De voorste auto van een militaire colonne moet zich gewoon aan de regels houden. Een weggebruiker mag een militaire colonne alleen niet doorsnijden. Dit geldt niet alleen bij kruispunten maar overal op de weg, ook bij bijvoorbeeld een in- of uitrit.
In het Reglement verkeersregels en verkeerstekens is geregeld dat o.a. een uitvaartstoet niet doorsneden mag worden door overige weggebruikers. Door de regeling moeten weggebruikers op een gelijkwaardige kruising voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet, ook als de rouwstoet van links komt of afslaat.
Voorrangsregels bij militaire colonne
Doorkruisen van een militaire colonne mag nooit, ook niet als je de militaire colonne op een voorrangsweg tegenkomt. Als deze de voorrangsweg aan het oversteken is, moet jij wachten, ondanks dat je volgens de normale verkeersregels voorrang hebt.
Voorrangsregels uitgelegd
Zo mag je als automobilist een militaire colonne niet doorkruisen. Ook als je bijvoorbeeld groen licht hebt, dan moet je de colonne legervoertuigen voor laten gaan. Daarbij mag je pas doorrijden op het moment dat het laatste voertuig gepasseerd is.
Bij gelijkwaardige kruispunten geldt dat u, als u van rechts komt, voorrang heeft op de colonne zolang het voorste voertuig nog niet is gepasseerd. Wanneer het voorste voertuig al is gepasseerd, heeft u geen voorrang en mag de colonne dus niet doorkruist worden.
Het verbod op het doorsnijden van een rouwstoet of militaire colonne staat in het artikel 16 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). Artikel 16 RVV 1990 luidt als volgt: Weggebruikers mogen militaire kolonnes en uitvaartstoeten van motorvoertuigen niet doorsnijden.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Bestuurders verlenen voorrang aan van rechts komende bestuurders. Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram.
Een militaire colonne moet als zodanig herkenbaar zijn op de openbare weg, vandaar dat de volgende herkenningstekens aanwezig moeten zijn: Het eerste voertuig heeft zowel links als rechts een blauwe vlag op het voertuig en tevens aan de rechterzijde een blauwe kap voor de koplamp.
Bus en tram
Afspraken: Als de ambulance, de brandweer en de politie hun sirene en het blauwe zwaailicht aan hebben, moet je stoppen. Als een bus binnen de bebouwde kom weg wil rijden, heeft hij voorrang. De tram heeft altijd voorrang.
Weggebruikers op een gelijkwaardige kruising moeten dus voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet. Dat moet ook wanneer de rouwstoet van links komt of afslaat. Voor het eerste voertuig in de rouwstoet (doorgaans de rouwauto) gelden de normale voorrangsregels, deze mag dus niet zomaar voorrang nemen.
Doorsnijden rouwstoet
Een overstekende rouwstoet mag doorsneden worden door een voertuig op een voorrangsweg. Vroeger werden militaire colonnes gezien als een voorrangsvoertuig.
aan de kop van de colonne, aan de linker voorzijde een naar alle zijden, wit of geel licht uitstralende lantaarn; aan de staart van de colonne, aan de linkerzijde een naar alle zijden rood licht uitstralende lantaarn. De personen die deze lantaarns voeren, maken deel uit van de colonne.
Als een politievoertuig zwaailichten en sirene gebruikt, is het een voorrangsvoertuig. Als weggebruiker dient u dan onder alle omstandigheden het politievoertuig vrije doorgang te verlenen. Bij het gebruik van zwaailicht en sirene is het politievoertuig over het algemeen onderweg naar een spoedgeval.
Een militaire colonne kun je herkennen aan de voertuigen die achter elkaar rijden. Het zijn namelijk oude leger of militaire voertuigen. Deze voertuigen hebben ook herkenningspunten. Het eerste voertuig heeft twee blauwe vlaggen links en rechts voorop.
Rouwstoet heeft voorrang
Als weggebruiker moet u op een gelijkwaardige kruising voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet. Het maakt niet uit van welke kant de rouwstoet komt, of de rouwstoet rechtdoor gaat of afslaat (deze regel geldt niet bij zwaailichten en sirenes).
Een rouwstoet heeft in Nederland een speciaal herkenningsteken waaraan alle verkeersdeelnemers een rouwstoet kunnen herkennen. Het gaat om een zwarte vlag met witte reflecterende strepen. De vlaggen moeten aan de linker- en rechterkant van de begrafenisauto's en particuliere volgauto's bevestigd worden.
Toelichting: Een tram gaat voor op een gelijkwaardig kruispunt, de militaire colonne gaat rechtdoor en mag daarom voor op de afslaande auto.
Gebruik blauw zwaailicht
Politie, ambulance en brandweer mogen blauwe zwaailichten alleen gebruiken voor dringende taken.
Dat betekent dat politieauto's, ook zonder optische- en geluidssignalen, bijvoorbeeld de maximum snelheid mogen overtreden, door rood licht mogen rijden, over de vluchtstrook of busbaan kunnen rijden of op het trottoir mogen parkeren. Dit geldt voor alle politievoertuigen, zowel opvallend als onopvallende voertuigen.
Je mag rechts inhalen in de volgende situaties: Als een bestuurder links voorsorteert en aangeeft naar links te willen. Als je rechts van een blokmarkering rijdt (bijvoorbeeld bij een in- of uitvoegstrook). Als je een tram wilt passeren.
Het erf is een plek voor kinderen, voetgangers en fietsers. Zij mogen het erf over de volle breedte gebruiken. Wanneer je het erf verlaat moet je voorrang verlenen aan alle andere verkeersdeelnemers.
Normaal hebben voetgangers geen voorrang. Als een voetganger bij een zebrapad staat moeten de bestuurders hun wel voorrang geven om over te steken. voorrangsregels voetgangers hebben ook voorkeur in situaties waarbij de bestuurders moeten afslaan.
Bestuurders moeten voetgangers op of voor een zebrapad die op punt staan over te steken, voor laten gaan. Is er geen oversteekplaats, dan zijn bestuurders niet verplicht je voor te laten gaan. Uitzondering hierop zijn blinden en slechtzienden met een blindengeleidestok en personen die zich moeilijk voortbewegen.
Een stopbord is een verkeersbord. De bestuurder die het bord nadert moet stoppen en moet voorrang verlenen aan alle bestuurders op de kruisende weg. Het bord komt dus voor bij het naderen van een voorrangsweg of voorrangskruispunt.
Als je een bijzondere manoeuvre uitvoert, een uitrit verlaat of een inrit inrijdt, moet je voetgangers voor laten gaan. Voetgangers op een zebrapad moet je voor laten gaan als ze oversteken of op het punt staan om over te steken. Wie een zebrapad gebruikt of aanstalten maakt om het te gebruiken heeft altijd voorrang.