Je moet maximaal 36 maanden (of minder) voor jouw AOW-leeftijd zitten. Dat is dus maximaal 3 jaar vóór jouw AOW-leeftijd. Bijvoorbeeld: de AOW-leeftijd is in 2022 66 jaar en zeven maanden. Om in 2022 vervroegd te stoppen door middel van de RVU-regeling, moet je dus 63 jaar en zeven maanden of ouder zijn.
Wie mag gebruikmaken van de RVU-regeling? Alle werknemers die maximaal 36 maanden (of minder) voor hun AOW-leeftijd staan, mogen gebruikmaken van de regeling. De hoogte van de uitkering is onafhankelijk van het oorspronkelijke inkomen, arbeidsverleden en/of fulltime of parttime dienstverband.
Deze tijdelijke wet is gunstig voor werkgevers, die willen meewerken aan pensionering vóór de echte pensioendatum. Hij krijgt meer financiële ruimte, omdat er geen extra belasting betaald hoeft te worden tot het drempelbedrag.
Als je RVU maandelijks krijgt uitgekeerd, krijg je maximaal €1.874 bruto per maand. De hoogte van de netto RVU-uitkering hangt af van of je loonheffingskorting toepast of niet. Loonheffingskorting toegepast: €1.310 netto per maand. Geen loonheffingskorting toegepast: €1.075 netto per maand.
Waar kan ik de RVU aanvragen? Als er een RVU in jouw cao is opgenomen kun je de regeling aanvragen bij jouw vakbond, werkgever of bij een specifieke organisatie voor jouw branche. In veel cao's is een RVU-regeling opgenomen.
Werkgevers mogen sinds 1 januari 2021 tot ruim €22.000 per jaar meebetalen aan het vroegpensioen van werknemers, die tot drie jaar voor hun AOW-leeftijd zitten. De fiscale boete (RVU-heffing) is door het pensioenakkoord geschrapt, maar werkgevers zijn niet verplicht om mee te betalen.
In veel pensioenregelingen kunt u al voordat u de standaard pensioengerechtigde leeftijd bereikt, stoppen met werken. Maar doordat uw pensioen eerder ingaat, wordt de uitkering een stuk lager. U moet namelijk langer rondkomen met uw pensioengeld.
Het is te simpel voor woorden, maar ieder jaar dat je eerder stopt met werken, heb je een netto jaarinkomen nodig. Stel jouw inkomen is nu €36.000 bruto per jaar inclusief vakantie geld. Netto hou je hieraan over ongeveer €24.000. Je wilt 3 jaar eerder stoppen, dan heb je €72.000 nodig.
Geen extra belasting voor uw werkgever
Mogelijk komt u in aanmerking voor een Regeling voor vervroegde uittreding (RVU). Uw werkgever betaalt tot 31 december 2025 geen belasting over uw RVU-uitkeringen als u maximaal 3 jaar voor uw AOW stopt met werken. Dit geldt tot een bedrag van €1.874 bruto per maand (bedrag 2022).
Als je onder de regeling valt, mag je maximaal drie jaar voor je AOW-leeftijd stoppen met werken. Mag, maar hoeft dus niet. Vanaf nu kun je een aanvraag doen om drie jaar eerder met pensioen te gaan als je onder de regeling valt.
Je kan vervroegd op pensioen vanaf 63 jaar en 42 loopbaanjaren. Je hebt een lager pensioen als je vroeger stopt met werken. Met pensioensparen kan je een aanvullend pensioen opbouwen. Jouw vervroegd pensioen aanvragen kan vanaf 1 jaar voor je pensioendatum.
Je wilt weten vanaf welke leeftijd je met pensioen kunt gaan. Het antwoord is: je kunt je pensioen vanaf je 55ste laten ingaan.
Kan ik mijn pensioen naar voren halen? Je pensioen naar voren halen is mogelijk. Je kunt ervoor kiezen om je pensioen maximaal 5 jaar eerder dan je AOW-gerechtigde leeftijd in te laten gaan en daarnaast te blijven werken. Maar ook minder dan 5 jaar eerder met pensioen gaan is een optie.
Het inkomenstekort kan zij aanvullen met spaargeld, eventueel afkomstig uit de ontvangen ontslag-/transitievergoeding. Een korting voorkomen. De pensioenuitkering vervroegen is pas verstandig na de beëindiging van de WW-uitkering. Liever niet eerder, want pensioen kort in de meeste gevallen de WW-uitkering.
Rapport over de stand per december 2021 over cao-afspraken over regelingen voor vervroegd uittreden (RVU's). De RVU's maken deel uit van de maatwerkregeling duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden (MDIEU). Dit heeft te maken met afspraken uit het Pensioenakkoord uit 2019).
Werkgevers betalen geen RVU-heffing tot een bruto bedrag gelijk aan de netto AOW voor een alleenstaande. In 2021 is dit maximaal €1.847,- bruto per maand. Bij een uitkering die hoger is moet de werkgever over het deel dat boven de AOW uitkomt wel RVU-heffing betalen.
Eerder stoppen met werken kost tussen de 6 en 8 procent van je pensioen voor ieder jaar dat je eerder met pensioen gaat. Dat klinkt als een simpel rekensommetje, maar dat is het niet.
Vervroegd met pensioen mag altijd
Pensioenen die in het verleden zijn opgebouwd hebben vaak nog een andere pensioenleeftijd, bijvoorbeeld 62, 65 of 67 jaar. Maar het maakt niet uit welke datum er in de regeling is opgenomen. Jij bepaalt zelf je pensioendatum! En je hebt geen toestemming van je werkgever nodig.
Sinds 2021 geldt de Regeling Vervroegde Uittreding (RVU). Volgens deze regeling mag je werkgever je een regeling aanbieden tot je AOW-leeftijd als je eerder stopt met werken. Dit is een onderdeel van het Pensioenakkoord. De vergoeding is maximaal € 1.847,- bruto per maand.
Vaak zal het SWT op zich financieel voordeliger zijn, maar soms zit er ook een voordeel in het vervroegd pensioen, bv. omdat de werknemer nog een bijkomstige activiteit wil uitoefenen, wat eenvoudiger en met betere cumulvoorwaarden kan als gepensioneerde dan als werkloze.
Pensioen dat u straks krijgt
Stel, u bouwt gedurende uw hele werkzame leven (zo'n 40 jaar) elk jaar 1,65% van uw pensioengrondslag aan pensioen op. Dan krijgt u als u met pensioen gaat een uitkering van 40 x 1,65% = 66% van uw gemiddelde pensioengrondslag.
De uitkering van €1.847,- is wettelijk het maximale bedrag dat je per maand kunt ontvangen en vergelijkbaar met een AOW-uitkering voor een alleenstaande. Het is een gelijk bedrag per maand, zonder vakantiegeld of eindejaarsuitkering. Het is niet mogelijk om een hoger bedrag per maand af te spreken.
De regeling mag maximaal 3 jaar voor de AOW-datum ingaan. De AOW-datum is in 2025 67 jaar. Werknemers die in 2025 64 jaar worden kunnen nog volledig gebruik maken van deze regeling.
Vanaf 60 jaar kun je 1/5 korter werken; dit kost je 7,5% van je loon maar je pensioenopbouw blijft 100%. Vanaf 62 jaar kun je 1/5 korter werken; je houdt jouw volledige loon en pensioenopbouw. Vanaf 64 jaar kun je 2/5 korter werken; dit kost je 7,5% van je loon maar je pensioenopbouw blijft 100%.