Ga het best na of die servitudeweg niet tegelijk inderdaad ook een buurtweg is. Gaat het om een zgn. publiekrechtelijke erfdienstbaarheid van doorgang ten behoeve van de gemeente, dan mag inderdaad iedereen die weg gebruiken.
Wat is precies een recht van doorgang? Bij een 'recht van doorgang' krijgt een eigenaar van een perceel het recht om over het perceel van een andere eigenaar te gaan. Daarbij is niet vereist dat het perceel ingesloten is.
Een servitudeweg is een recht van uitweg, de gebruiker mag de doorgang m.a.w. niet verminderen of belemmeren, tenzij dit officieel bepaald werd (notariële akte of vredegerecht).
Laat de verkoper verklaren welke erfdienstbaarheden er bij zijn weten zijn.De gemakkelijkste weg om te vernemen of er een erfdienstbaarheid is, is dat na te vragen bij de makelaar die het pand te koop stelt of bij de verkoper zelf. Laat hem zijn verklaring bevestigen in de compromis en in de notariële akte.
Verkrijgende verjaring
Een erfdienstbaarheid kan naast vestiging ook door verjaring ontstaan. Iemand die een erfdienstbaarheid bezit, te goeder trouw, verkrijgt de erfdienstbaarheid door verkrijgende verjaring na een onafgebroken periode van 10 jaar. Daarvoor geldt dat sprake moet zijn van bezit, en van goede trouw.
Behalve wanneer de onderhoudswerkzaamheden en bouwwerken nodig zijn ten gevolge van een fout van de eigenaar van het "lijdende erf", zullen deze moeten gebeuren op kosten van de persoon die over de erfdienstbaarheid beschikt, namelijk de eigenaar van het "heersende erf".
Er is geen wettelijke breedte vastgelegd voor een servitudeweg. Er is dus geen wetsartikel waarin een minimum- of maximumbreedte wordt vastgesteld. Artikel 682 BW stelt enkel dat men rekening moet houden met het normale gebruik van het ingesloten goed gelet op zijn normale bestemming.
Bij een erfdienstbaarheid van weg/overpad is veelal opgenomen dat de erfdienstbaarheid inhoudt een recht om te komen en te gaan naar bijvoorbeeld de openbare weg. Oftewel de eigenaar van het dienend erf moet het gebruik van zijn pad ten behoeve van de eigenaar van het heersend dulden.
Een erfdienstbaarheid kan op de volgende manieren eindigen of wijzigen. Door opheffing of wijziging door de rechter. Door afstand. Door vermenging.
Erfdienstbaarheden kunnen voor een bepaalde tijd worden gevestigd: na het aflopen van deze periode vervalt het recht van het dienende erf. Toch worden erfdienstbaarheden meestal voor onbepaalde tijd gevestigd. Dat houdt in dat ze blijven doorlopen totdat ze worden opgeheven of er afstand van het recht wordt gedaan.
De buren die over hun grond een uitweg moeten verlenen, kunnen daarvoor een schadevergoeding krijgen (art. 682, §1 BW). De vordering tot schadevergoeding is wel vatbaar voor verjaring, en verjaart na 30 jaar (art. 685 juncto 2262 BW).
Eerst de definitie: “Een erfdienstbaarheid is een last op een erf gelegd tot gebruik en tot nut van een erf dat aan een andere eigenaar toebehoort.” Met andere woorden: je hebt iets nodig van je buur.
Conclusie. De les voor de praktijk is dan ook dat een pad met een minimumbreedte van 95 centimeter voldoende is voor een erfdienstbaarheid van voetpad, mits dit de normale uitoefening van de erfdienstbaarheid niet in de weg staat.
Dit is een wettelijk voorziene erfdienstbaarheid: het feit dat het perceel is ingesloten en geen/onvoldoende toegang verleent tot de openbare weg, maakt dat de gebruiker of eigenaar (of de huurder/pachter) over het recht beschikt om een uitweg te vorderen over het erf van de buren.
Het woord zegt het eigenlijk al: een erf dat dienstbaar is aan een ander erf. Het ene erf is belast met de erfdienstbaarheid, dat is het dienende erf. Het andere erf heeft het nut van de erfdienstbaarheid, dat is het heersende erf.
Het recht van overpad en onderhoud van het pad
Bent u de eigenaar van het dienende erf, dan mag u van de eigenaar van het heersende erf verwachten dat deze bijdraagt aan onderhoud van het pad. U mag daarvoor een periodieke vergoeding vragen, mits dit notarieel is vastgelegd.
Als het recht van overpad onmogelijk is geworden of als de gebruiker ervan geen redelijk belang meer heeft bij de uitoefening kan het recht van overpad worden opgeheven. Bij de beoordeling hiervan gaat de rechter uit van de belangen van de eigenaar van het heersende erf, degene die de grond gebruikt.
Onder 'oud recht' (voor 1992) kon een erfdienstbaarheid van overpad niet door verjaring ontstaan. Vanaf 1 januari 1992 is dat wel het geval. Uit de wet blijkt dat een erfdienstbaarheid van overpad door verjaring kan worden verkregen door een bezitter te goeder trouw na een onafgebroken bezit van tien jaar.
U moet een recht van overpad geven
U moet uw buren toegang geven tot hun eigen grond. Een hek plaatsen om de weg af te sluiten mag niet, tenzij dit nodig is. Dan geeft u de buren een sleutel. Uw buren moeten het pad zo gebruiken dat u er zo weinig mogelijk last van heeft.
De minimale breedte van een achterpad is afhankelijk van het hoogste aantal ontsluitingen van woningen, gemeten aan 1 zijde van 1 deel. Is dit maximaal 10 dan zijn beide delen minimaal 1.50 meter breed. Is dit van 11 tot en met 20 woningen dan zijn beide delen minimaal 1.80 meter breed.
Officiële afspraken
Een recht van overpad is pas officieel geldig als u het samen met uw buren laat vastleggen door een notaris. De notaris stelt dan een akte op die daarna wordt ingeschreven in het Kadaster.
In beginsel kan een erfdienstbaarheid slechts een verplichting voor het dienende erf inhouden om iets ten laste van het heersende te dulden of niet te doen. Een actieve verplichting voor het dienende erf moet op een andere manier geregeld worden. Dat kan bijvoorbeeld met een zogenaamde kettingbeding.
Eigenaar van het heersende erf betaalt vaak een retributie
Regelmatig wordt in de akte van vestiging bepaald dat de eigenaar van het heersende erf een vergoeding moet betalen aan de eigenaar van het dienende erf. Deze vergoeding wordt de retributie genoemd.
Wat kost Erfdienstbaarhedenonderzoek? De kosten van een volledig onderzoek zijn 275,- per perceel. Een beperkt onderzoek tot 1950 kost 150,- per perceel.