Ja, voor het begraven of het cremeren van de eigen grootouder van de medewerker heeft deze recht op 1 dag buitengewoon verlof met behoud van loon.
Verlof bij overlijden familielid
Als een direct familielid overlijdt, heeft u recht op calamiteitenverlof. Dit verlof is om meteen de nodige zaken te regelen. Het calamiteitenverlof kan overgaan in bijzonder verlof.
In de meest gevallen staat in de cao dat u voor het overlijden van een bloed- of aanverwant in de eerste graad vier dagen verlof krijgt (vanaf het moment van overlijden tot aan de uitvaart). De 'eerste graad' wil zeggen dat het om het overlijden van een vader, moeder of kind gaat.
Concreet heeft de werknemer voortaan recht op 10 dagen rouwverlof bij overlijden van: de echtgenoot/echtgenote of samenwonende partner van de werknemer; een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.
Die gaan in van het overlijden tot en met de begrafenis of crematie. Bij het overlijden van bloed- en aanverwanten in de tweede graad (zoals een grootouder, broer, zus of kleinkind) heb je recht op twee dagen verlof. Je kunt deze dagen opnemen op de dag van overlijden en de dag van de begrafenis of crematie.
Interpretatie VPS: geen verlies werkdag omstandigheidsverlof als begrafenis op een zaterdag valt. Vraag: Ten gevolge het overlijden van een bloed- of aanverwant in de tweede graad heeft een personeelslid recht op 1 werkdag omstandigheidverlof.
Van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder van de werknemer: 3 dagen, te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.
Bij een 25-jarig en 40-jarig dienstverband of huwelijk heeft de werknemer recht op één dag verlof. Bij een 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksjubileum van ouders, schoonouders of grootouders hebben medewerkers recht op één vrije dag.
Twee dagen voor het overlijden van een inwonende broer, zus, schoonzus, schoonbroer, grootvader, grootmoeder, kleinkind, van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind, van een schoonzoon of schoondochter, van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.
Overlijden van ouder/stiefouder of schoonouder: 2 dagen (waarvan 1 dag het calamiteitenverlof), Overlijden van een ouder/stiefouder waarbij de medewerker de crematie of begrafenis volledig regelt: 4 dagen. Overlijden van een opa of oma, broer/zus, zwager/schoonzus, schoonzoon/schoondochter of een kleinkind: 1 dag.
Werkt een werknemer fulltime en kan hij niet buiten werktijden terecht bij zijn huisarts, dan moet de werkgever zijn verzoek om verlof op te nemen dus toestaan. Dit geldt bijvoorbeeld ook als een parttime werknemer een fietsongeluk krijgt en daardoor direct onder werktijd naar de huisarts moet.
Meestal wordt rouw langzaam minder. Hoe lang het duurt is voor iedereen anders, maar na een jaar voelen de meeste mensen zich beter. Soms gaat de rouw niet vanzelf over. Het is dan na een jaar nog (bijna) net zo erg als in het begin.
Werknemers en broers, zussen, grootouders, kleinkinderen, huisgenoten en bekenden hebben recht op zorgverlof. Bijvoorbeeld om hun zieke kind, partner of ouder zorg te geven die nodig is. Of te ondersteunen als zij hulpbehoevend zijn.
De regels voor verlof bij overlijden zijn: echtgenoot/partner, bloed- of aanverwanten in de 1e graad: vier dagen (vanaf de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis/crematie) bloed- of aanverwanten in de 2e graad: twee dagen (de dag van overlijden en de dag van begrafenis/crematie)
Rouwverlof betaald of niet? De dagen van je rouwverlof zijn betaalde afwezigheidsdagen van klein verlet. Dit betekent dat je als werknemer de eerste 3 dagen een gewaarborgd loon krijgt wegens ziekte.
Als werknemer hebt u het recht om in welbepaalde gevallen afwezig te blijven van het werk met behoud van loon. Het gaat om een verlof bij bepaalde familiale gebeurtenissen, zoals een huwelijk of een overlijden, of voor het vervullen van bepaalde staatsburgerlijke verplichtingen of burgerlijke opdrachten.
Het is niet zo dat een begrafenis of crematie pas na 5 dagen plaats MAG vinden. De termijn van 5 dagen wordt vaak genomen als compromis tussen het tijdig zo veel mogelijk mensen op de hoogte stellen van het overlijden en de zaak niet onnodig te rekken en het belang van de volksgezondheid.
Overlijden van (schoon)ouder, grootouder, kleinkind, broer of zus, daaronder begrepen zwager of schoonzuster (2 dagen; dag van overlijden en dag van begrafenis/crematie); Overlijden van andere familieleden van de werknemer of partner (1 dag van begrafenis/ crematie); Verhuizing (maximaal 2 dagen per kalenderjaar).
U mag een overledene niet eerder dan 36 uur na overlijden laten begraven of cremeren. En niet later dan 6 werkdagen na overlijden. Het weekend en feestdagen zijn geen werkdagen.
Nadat een dierbare overlijdt, hebt u als werknemer vaak langer de behoefte aan vrije tijd dan de vier dagen die er nu vastgelegd zijn in de wet. Bij sommige bedrijven kunt u rouwverlof opnemen, maar een wettelijk recht hierop bestaat nog niet.
Neem wat tijd voor jezelf om je gedachten over de dood van je grootmoeder te begrijpen. Schrijf ze op in een dagboek als je denkt dat dat helpt. Denk aan de goede herinneringen en hoe je leven door haar werd beïnvloed. Vraag anderen om verhalen te vertellen over haar lange en volledig leven.
Zo kun je verdriet voelen, maar ook boosheid, ongeloof of schuld. Daarnaast brengt rouwen ook vermoeidheid, lichamelijke pijn en bijvoorbeeld hoofdpijn met zich mee. Lichamelijke klachten door rouw zijn te verklaren door de schok die het plotselinge verlies bij je teweegbrengt.
Overleden dierbaren die overgegaan zijn naar het Licht, kunnen en komen op bezoek. Veelal zoeken ze contact. Je ervaart dan warmte, liefde en niet meer de onverwerkte emoties en trauma's van die persoon. Vaak kiezen zij ervoor om als tijdelijke gids bij je te blijven en je te ondersteunen.