Bij een fietsstrook met een doorgetrokken streep mogen automobilisten ook niet op de fietsstrook rijden. In beide situaties is er geen sprake van een doorgetrokken streep die de fietsstrook van de rijbaan scheidt. Zodoende mogen automobilisten in beide situaties op de fietsstrook rijden.
Auto's mogen niet parkeren of stilstaan op een fietsstrook. Als er een doorgetrokken lijn langs de fietsstrook ligt, mogen auto's hier niet rijden. De fietsstrook is bestemd voor fietsers. U mag uw auto hier niet laten stilstaan.
Bij een fietsstrook is dit niet het geval. Op de fietsstrook mag in beginsel geen ander verkeer komen en er mag ook geen ander verkeer op stoppen of parkeren. Dat kan een verschil maken. Een auto haalde op een smalle straat een geparkeerde auto in net toen fietsers over de fietssuggestiestrook aankwamen.
Vrijliggende fietspaden zijn geen onderdeel van de rijbaan. Fietsstroken zijn dat wel. Je hebt ze in drie soorten: fietsstroken met doorgetrokken streep, met onderbroken streep en zogenaamde fietssuggestiestroken. De eerste twee zijn voorzien van een op de weg geschilderd fietssymbool.
Nederland. Loopt er een doorgetrokken streep langs de fietsstrook, dan mogen andere bestuurders niet op de fietsstrook komen. Loopt er een onderbroken streep, dan mogen andere bestuurders er wel komen, maar alleen als ze daarmee geen fietsers hinderen.
Het moet autobestuurders aanmanen om extra voorzichtig te zijn voor fietsers. Aangezien het een onderdeel van de rijbaan is, mag je er met de auto over rijden en mag je zelfs stilstaan of parkeren op een fietssuggestiestrook.
Bij de onderbroken rode fietspaden bij wegen van rechts heeft als het verkeer van rechts voorrang.
Je bent verplicht om het fietspad te gebruiken als er een is en het berijdbaar is. Het fietspad kan één of twee rijrichtingen hebben. Als het maar één rijrichting heeft, mag je het niet tegen de rijrichting gebruiken. Het is dan bedoeld voor de fietsers voor wie het rechts in de rijrichting ligt.
U herkent een 'verplicht fiets-/bromfietspad' aan een blauw, rond bord met daarop een witte fiets en een bromfiets. Een bromfietser moet hier rijden in plaats va op de rijbaan. Brommers met een geel kenteken mogen niet rijden op een 'onverplicht fietspad'.
Fietsstroken zijn te herkennen aan het fietssymbool dat op de weg is aangegeven. Automobilisten mogen hier niet rijden, parkeren of stoppen. Wel mag een automobilist de onderbroken streep overschrijden om bijvoorbeeld af te slaan of een parkeerplaats op te rijden.
Het doel van fietssuggestiestroken is het optisch versmallen van de rijbaan en het aanduiden van de positie van de fietser. Het overige verkeer wordt gewezen op het medegebruik van de rijbaan door de fietser. De optische versmalling van de rijbaan werkt snelheidsremmend voor het gemotoriseerde verkeer.
De openbare weg is precies wat het zegt: weg die voor iedereen openbaar is. Daaronder vallen autowegen en fietspaden, maar ook bermen en trottoirs. Dat wil dus zeggen dat alleen wegen en paden op eigen terrein niet onder de openbare weg vallen.
Een fietsstraat kun je herkennen aan het bord 'fietsstraat – auto te gast'. Dit bord geeft dus aan dat de automobilist er te gast is. De kleur van het asfalt is rood, ook wel de rode loper genoemd en de maximale snelheid is hier 30 KM per uur.
Met een klasse A moet je op het fietspad rijden. Met een klasse B mag je op het fietspad rijden waar de snelheid beperkt is tot 50 km/u. Je mag evenwel de fietsers hierbij niet hinderen. Op andere wegen moet je het fietspad gebruiken tenzij dit anders aangegeven wordt door verkeersborden.
'De Fietsersbond is geen voorstander van een maximumsnelheid op het fietspad', zegt Wim Bot van de Fietsersbond. 'Voor fietsen is er geen maximumsnelheid. Voor snorfietsen en speedpedelecs is die er wel. En bij gewone elektrische fietsen stopt de ondersteuning bij 25 kilometer per uur.
Bestuurders zijn alle weggebruikers, behalve voetgangers. Dus een fietser die links afslaat, moet een auto die dicht achterop komt en rechtdoor gaat, voor laten gaan.
Voorsorteren niet verplicht
Bestuurders die willen afslaan mogen voorsorteren. Voorsorteren wordt niet verplicht gesteld. Bestuurders moeten zelf verkeersinzichtelijk beoordelen wanneer zij wel of niet willen voorsorteren, tenzij verkeerstekens dit verplichten.
Vanaf vandaag gaat de boete voor onnodig links rijden van 150 euro naar 220 euro. Ook goed: de boete voor niet-handsfree een telefoon bedienen gaat van 250 naar 350 euro. Tegelijkertijd gaan de snelheidsboetes voor de eerste 10 km/u boven de toegestane snelheid omlaag met 15 procent.
Is er geen fietspad, dan mogen fietsers op de gelijkgrondse bermen en op de parkeerstroken rijden, of op de rijbaan. Ze mogen ook op de bijzondere overrijdbare bedding of in de busstrook rijden indien het symbool van een fiets op het betrokken verkeersbord afgebeeld staat.
Waar moeten fietsers rijden? Is er een fietspad, dan moeten fietsers hierop rijden, tenminste indien het fietspad berijdbaar is. Is het fietspad op de grond aangeduid met twee evenwijdige, onderbroken witte strepen, dan mogen fietsers er alleen op rijden wanneer het fietspad langs rechts in hun rijrichting ligt.
Een vrijliggend fietspad is een pad dat alleen geschikt is voor fietsverkeer. Ook snorfietsers mogen gebruik maken van een vrijliggend fietspad. Nederland staat bekend om zijn vele fietspaden. Een fietspad geldt niet als rijbaan, wanneer er geen voetpad is dan mogen voetgangers gebruik maken van het fietspad.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen altijd op de stoep of de verhoogde berm fietsen, zelfs als er een fietspad is. Een kind moet voldoende fietsvaardigheid hebben om op straat te kunnen fietsen. Die stuurvaardigheid is er pas tussen 10 en 12 jaar.
Voor alle duidelijkheid: als je fietst, ben je een bestuurder die deelneemt aan het verkeer. Als je de fiets aan de hand hebt, ben je een voetganger. Enkel een voetganger heeft voorrang op een voetgangersoversteekplaats.
Rechtdoor op dezelfde weg gaat voor. Op rotondes buiten de bebouwde kom heeft de fietser geen voorrang. Een fietser die de rotonde volgt moet daar voorrang geven aan afslaand autoverkeer. Binnen de bebouwde kom heeft de fietser op de rotonde meestal voorrang op het afslaand autoverkeer.