Volgens de wet moet elke overledene geschouwd worden door een arts. De lijkschouw is gericht op het beantwoorden van de vraag of er sprake is van een natuurlijke, dan wel een niet-natuurlijke dood. De lijkschouw moet in beginsel worden verricht door de behandelend arts.
Bij elk overlijden moet worden vastgesteld waaraan iemand is overleden: de zogenaamde lijkschouw. Dit gebeurt door de huisarts, behandeld arts (in een ziekenhuis) of door de gemeentelijke lijkschouwer.
In feite is een ieder bevoegd om overlijden vast te stellen. Echter kan alleen een arts een formele 'verklaring van overlijden' afgeven. Na zijn of haar overlijden moet iemand altijd worden onderzocht door een arts. Gewoonlijk is dat de huisarts of een behandelend of waarnemend arts in een ziekenhuis.
Na overlijden wordt het lichaam doorgaans door de behandelend arts geschouwd. Doel is te onderzoeken of een verklaring van overlijden kan worden afgegeven (zogenaamd A-formulier). Deze is nodig om van de ambtenaar van de burgerlijke stand verlof tot begraving of crematie te verkrijgen.
Het overlijden van een persoon door een ziekte of aandoening. Daarbij worden directe, intermediërende en onderliggende (primaire) doodsoorzaken onderscheiden.
Persoon die plotseling en onverwacht is overleden en van wie wordt aangenomen dat er geen medische beslissingen rond het levenseinde zijn genomen. Hieronder vallen ook patiënten bij wie het eerste contact met de behandelend arts na het overlijden plaatsvond.
Een schouwarts onderzoekt een sterfgeval en stelt vast of iemand inderdaad is overleden. Dit proces noemt men ook wel de lijkschouwing. Bij de lijkschouwing onderzoekt de schouwarts of er sprake is van een natuurlijke doodsoorzaak. Als de arts hierover twijfelt, moeten er specifieke stappen ondernomen worden.
Als een patiënt overlijdt wordt de (dienstdoende) huisarts gevraagd om te schouwen. Na de schouw kan de (dienstdoende) huisarts de overlijdenspapieren tekenen en afgeven. Het afgeven van de formulieren is nodig om het lichaam vrij te geven zodat een persoon begraven/gecremeerd kan worden.
En wilt u deze overleden laten verklaren? Dat kan na 5 jaar vermissing en in bepaalde omstandigheden na 1 jaar vermissing. U moet hiervoor een verzoek bij de rechtbank indienen. Om het verzoek in te dienen, moet u belanghebbende zijn.
Als iemand is overleden moet er als eerste contact worden opgenomen met de huisarts (als deze er niet is kan men bellen met de huisartsenpost). Als iemand is overleden in het ziekenhuis dan hoeft de huisarts niet gebeld te worden.
Wie bellen bij overlijden? Als iemand is overleden belt u als eerste de huisarts. De huisarts is nodig om vast te stellen dat iemand is overleden en stelt voor u een verklaring van overlijden op.
Moet u verplicht naar de notaris wanneer een dierbare overlijdt? Nee, dat hoeft niet. De gang naar de notaris is niet verplicht, maar vaak wel praktisch en zinvol.
Na het overlijden begint het lichaam af te koelen; ongeveer 12 uur na het overlijden voelt het lichaam koud aan (het lichaam neemt de temperatuur van de omgeving aan).
Een obductie is te vergelijken met een operatie en wordt zo uitgevoerd dat er achteraf vrijwel niets meer van te zien is. De wond wordt afgedekt met pleisters. De patholoog voert het onderzoek vanzelfsprekend op een respectvolle manier uit. Aan een obductie zijn geen kosten verbonden.
Als er wordt gesproken over het schoonmaken na een overlijden of onopgemerkte dood, ligt de nadruk vaak op het risico van bloed overdraagbare ziekteverwekkers. Dit zijn ziektekiemen die in bloed leven en zeer veel ellende kunnen veroorzaken. Sommige van deze ziektekiemen worden bacteriën genoemd en anderen virussen.
Verkleuring van de huid na de dood. De verkleuring wordt veroorzaakt doordat de bloedcirculatie tot stilstand komt en het bloed zakt naar de laagst gelegen delen van het lichaam. Lag de overledene op zijn rug, dan zullen er meestal lijkvlekken te zien zijn op de rug, schouderbladen en oorlellen.
Er is in ieder geval sprake van een 'niet-natuurlijke dood' bij een overlijden als direct of indirect gevolg van een ongeval, geweld of een andere van buiten komende oorzaak, een misdrijf of zelf- moord.
Lijkvinding in de zin der wet betreft een lijk dat is gevonden of uit zee of binnenwater is aangebracht en waarbij na de lijk- schouw de datum en/of de plaats van overlijden niet of onvoldoende nauwkeurig kan worden vast- gesteld.
Bij zelfdoding of dood door geweld is sprake van een niet-natuurlijke doodsoorzaak en wordt de politie ingeschakeld. Na een eerste bezoek door dienstdoende agenten stelt de recherche een onderzoek in. Als u niet zelf het slachtoffer hebt gevonden, zal de politie u inlichten.
De opleiding tot forensisch arts is één van de profielen van de medische specialisatie maatschappij en gezondheid. Deze opleiding bestaat uit twee fasen van elk twee jaar. Na de zesjarige opleiding geneeskunde volgt na de eerste fase van de opleiding een registratie in het deelprofiel forensische geneeskunde.
Als een patiënt in het ziekenhuis overlijdt moet een arts de officiële dood vaststellen. De arts vult dan de overlijdenspapieren in. Op de verpleegafdeling geeft de verpleegkundige de eerste noodzakelijke zorg. De overledene wordt gewassen en netjes in bed gelegd.
Iemand kan zich bijvoorbeeld helemaal terugtrekken, opstandig zijn, zich volledig op het werk storten of veel drinken. Sommigen huilen niet, anderen juist heel veel. Het rouwproces is pas voltooid als alle vier de taken zijn voltooid. Hoe lang dat duurt staat niet vast.
Wat er met een bankrekening gebeurt na het overlijden van een rekeninghouder? Dat is in principe aan de erfgenaam of erfgenamen. De rekening kan worden geblokkeerd, maar ook worden gewijzigd. Je kunt hem bijvoorbeeld op een andere naam laten zetten.
Bij overlijden gaan het vermogen en de schulden over naar de erfgenamen. Een eigen woning met de daarop rustende hypotheek behoort samen met alle overige bezittingen tot de nalatenschap.