Wie moet overmacht bewijzen? Het is vaste rechtspraak van de Hoge Raad dat het aan de gemotoriseerde verkeersdeelnemer is om te bewijzen dat sprake is van overmacht. Hij zal ook de feiten moeten bewijzen die een beroep op overmacht rechtvaardigen.
Voor een beroep op wanprestatie is vereist dat een overeenkomst niet wordt nagekomen en je (doorgaans) de schuldenaar in gebreke hebt gesteld. Wordt de overeenkomst dan alsnog niet nagekomen, dan is er sprake van verzuim en kan je (naast nakoming) een schadevergoeding eisen.
Wanneer er wanprestatie is gepleegd zijn er enkele oplossingen voorhanden. Dit zijn: nakoming met schadevergoeding, vervangende schadevergoeding, opschorting van de verplichtingen en het ontbinden van de overeenkomst.
Er is sprake van wanprestatie wanneer een van de partijen zijn verplichtingen uit de overeenkomst niet of niet geheel nakomt, of wanneer de verplichting niet correct wordt nagekomen.
Schadevergoeding wanprestatie
De schadevergoedingsplicht bij wanprestatie is ook gebaseerd op wetsartikel 6:74 BW. De schade die ontstaat door de wanprestatie moet vergoed worden. Tussen de wanprestatie en de schade moet een causaal verband bestaan. De schade moet het rechtstreekse gevolg zijn van de wanprestatie.
Als de wederpartij na het sluiten van een overeenkomst zijn verplichtingen niet nakomt is er sprake van een tekortkoming in de nakoming. Er zijn twee soorten tekortkomingen: de toerekenbare tekortkoming (wanprestatie) en de niet-toerekenbare tekortkoming (overmacht).
De vereisten
Voor het slagen van een actie uit onrechtmatige daad moet aan vijf eisen zijn voldaan: onrechtmatigheid, toerekenbaarheid, schade, causaliteit en relativiteit.
Bij de onrechtmatige daad bepaalt uiteindelijk de rechter wat onrechtmatig is op basis van de jurisprudentie die er is. Bij wanprestatie is er een 'overeenkomst' of een gangbare verwachting die de basis vormt van het oordeel van de rechter.
Volgens de wet is er sprake van overmacht als een partij er helemaal niets aan kan doen dat hij zijn verplichting niet nakomt. Het is niet zijn schuld en het valt hem niet toe te rekenen. Nakoming van de overeenkomst kan dan in alle redelijkheid niet meer worden verlangd. Denk bijvoorbeeld aan een natuurramp.
Heeft u een overeenkomst met een bedrijf of persoon, maar houdt deze zich niet aan de gemaakte afspraken? Dan kunt u de andere partij in gebreke stellen, de overeenkomst ontbinden, uw geld terug vragen of een schadevergoeding eisen.
Stuur een ingebrekestelling
Laat de andere partij dan via een aangetekende brief weten dat hij 'in gebreke' is. Dit betekent dat hij zich niet houdt aan de overeenkomst. Gebruik hiervoor onze voorbeeldbrief ingebrekestelling. U geeft de andere partij dan een laatste kans om de afspraken na te komen.
Een tekort aan personeel betekent namelijk niet altijd dat sprake is van overmacht aan de zijde van de onderneming. Het aangaan van een wederkerige overeenkomst betekent in feite dat beide partijen over en weer verplichtingen jegens elkaar hebben.
Bescherming door de wet (artikel 185 Wegenverkeerswet)
De wet bepaalt dat de bestuurder van het motorrijtuig aansprakelijk is, tenzij hij overmacht kan bewijzen. Dit is een vorm van 'risicoaansprakelijkheid'. Daarbij hoeft men geen schuld te hebben aan het ongeluk, maar is men wel aansprakelijk.
De fietser hoeft geen schuld aan te tonen. De bestuurder van een motorrijtuig kan de fietser aansprakelijk stellen voor de schade door de aanrijding, maar dat is wel complex. De zwakke verkeersdeelnemers worden door de wet beschermd, in artikel 185 Wegenverkeerswet.
Dat zijn de volgende criteria: 1) Hoe waarschijnlijk kan de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid (van anderen) worden geacht? 2) Hoe groot is de kans dat door deze niet-inachtneming ongevallen staan? 3) Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn?
Er zijn drie soorten schade wanneer een verbintenis niet wordt nagekomen. Vervangingsschade, vertragingsschade en bijkomende schade. Van vervangingsschade is sprake wanneer de schuldeiser voor een vervangende prestatie op zoek gaat.
De situatie waarbij het een schuldenaar kan worden toegerekend dat hij een verbintenis uit de overeenkomst niet nakomt. In dat geval is er geen sprake van een overmachtssituatie.
Artikel 150 Rv De hoofdregel van artikel 150 Rv bepaalt dat de partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van door hem gestelde feiten, de bewijslast van die feiten draagt. Zodoende moet de eiser die iemand aansprakelijk stelt onder andere het door hem gestelde causaal verband bewijzen.
De onrechtmatige daad wordt geregeld in artikel 162 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. De drie leden in dit artikel luiden: Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade de ander dientengevolge lijdt te vergoeden.
Denk aan geluidsoverlast, trillingen, stankoverlast, rook, gassen, ongedierte, noem maar op. De wet spreekt dan van 'hinder'. Als die hinder onrechtmatig is dan kan dat leiden tot aansprakelijkheid en een verplichting tot schadevergoeding of tot het nemen van maatregelen om de hinder te staken.
Contractbreuk – Conclusie
In het Nederlandse recht moeten overeenkomsten worden nagekomen. Gebeurt dat niet en wordt er contractbreuk, ook wel wanprestatie genoemd, gepleegd, dan staan daar verschillende maatregelen tegen open, waaronder opschorting, ontbinding en het vorderen van schadevergoeding.
In een recente uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland werd geconcludeerd dat een aanbestedende dienst onder de huidige onzekere marktomstandigheden een beroep op overmacht bij leveringsproblemen van materiaal niet zonder meer contractueel mag uitsluiten.
Als de afgesproken prestatie uit de overeenkomst wordt voldaan, is er sprake van nakoming. Als daarentegen de partij niet, niet binnen de gestelde termijn of onbehoorlijk nakomt, is er sprake van een wanprestatie (ook wel: tekortkoming in de nakoming).