De tweede verblijfstaks is een heffing die eigenaren van tweede verblijven moeten betalen om gebruik te kunnen maken van bepaalde diensten en voorzieningen in de gemeente waar hun eigendom zich bevindt.
Wie een tweede verblijf bezit, moet dat jaarlijks aangeven in zijn belastingaangifte, zelfs wanneer het niet verhuurd is. Je geeft dan het niet geïndexeerd KI in je aangifte op. Je betaalt belastingen op het geïndexeerd KI verhoogd met 40%.
Gemiddeld ligt het tarief van de tweedeverblijfstaks tussen de 500 en 1.000 euro per jaar. In sommige steden en gemeentes betaalt u geen tweedeverblijfstaks.
Tweede verblijven zijn landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans, die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.
Fiscaal voordeel verdwijnt. Vanaf 1 januari 2024 vervalt een deel van het fiscaal voordeel bij een lening voor een tweede woning.
Wilt u een tweede woning kopen als opbrengsteigendom of als buitenverblijf? En wilt u hiervoor een lening aangaan? Dan heeft u recht op een federaal fiscaal voordeel. Tijdens de looptijd van deze lening heeft u jaarlijks recht op een belastingvermindering van € 705.
Je krijgt een fiscale vrijstelling op de kapitaalaflossingen en betaalde premies, met als maximale vrijstelling de berekende fiscale korf. Voor het aanslagjaar 2023 (inkomsten uit het jaar 2022) bedraagt het belastingvoordeel 30% (verhoogd met de gemeenteopcentiemen) van het vrijgestelde bedrag.
Heeft u een buitenlands tweede verblijf dan zal u vanaf aanslagjaar 2022 (inkomstenjaar 2021) het KI van dat buitenlandse tweede verblijf in uw aangifte in de personenbelasting moeten vermelden en dus niet langer de brutohuurwaarde of uw werkelijk ontvangen huurinkomsten.
Een 2e woning is een woning waarvan u de eigenaar bent, maar waarin u niet woont. Bijvoorbeeld een vakantiehuis. Uw 2e woning hoort bij uw box 3-vermogen.
Ongeveer 1,19 miljoen landgenoten bezitten minstens één tweede verblijf. Bovendien blijft het aantal Belgische multi-eigenaars in vastgoed stijgen. Dat bericht Het Belang van Limburg op basis van een studie van BNP Paribas Fortis. Naar schatting 985.000 Belgen hebben een tweede verblijf (of meer) in eigen land.
Extra inkomen: je kan je tweede verblijf gebruiken als verhuurpand.Dat kan zowel dienen als huurhuis, studentenkamers, als appartement. Met de inkomsten los je meteen je lening mee af en hou je wellicht nog een extra zakcentje over.
In plaats van de lage rente op het spaarboekje, ontvang je met een tweede woning maandelijks huurinkomsten. De maandelijkse kasstroom die gepaard kan gaan met een tweede woning kan een groot financieel voordeel opleveren. Bovendien is het zo dat je een huis altijd weer kunt verkopen.
Een tweede woning in het buitenland zal (vrijwel altijd) niet in Nederland belast worden, maar in het land waar de woning is gelegen. Dit komt door de belastingverdragen die Nederland met veel landen heeft gesloten. De tweede woning is dan belast volgens de daarvoor geldende regels in het betreffende land.
Bezit u een tweede huis in het buitenland? Dan moet u in het buitenland vaak inkomstenbelasting betalen over werkelijke of forfaitaire inkomsten uit die woning. U moet de woning ook in uw Nederlandse aangifte inkomstenbelasting opgeven in box 3. Maar Nederland geeft een vermindering van box 3-belasting.
De meeste steden en gemeenten heffen een specifieke belasting op tweede verblijven: de tweedeverblijfstaks. Deze belasting is verschuldigd door eigenaars van een woning die niet tot hun hoofdverblijfplaats dient, maar die op elk moment door hen voor bewoning kan worden gebruikt.
Bij de aankoop van een tweede woning hebt u recht op belastingvermindering indien het aan twee voorwaarden voldoet: u woont er zelf niet en u hebt er nooit gewoond als hoofdverblijfplaats. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor de verhuur van een tweede verblijf of een investeringsgoed.
De federale overheid is bevoegd voor dat stelsel. Dankzij dit federale systeem kan je tot eind 2023 een belastingvoordeel krijgen als je een woonkrediet neemt voor je tweede verblijf. Zolang je lening loopt, kan je jaarlijks tot 717 euro (aanslagjaar 2021) minder belastingen betalen.
Omdat het om een tweede woning gaat, vallen ze onder het verhoogde tarief voor overdrachtsbelasting: 10,4%. Ze moeten dus € 200.000,- x 0,104 = € 20.800,- overdrachtsbelasting betalen bij het kopen van dit vakantiehuis.
Langer dan 8 maanden buiten Nederland
Verblijft u in een periode van een jaar meer dan 8 maanden buiten Nederland? Dan moet u zich altijd uitschrijven bij uw gemeente in Nederland. Wanneer u dit niet doet, kunt u een boete krijgen. De 8 maanden hoeven niet aaneengesloten te zijn.
U mag maximaal 8 maanden per 12 maanden buiten Nederland verblijven. Losse periodes tellen we bij elkaar op. U moet wel blijven voldoen aan de voorwaarden van uw verblijfsvergunning.
1 januari 2020 betekende het einde van de woonbonus. Wie sindsdien een 'eigen woning' - de woning die u in principe zelf betrekt - wil aankopen in Vlaanderen en hiervoor een hypothecaire lening afsluit, kan niet langer op het fiscaal voordeel van de Vlaamse woonbonus rekenen.
Voor de aankoop van een tweede woning geldt vanaf 1 januari 2022 immers dat je geen 10 maar 12 procent registratierechten zult moeten betalen. Koop je bijvoorbeeld een tweede, derde,… woning van 200.000 euro dan stijgen de registratiekosten van 20.000 naar 24.000 euro.
Is de hypothecaire lening nog fiscaal aftrekbaar? Het antwoord hierop is spijtig genoeg 'neen'. Het was lange tijd, namelijk tot eind 2019, interessant om een hypothecaire lening af te sluiten want je kon rekenen op een serieus belastingvoordeel dankzij de zogenaamde woonbonus.