emigreren lopen op niets uit. In januari 1942 sterft Ediths moeder.
Na de arrestatie van de acht onderduikers, hebben helpsters Miep Gies en Bep Voskuijl de geschriften van Anne in het Achterhuis gevonden. Miep bewaart Annes dagboeken en papieren na de arrestatie in een la van haar bureau.
Vermoord in de gaskamer
Medegevangenen hebben na de oorlog verklaard dat bewakers Hermann in oktober 1944 naar de gaskamer gestuurd hebben. Daar is hij vermoord. Hermann van Pels is dan 46 jaar oud.
Jan Gies is de man van Miep. Hoewel hij niet werkt voor het bedrijf van Otto Frank, is hij er als commissaris wel bij betrokken en is hij een van de helpers van de onderduikers.
Het inspirerende verhaal van de vrouw die de familie Frank hielp onderduiken, is deels in Amsterdam (rond het Merwedeplein bijvoorbeeld) en deels in Praag opgenomen. Het wereldwijde publiek zal er niets van merken, maar wij halen zo'n Tsjechische gracht of poortje er meteen uit.
Jan Augustus (Jan) Gies (Amsterdam, 18 februari 1905- aldaar, 26 januari 1993) was lid van het verzet en hielp met zijn vrouw Miep om Anne Frank en haar familie te verbergen voor de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Otto Frank was een Duitser, opgegroeid in Frankfurt. In 1933 vluchtte hij voor het nazi regime en richtte in Amsterdam een filiaal van het bedrijf Opekta op. De firma handelde in geleermiddel, een belangrijke grondstof voor jam.
BEKIJK - Hannah Goslar vertelt over haar laatste gesprek met Anne Frank: Hannah overleefde samen met haar zus Gabi de verschrikkingen van de concentratiekampen. In 1947 emigreerde ze naar Israël. Ze werd verpleegster, trouwde en kreeg 3 kinderen, 11 kleinkinderen en 31 achterkleinkinderen.
Hannah Elisabeth (Hanneli) Pick-Goslar (Berlin-Tiergarten, 12 november 1928 – Jeruzalem, 28 oktober 2022) was een Duitse verpleegkundige die het bekendst is geworden vanwege haar hechte vriendschap met dagboekschrijfster Anne Frank.
Fritz Pfeffer voegt zich in november 1942 als achtste onderduiker bij de families Frank en Van Pels in het Achterhuis. Als eenling belandt hij tussen twee gezinnen, met de puberende Anne als kamergenoot.
Om 12.30 uur gaan de mannen van het magazijn naar huis om te eten. De helpers en onderduikers hebben dan even het rijk alleen. Om 12.45 uur gaan de helpers naar het Achterhuis om te lunchen. Meestal zijn dat Johannes Kleiman, Victor Kugler en Bep Voskuijl.