Uw werkgever maakt samen met u een Plan van aanpak. Dit doet u uiterlijk 2 weken nadat de bedrijfsarts de Probleemanalyse heeft opgesteld. In het Plan van aanpak staat hoe u zo snel en verantwoord mogelijk weer aan het werk kunt.
De werkgever (en/of de casemanager) vult dit formulier samen in met de werknemer. In het verslag wordt kort samengevat wat de gemaakte afspraken zijn en hoe de doelen mogelijk kunnen worden bereikt. Het Plan van Aanpak moet worden ondertekend door de werknemer en werkgever.
De werkgever is verantwoordelijk voor het verloop van het re-integratieproces en daardoor verplicht tot het opstellen van een Plan van Aanpak en het bijhouden van de voortgang in dit proces.
De arts bekijkt welke activiteiten u wel of niet kunt doen. Hij maakt na dit onderzoek een Probleemanalyse. Hierin staat wat nodig is voor uw re-integratie. Met al deze gegevens bekijkt u met de arts hoe u zo snel mogelijk weer aan het werk kunt.
De wet verplicht werkgevers en werknemers om elke zes weken een voortgangsgesprek te houden over de ontwikkelingen in het re-integratieproces. Als dit proces voortduurt, wordt het re-integratieverloop na het eerste jaar bekeken en wordt bepaald wat de stappen voor het komende jaar zullen zijn.
Uw werkgever maakt samen met u een Plan van aanpak. Dit doet u uiterlijk 2 weken nadat de bedrijfsarts de Probleemanalyse heeft opgesteld. In het Plan van aanpak staat hoe u zo snel en verantwoord mogelijk weer aan het werk kunt.
Wanneer verplicht bedrijfsarts tot werken? Dat de bedrijfsarts verplicht tot werken komt nooit voor. Deze persoon heeft namelijk een adviserende rol. Hij of zij zal aan u als werkgever daarom aangeven of de werknemer wel of niet in staat is om te werken volgens de beoordeling.
Een plan van aanpak is een verplicht onderdeel van de Wet verbetering poortwachter. Dus ja, deze is verplicht. Als er niet tijdig een plan van aanpak en eventueel een bijstelling is opgesteld kan dit resulteren in een loonsanctie bij de WIA-aanvraag.
Bent u het niet eens met het Plan van aanpak en komt u er niet uit met uw casemanager? Dan kunt u een deskundigenoordeel aanvragen bij UWV. Dan geeft UWV een onafhankelijk oordeel over de re-integratie.
Volgens de wet is het de werkgever niet toegestaan te vragen naar medische klachten, symptomen of naar de aard of oorzaak van de ziekte. Griep, migraine, nekklachten, een blaasontsteking, een burn-out of iets anders ergs. Mensen worden helaas ziek.
De regels voor ziekmelding staan in uw arbeidscontract, cao of bedrijfsreglement. U hoeft de werkgever niet te vertellen wat uw klachten zijn. Uw werkgever mag geen medische informatie van u vragen. Wel mag uw werkgever vragen of u ziek bent door een bedrijfsongeval.
Een werkgever moet er alles aan doen om aangepast werk te vinden, tijdens of na een ziekte. Als dit niet lukt binnen het eigen bedrijf, dan bestaat de verplichting voor de werkgever om bij een ander bedrijf naar passend werk te zoeken. Eventueel met behulp van de arbodienst of een re-integratiebedrijf.
Je loon wordt – zolang je in dienst bent – doorbetaald door je werkgever. De ziektewet duurt maximaal 104 weken. Dit wil zeggen dat je twee jaar 'de tijd' hebt om beter te worden en te re-integreren op het werk.
U heeft minstens 1 keer in de 6 weken een gesprek met uw werkgever. Samen kijken jullie of het u lukt om het plan te volgen. Als dat niet lukt, kijken jullie waardoor dat komt. U en uw werkgever vertellen de bedrijfsarts steeds hoe het werken gaat.
Advies bedrijfsarts leidend
Onderdeel van de afspraken is dat dat het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer leidend wordt bij de toets op de re-integratie inspanningen (RIV-toets) door UWV. De verzekeringsarts zal dit advies niet langer beoordelen.
Zijn er wijzigingen dan legt de werkgever dit vast op het formulier bijstellen Plan van Aanpak. Zijn er geen veranderingen, dan is het alsnog verstandig om één keer in de 6 weken de voortgang te evalueren en dit te beschrijven op het formulier bijstellen Plan van Aanpak.
Het Plan van aanpak is een momentopname. Uw werknemer en u zorgen ervoor dat het Plan van aanpak altijd actueel is en stellen het doorlopend bij als dat nodig is. Hiervoor houdt u goed onderling contact. Ons advies is om elkaar minimaal elke zes weken te spreken.
De bedrijfsarts geeft daarbij aan dat dit aangepaste werk aan bepaalde eisen moet voldoen. Zo moet de werknemer het staan en zitten kunnen afwisselen, mag hij geen zware dingen tillen en mag hij de werkzaamheden maximaal 4 uur per dag verrichten.
De meeste mensen beginnen na een burn-out eerst voorzichtig met het opbouwen van uren. Denk bijvoorbeeld in in het begin aan twee dagen per week twee uur werken. Meestal worden de uren per twee tot drie weken uitgebreid.
Tijdens uw ziekte en de re-integratie houden u en uw werkgever contact. Minimaal 1 keer in de 6 weken heeft u een gesprek over hoe het gaat. U bekijkt of u samen het plan van aanpak moet aanpassen. Uw werkgever houdt in uw re-integratiedossier bij wat u bespreekt en welke afspraken u maakt.
De arbodienst of bedrijfsarts mag (medische) gegevens van u opvragen bij uw behandelend arts (huisarts of specialist) als dit nodig is voor uw verzuimbegeleiding. Maar uw behandelend arts heeft medisch beroepsgeheim. Daarom mag uw arts de gevraagde gegevens alleen doorgeven als u hiervoor toestemming heeft gegeven.
De bedrijfsarts moet zich houden aan wettelijke privacyregels en mag geen medische informatie of andere privé-informatie van de werknemer aan jou verstrekken. De bedrijfsarts mag je wél informeren over de functionele beperkingen en mogelijkheden van de medewerker en de gevolgen daarvan voor zijn werk.
Zowel werkgever als werknemer hebben een probleem als zij bij burn-out willen komen tot een ontslag. Zolang de werknemer ziek is, geldt het wettelijk opzegverbod (art. 7:670 lid 1 BW). Als een werknemer toch meewerkt aan zijn ontslag of tijdens burn-out zelf ontslag neemt, loopt hij zijn rechten op een uitkering mis.