Shiva is een van de belangrijkste goden van het hindoeïsme. In het Indiase denken is de god
Transformatie zet je leven op z'n kop
De transformerende kracht van Shiva is zó sterk, dat het je leven in korte tijd flink op zijn kop kan zetten. Zodra je je verbindt met de vernietigende en transformerende kracht van Shiva, brand je als het ware alles weg wat niet meer past in je leven.
Shri Shiva, Shiwa of Śiva (Sanskriet: शिव) is het hoogste goddelijke wezen binnen Ishvara, een van de grote tradities binnen het hindoeïsme. Met Brahma en Vishnu vormt hij de Trimurti van schepper-instandhouder-vernietiger. Shiva is de vernietiger.
Shiva wordt vaak afgebeeld op een stier met een drietand, hij heeft vier armen en op zijn voorhoofd het derde oog. Zijn vrouw is Parvati. Andere bekende goden zijn Rama , Krishna , Ganesha en Durga .
Shiva heeft een vrouw die Parvati heet. Zij wordt in verschillende gedaanten aanbeden: als zachte Moedergodin, als bloeddorstige godin Kali en als Durga, de godin van de strijd. Net als veel andere goden is Parvati dus een mengeling van goed en kwaad, vriendelijk en wreed, leven en dood.
Op de veertiende avond van de maand Phalguna (februari / maart) wordt het Maha Shivaratri (ook: Mahashivaratri) gevierd, een festiviteit ter ere van de god Shiva. De gelovigen vasten op deze dag en houden een nachtwake in een tempel bij het beeld van Shiva.
Kenmerkend voor Shiva is zijn lange haar, vaak hoog opgebonden, met daarin een maansikkel en een doodskop. Shiva heeft een derde oog op zijn voorhoofd, dat ontstond toen Parvati, Shiva's vrouw, voor de grap diens ogen bedekte. De hele wereld werd donker.
Het hindoeïsme komt uit India en is de oudste godsdienst op aarde. De hindoes vereren veel goden en godinnen. Ze denken dat alle goden eigenlijk verschillende vormen van één goddelijke oerkracht zijn. De heilige boeken zijn de Veda's.
Krishna is de achtste nederdaling van Vishnu. Maar Krishna wordt ook als zelfstandige god geëerd. Hij kan Vishnu's attributen dragen: het rad of de schelphoorn. Vishnu heeft een blauwe huidskleur in de gestalte van Krishna én in die van Rama – een andere nederdaling van Vishnu.
Vasuki is de slang van Shiva en hij draagt hem als een ketting om zijn hals. Vasuki deed dienst als het touw, gewikkeld om de berg Mandara, om de oceaan van melk te karnen en soma (amrita) te maken.
Volgens de legende vormde de godin Parvati in Kanchipuram een Shiva lingam uit een handvol zand en vereerde daar vervolgens Shiva. Deze steen staat bekend als de Prithvilingam, die het oerelement aarde symboliseert.
Vishnu zit meestal op het mythische wezen Garoeda, dat half mens, half adelaar is. Vishnu wordt vaak voorgesteld met vier armen, waarmee hij zijn attributen vasthoudt.
De meeste hindoes geloven in de absolute eenheid van een transcendente en immanente God, het oneindige Kosmische Bewustzijn (Parama Purusha), die de schepper is van het universum en waar alle wezens ten innigste mee verbonden zijn.
'Om Namah Shivaya betekent: Ik buig voor Shiva, de kracht in mij die helpt los te laten, die mij het vergankelijke van alles laat doorzien en me doet realiseren wat mijn ware natuur is.
Het woord komt uit het Sanskriet en betekent de volledig Ontwaakte. Het boeddhisme is dus eigenlijk geen godsdienst, want Boeddha is geen God. Boeddha is gewoon een mens.
Ganesha is de god met het olifantenhoofd van de Hindoes. Hij is de god van wijsheid, welvaart en vriendschap, beschermgod van reizigers. Hij brengt geluk en ruimt op wat in de weg staat, is ook heel vrijgevig. Ganesha is de god van elk nieuw begin.
De Indiase Snehlata Rajput was als kind al gek op die verhalen. Donderdag nam ze de grote stap: ze trad in het huwelijk met Krishna - althans, met een portret van de godheid.
Krishna is de God van de Liefde en de Kracht. Hij is zo belangrijk omdat hij de mensen leert hoe je een goed leven leidt. Het belangrijkste verhaal over Krishna is de Bagavad Gita. Daarin wordt beschreven hoe Krishna, Arjuna te hulp komt.
Hindoes bidden en offeren in gebouwen die ze mandir of tempel noemen. De voorschriften voor de bouw en de indeling staan vast en zijn beschreven in de Vaastu Shastra een oud-Indiaas geschrift uit 1000-1500 voor Christus. Hier houden ze ook erediensten of vieren ze hun feesten ter ere van goden en godinnen.
' Mensen in India vormen zich een beeld van Jezus Christus dat aansluit bij hun eigen cultuur. Voor hindoes krijgt Jezus een plaats tussen de leraren en goden van de eigen religie.
De Davidster De Davidster of het Davidschild is het bekendste symbool van het Jodendom. Het is een zeshoekige ster die bestaat uit twee in elkaar geschoven driehoeken, het hexagram. De Davidster is genoemd naar het 'Schild van Koning David' dat hij volgens een legende droeg.
Moslims geloven dat de islam is voortgekomen uit het christendom, dat op zijn beurt weer is geëvolueerd vanuit het jodendom. Mohammed leefde in een tijd waarin al wel redelijk wat joden en christenen rondliepen, maar nog relatief weinig moslims (hij was immers zelf de stichter van de Islam).
Rama, Ram (Sanskriet: rāma, devanagari: राम) of Ramachandra (rāmacandra, रामचन्द्र) is de hoofdpersoon uit het hindoeïstische epos Ramayana. Veel hindoes beschouwen hem als de zevende van de tien belangrijkste avatars (reïncarnaties) van de god Vishnu.
Shakti is in de Indiase mythologie de vertegenwoordigster van de vrouwelijke energie. Zij is een van de Hindoegoden en wordt vereerd als Moedergodin. Die kunnen enkel hun functie dankzij haar uitoefenen. Zonder energie betekenen ze niets.
De god Brahma is de schepper van het heelal. Hij vormt samen met Vishnu en Shiva de trimurti, de hindoeïstische drie-eenheid. Brahma heeft vier gezichten, die in de vier windrichtingen kijken: hij is de god van alles. Vaak zie je maar drie hoofden, omdat er één aan de achterkant zit.